woensdag 28 januari 2009
Minder spullen, maar meer te zien
Door RICHARD VERSTEGEN
DELFT - Aan vaste bezoekers geen gebrek bij het Indonesisch museum Nusantara aan het Agathaplein in Delft.
Maar om nieuwe en jongere belangstellenden te trekken moest er iets gebeuren. Erfgoed Delft trok vier ton uit voor een ingrijpende herinrichting.
„Het werd ook wel tijd,’’ zegt conservator Amy Wassing. „Als museum moet je iedere vijf, zes jaar vernieuwen. Anders blijven ook je vaste bezoekers weg. De laatste keer dat Nusantara aan de beurt was, is ruim zeven of misschien wel acht jaar geleden.’’
Op de begane grond, links naast de ingang, komt een thee- en koffieschenkerij met een podium, waarop bijvoorbeeld de antieke gamalan bespeeld wordt. „Het is een manier om mensen het museum in te trekken. De schenkerij moet er ook voor zorgen dat de bezoeker wat langer blijft hangen.’’
„We willen het museum opener en toegankelijker maken, niet de witte burcht die het nu is,’’ zegt Wassing, doelend op de kleur van de buitengevel met ramen die hoog in de muren zitten. De muziek moet mensen - ook die dat eigenlijk niet van plan waren - verleiden tot een bezoek.
In de koffie- en theeschenkerij is straks plaats voor kleinere exposities, bijvoorbeeld van foto’s of kunst met een Indonesische achtergrond. Die krijgt het museum met enige regelmaat aangeboden, maar wegens gebrek aan plaats en mogelijkheden moeten de medewerkers ‘nee’ verkopen. Ook groepen die in Nusantara lezingen of cursussen willen geven moeten teleurgesteld worden.
De herinrichting van de begane grond van het museum tot theeschenkerij en verblijfsruimte betekent dat er minder ruimte overblijft voor de collectie, waarvan een groot deel toch al in het depot op zolder staat. Wassing denkt niet dat dit voor de (trouwe) bezoeker een onoverkomelijk probleem is.
„We gaan het museum echt moderniseren. De tentoonstelling wordt dynamischer, het museum interactiever.’’ In de oude opzet waren relatief veel voorwerpen in het museum te zien. In de nieuwe opzet zijn straks één of twee voorbeelden van bijvoorbeeld een voorouderbeeld voldoende. Met dank aan multimedia.
„Op een computerscherm kan de bezoeker straks het verhaal achter het voorwerp vinden,’’ legt Wassing uit. „Uit welk gebied is het voorwerp afkomstig, welke cultuur zit erachter, waarom ziet dit beeld of deze hoofddoek er zo uit. Hoe werd het gebruikt. We kunnen veel meer vertellen en daar is ook behoefte aan.’’
De computer zorgt er ook voor dat veel meer van de collectie, ook al is het niet in het echt, toch te zien is voor de bezoeker. Als er straks een voorbeeld van een traditioneel gewaad in een vitrine ligt, zijn de varianten op het scherm te zien.
De inrichting van de bovenverdieping wordt veel flexibeler. „We laten minder in één keer zien, maar we kunnen straks wel veel makkelijker voorwerpen wisselen. Dat is goed voor de spullen, want textiel en hout moet je niet te lang achter elkaar aan licht blootstellen, maar ook voor de bezoeker. Die ziet vaker wat nieuws, als hij Nusantara meerdere keren bezoekt.’’ Wassing wil één ding graag duidelijk maken: „Verwacht bij ons geen tempo doeloe of Tante Liensfeertje; Nusantara gaat echt over Indonesië. De VOC komt natuurlijk aan bod, want dat is een deel van de geschiedenis. De hoofdmoot is de Indonesische cultuur.’’
Door de verbouwing is het museum gratis toegankelijk. De begane grond moet in juni klaar zijn, de tweede verdieping in november.
AD