De VOC op weg naar de Groot-Mogol
Door Hans van Santen - 1 september 2016, 10:18
Bij Sidestone Press verscheen onlangs het boek Op bezoek bij de Groot-Mogol over de relatie die de Nederlandse VOC onderhield met de Groot-Mogol, de leider van het Mongoolse rijk, dat het grootste deel van het huidige India, Pakistan en Bangladesh beheerste. Om goede relaties te onderhouden met de wisselende leiders werden er verschillende prominenten naar het gebied gestuurd. Twee belangrijke reizen worden beschreven in het boek. Op Historiek een fragment over de relaties van de VOC met de verschillende handelsgebieden.
Zaken doen in Azië
Het monopolie op fijne specerijen – peper, nootmuskaat, foelie en kruidnagels – was het hoofddoel tijdens de eerste decennia van de VOC. Peper werd op veel verschillende plaatsen verbouwd; kruidnagels, foelie en nootmuskaat alleen op de Molukken. De produkten werden voor de smaak en als conserveringsmiddel in de keuken en in medicijnen gebruikt. Ze vormden, zoals het in de compagniesarchieven vaak werd omschreven, het ‘principael [doel]wit waarnaer wy schieten.’ De winst op deze produkten kon alleen hoog blijven als het aanbod gereguleerd was en de concurrenten buiten de deur werden gehouden. Het kwam daarbij mooi uit dat nootmuskaat, foelie en kruidnagels zich goed leenden voor monopolisering. Ze werden uitsluitend in een kleine en relatief goed af te schermen regio verbouwd.
specerijenDe eilandenrijken in de Molukken – in feite één groot kustgebied – waren kwetsbaar en militair geen partij voor de op zee dominante VOC. De Compagnie schrok er niet voor terug om grof geweld in te zetten om haar doel te bereiken. Om de produktie van nootmuskaat op de Banda-eilanden in handen te krijgen liet Jan Pieterszoon Coen de lokale bevolking afvoeren, verjagen, en deels uitmoorden. Kolonisten uit Europa en slaven namen hun plaats in. De opvolgers van Coen gebruikten even hardhandige methoden om de kruidnagelproduktie op Ambon te concentreren en te controleren. Met veel geweld werden ook de kustgebieden van Ceylon veroverd waar kaneel werd verbouwd. In de achttiende eeuw heerste de VOC daar over zo’n tweehonderd- tot driehonderdduizend onderdanen. Militaire acties vonden ook plaats in Malabar, de zuidwestkust van India, tegen de daar aanwezige Portugezen om de peperproduktie in handen te krijgen.
Lees verder bij HistoriekNet