'Mijn zus streed voor een onafhankelijke Molukse staat'
Persoonlijke verklaring Chris Uktolseja
Familieleden van de twee doodgeschoten Molukse kapers van de treinkaping bij De Punt in 1977 eisen duidelijkheid over wat er die dag is gebeurd. Dit is de persoonlijke verklaring van Chris Uktolseja, broer van treinkaper Hansina Uktolseja.
Door: Chris Uktolseja 4 november 2016, 14:41
Meneer de voorzitter, net zoals mevrouw Siahaya, de moeder van Max Papilaja, sta ook ik hier om de waarheid te achterhalen over de dood van mijn zuster Hansina Uktolseja, die naar mijn stellige overtuiging tijdens de bevrijdingsactie van de trein op 11 juni 1977 is geëxecuteerd.
Mijn naam is Christiaan Uktolseja. Mede namens mijn broer Gerson Uktolseja wil ik graag gebruik maken van deze gelegenheid om mijn verklaring aan u voor te lezen.
Rechtszaak treinkaping: 'Er kwam niet iemand met een aktetasje vertellen hoe het moest'
'We hebben het over een bevrijdingsoperatie die noodzakelijk was ten gevolge van een terroristische actie. De regering zag zich na bijna drie weken genoodzaakt om met geweld een einde te laten maken aan de gijzeling.' Zo reageert landsadvocaat Bert-Jan Houtzagers vrijdag in de rechtbank in Den Haag, waar familieleden van de twee doodgeschoten Molukse kapers van de treinkaping bij De Punt in 1977 duidelijkheid eisen over wat er die dag is gebeurd.
Ik ben opgegroeid en opgevoed door 1ste generatie Molukse ouders voor wie het vrijheidsideaal van de RMS en de terugkeer naar de Molukken, als ook de meegebrachte culturele en sociale symbolen belangrijke ingrediënten vormden van de Molukse identiteit. Als jongeling heb ik op mijn eigen manier geprobeerd om de gedwongen komst naar Nederland, de strijd om het bestaan van een voorlopig verblijf van onze ouders hier in Nederland te begrijpen. Ik heb daarom ook actief deelgenomen aan diverse politieke, maatschappelijke en culturele activiteiten die door deze generatie werden overgedragen.
De gewelddadige acties in 1975, de treinkaping bij Wijster en de gijzeling van het Indonesische Consulaat echter, hadden veel impact op mij. Ondanks het gevoel van trots omdat onze jongens de Molukse vrijheidsstrijd onder de internationale aandacht brachten, zette het mij ook aan het denken: Is dit wel de manier om je ideaal te bereiken. Zoveel leed dat onze ouders is aangedaan, moesten wij dit alles met gelijke munt betalen?
Deze tegenstrijdigheid bracht mij in een spagaat. Hoewel ik de drijfveren van de actievoerders zeer goed kon voorstellen, zou het niet mijn keuze zijn, omdat er hier zoveel onschuldige slachtoffers mee gemoeid zouden zijn. Hoe moest ik dit in overstemming brengen met mijn geloofsbeleving. Dat was mijn grote worsteling, het waren jongens, weliswaar wat ouder dan ik, uit dezelfde straat waar ik woonde met wie ik bijna dagelijks optrok, maar met wie een diep en onverklaarbaar verschil van denken zich manifesteerde.
Twee jaar later besloot mijn zuster het zelfde te doen. Toen Hansina in de trein zat, was de worsteling nog groter en verwarrender. Alle emoties passeerden de revue: boosheid, trots, verwarring, verdriet. Waarom is ze tot die keuze gekomen? Verdriet met en over je ouders. Wij kwamen uit hetzelfde nest en toch had ik haar keuze niet verwacht. Maar ik behoorde het wel te respecteren omdat ze zichzelf had opgeofferd voor ons ideaal.
Ondanks alle verhalen over haar motieven van deelname aan deze gewelddadige actie wil ik benadrukken dat wat Hansina heeft gedaan, ze voor de RMS-strijd heeft gedaan. Want, hoe een ieder deze actie ook beoordeelt, het valt niet los te zien van de toen geldende politieke context, met een tijdgeest die zwanger was van jonge idealisten die hun leven wilden opofferen voor hun vrijheidsstrijd. En het betrof niet alleen jongeren uit Bovensmilde en Assen, maar overal in den lande. Hansina was één van hen.
De actie bij de Punt had mijn leven op zijn kop gezet. Als ík hier al zoveel moeite mee had, hoe zat het dan met mijn ouders: een dochter die haar leven opofferde voor hun idealen. Verklaren kan ik het slechts door een gedeelte van haar afscheidsbrief, die zij ons achterliet, te citeren:
"Papa en mama, broers en zusters die ik altijd in mijn hart draag...
Papa en mama, als U deze brief vindt dan ben ik niet meer hier, maar met mijn kameraden. Ik schrijf jullie deze brief omdat ik weet dat jullie je af zullen vragen waar ik mee bezig ben. U moet erop vertrouwen dat ik weet wat ik doe en niet uit blinde woede of onnadenkendheid deze actie uitvoer. Ik ben een Zuid-Molukse en een Christen en ik ben niet bang om mijn leven er voor te offeren en met mijn geloof als basis voer ik dit ook uit.
Natuurlijk ben ik ook bang omdat ik niet weet wat ons straks te wachten staat.
Het wapen dat ik draag, draag ik met overtuiging dat ik het niet zomaar zal gebruiken om mensen mee te doden. Ik vraag U: vergeef al mijn fouten wat ik jegens u heb begaan.
Als ik doodgeschoten word, dan zal het niet voor een zinloos doel zijn.
Als ik of mijn kameraden worden doodgeschoten, zullen anderen opstaan om de strijd voort te zetten. Bidt voor ons en sluit mij in uw hart. En met heel mijn hart zeg ik u: ik weet dat we nog een hele lange weg te gaan hebben en het moeilijk zal zijn om onze vrijheid te verkrijgen. Met Gods hulp zullen het bereiken. En met Gods wil zullen we elkaar weer ontmoeten. Misschien niet hier, maar op een andere plaats."
Op zaterdagochtend 11 juni 1977 maakte de Nederlandse overheid met grof geweld een einde aan de actie, waarbij Hansina door tientallen kogels werd doorzeefd.
Ook ik vroeg mij toen af... en nu nog... waarom waren zij op zo'n manier om het leven zijn gebracht. De Nederlandse Staat wist dat zij, in tegenstelling tot de treinkaping in Wijster, de passagiers niks zouden doen.
- Dat wisten ze uit de afgetapte telefoongesprek tussen de actievoerders uit de trein en de school waar op dat moment ook een gijzeling plaatsvond: Er zouden geen mensen worden doodgeschoten.
- Dat wisten ze ook vanuit alle ingewonnen informatie, dat de actievoerders, ook in tegenstelling tot de treinkapers in Wijster, zich doelbewust hadden afgezonderd van de gegijzelden, zodat bij een eventuele aanval van buiten de passagiers niet zouden worden getroffen. Het aanvalsplan (het compartimenteren) was hier duidelijk op gebaseerd. Dit is goed in beeld gebracht in de animatiefilm van het Ministerie van Veiligheid en Justitie.
De duizenden kogels waren klaarblijkelijk bedoeld om een hard voorbeeld te stellen voor potentiele actievoerders. Jarenlang hebben wij moeten leven met de vele onbeantwoorde vragen rondom de doodsoorzaak van onze dierbaren en hebben we deze tragedie niet of nauwelijks een plek in ons leven kunnen geven en hebben we het ook niet "naar behoren" af kunnen sluiten.
In 2013 is het onderzoeksrapport van Jan Beckers, Oenoe Ririmasse en Nona Lumalessil verschenen. In eerste instantie wilde ik er niks van weten. Mijn pijnlijke herinneringen diep verstopt en de littekens waren cosmetisch opgelapt en ik had mij er min of meer voor afgesloten. Bij een van de bijeenkomsten met de overige nabestaanden werd mij duidelijk dat er toch harde bewijzen waren van executies. Daarom sta ik nu hier voor u, 39 jaar na dato, om alsnog de waarheid omtrent de dood van Hansina en Max te achterhalen.
Meneer de Voorzitter, ik sta hier als eiser. Maar, heb ook het gevoel dat ik hier sta voor mijn ouders.... Voor de ouders van de andere 4 omgekomen actievoerders. Voor mevrouw Siahaya de enige nog levende ouder van de omgekomen actievoerders die haar kleinzoon Marco als opdracht heeft meegegeven: vind de waarheid, voordat ook voor mij de zon ondergaat. Ik sta hier voor de broers en zusters van Max Papilaja en Hansina Uktolseja, voor de Molukse gemeenschap en niet in de laatste plaats ook voor de Nederlandse samenleving: op zoek naar de waarheid. Daarbij gaat het ons niet óm hun dood, maar over de manier waaróp ze om het leven zijn gebracht. Opdat ook wij in alle rust en waardigheid dit pijnlijke hoofdstuk mogen afsluiten.
Meneer de Voorzitter, ik dank u voor uw aandacht.
Volkskrant