Wetenschappelijke zoektocht naar monsters
Menno Woudt
29 april 2016
Monsters bestaan niet. We hebben ze immers nog nooit gezien. Maar dat hoeft niet te betekenen dat ze niet kúnnen bestaan, stellen sommige wetenschappers. Dat is cryptozoölogie: vaak fanatiek onderzoek naar onontdekte, onbekende dieren. Zou bigfoot dan toch ergens rondlopen?
We denken de aarde anno 2016 al wel aardig uitgeplozen te hebben. Er is nauwelijks iets wat níet door wetenschappers wordt bestudeerd en dankzij satellieten kennen we elke uithoek van de planeet. Toch worden er nog elk jaar nieuwe planten- en diersoorten ontdekt.
Die was toch uitgestorven?
Tot aan het begin van de vorige eeuw werd niet geloofd dat de komodovaraan en de okapi echte dieren waren. Voor de kust van Zuid-Afrika is zelfs een vis ontdekt waarvan altijd werd gedacht dat-ie zestig miljoen jaar geleden al was uitgestorven. De wonderen zijn de wereld dus nog niet uit. Dat is precies het idee achter de cryptozoölogie. Daarbij wordt studie gedaan naar onbekende, mythische dieren en monsters.
Echt serieus worden cryptozoölogen niet genomen, in de wereld van de wetenschap. Vaak is er, op enkele vage voetafdrukken en onscherpe foto’s na, geen bewijs. Veel onderzoek is enkel en alleen gebaseerd op ooggetuigenverslagen. Maar, zo zeggen de fanatiekelingen: de afwezigheid van bewijs is geen bewijs voor afwezigheid van monsters. Naar sommige beesten wordt al eeuwenlang gezocht.
Het monster van Loch Ness
Elk jaar trekken een half miljoen mensen naar Loch Ness in Schotland. Allemaal hopen ze ’m te spotten: het monster Nessie dat daar al eeuwenlang rond moet zwemmen. Met onderwatercamera’s, dure radarsystemen en mini-onderzeeërs hebben fervente ‘Nessiejagers’ al naar het beest gezocht. Zonder resultaat. De paar foto’s die er zijn, zijn overduidelijk nep en meermaals bleek het monster niets meer dan een drijvende tak.
Toch geloven sommige cryptozoölogen dat het monster bestaat. Het zou een afstammeling zijn van de plesiosaurus, een zeereptiel dat tweehonderd miljoen jaar geleden leefde. Hij zou zich nog altijd schuilhouden in de ondergrondse grotten van het diepe meer. Ze blijven zoeken, dus.
Verschrikkelijke sneeuwman
Toen Sir Edmund Hillary in 1953 als eerste mens ooit de Mount Everest had beklommen, kwam hij beneden met groot nieuws: boven op de berg had hij voetafdrukken van de verschrikkelijke sneeuwman gezien. Het grote aapachtige beest, ook wel bekend als de yeti, zou hoog in de Himalaya leven. Niemand heeft het ooit gezien – daarvoor zou de yeti te schuw zijn.
Toch zijn er al honderden expedities georganiseerd, waarbij regelmatig voetsporen en haren werden gevonden. Vorig jaar zijn 57 van die yeti-haren geanalyseerd. Wat bleek: het waren de haren van een beer, met af en toe een verdwaalde grasspriet ertussen.
Bigfoot
Het is best vreemd eigenlijk: waarom bestaan er nog wel apen en mensen, maar geen aapmensen meer? Binnen de cryptozoölogie wordt veel onderzoek gedaan naar deze tussenvorm, die volgens sommigen nog altijd zou bestaan. Bigfoot is daar het voorbeeld van: dit broertje van de yeti zou in Noord-Amerika rondlopen. Er zouden zelfs meerdere bigfoots bestaan en ook ‘littlefoots’.
Op het Indonesische eiland Sumatra gelooft de lokale bevolking zo in het bestaan van de orang pendek: een kleine soort mens, die net als wij rechtop loopt. In de jungle van Sumatra zijn zelfs touwtjes gespannen, in de hoop dat de orang pendek ertegenaan loopt en daarmee de camera activeert die een foto kan maken. Gotcha!
7Days