PHILIP VAN TIJN
13-08-2017
Door Westerse schaamte sneeuwt Indonesisch geweld onder
Dinsdag ben ik weer in Den Haag, waar onder auspiciën van de Stichting Herdenking 15 augustus jaarlijks de bevrijding van Nederlandsch-Indië in 1945 wordt herdacht. Ik ben er elk jaar bij.
Je leest vandaag de dag over zoveel factoren die kennelijk je leven bepalen dat ik mijn Jappenkamp graag in de strijd gooi. En van al die mensen die daar bij het aangrijpende Indië-monument zijn verzameld weet je dat ze met ‘Indië’ te maken hebben gehad, op welke wijze ook – of hun ouders en grootouders langzamerhand.
Verder heb ik met al die mensen weinig tot niets te maken, maar dit is al heel veel. ‘Indië’ is een verbindende factor voor miljoenen Nederlanders; zet 10 mensen willekeurig bij elkaar en 2 of 3 hebben op een of andere wijze een band met de voormalige kolonie.
‘Goed huwelijk’
In zijn meest recente Non Solus-commentaar schrijft Elsevier Weekblad-hoofdredacteur Arendo Joustra: ‘In Nederland gaat de meeste aandacht uit naar de gewelddadige dekolonisatie. Sommige Indonesiërs daarentegen vinden dat Nederland te veel aandacht heeft voor de scheiding en te weinig voor het lange en goede huwelijk dat eraan voorafging.’
Ook dat lange huwelijk van drieënhalve eeuw heeft minder vrolijke momenten gekend, zoals elk huwelijk. Maar de waarneming dat juist aan de kant van de voormalige kolonisator het negatieve lijkt te overheersen, is terecht. Calvinistisch schuldgevoel? Het masochisme van de blanke -pardon: witte- mens? Westerse schaamte?
En dat beperkt zich niet tot die 350 jaar; ook onze perceptie van de gewelddadige dekolonisatie-periode is nogal masochistisch eenzijdig. Wie de hedendaagse kranten leest zou denken dat alléén Nederland daar in 1945-’48 heeft huisgehouden, terwijl de feiten uitwijzen dat (ook) duizenden Nederlanders en Indische Nederlanders in die jaren door Indonesische ‘vrijheidsstrijders’ zijn afgeslacht.
Ellende WOII sneeuwt onder
Het is geen wedstrijd en mede daarom laten de Indonesiërs dat alles liever rusten, terwijl wij bezig zijn een enorme studiecommissie op te tuigen en minstens elke maand prof. Liesbeth Zegveld wel in een of ander gremium onze oorlogsmisdaden belicht.
Door dit alles lijkt de geleden ellende van WOII in Indië onder te sneeuwen – vergeef mij deze vreemde beeldspraak. Op 15 augustus herdenken we dat meer dan 50 miljoen onderdanen van het Koninkrijk der Nederlanden werden bevrijd, onder wie 100.000 gevangenen in burgerkampen en krijgsgevangenen. En we herdenken vooral de naar schatting 24.000 Nederlandse doden, als rechtstreeks gevolg van de Japanse bezetting en zijn oorlogsmisdaden.
Het is al vaak gezegd: al meer dan 70 jaar is in Nederland gesold met de slachtoffers van de Jappenkampen, dwangarbeid, mishandeling en executies, met de teruggekeerde landgenoten uit Indië en later Indonesië. Niet in de laatste plaats hebben opeenvolgende Nederlandse regeringen daarbij misbruik gemaakt van de mentaliteit van de ‘Indische gemeenschap: tolerant, bescheiden, gezagsgetrouw en te snel dankbaar.
Peperduur monument
Zojuist heeft staatssecretaris Van Rijn bekend gemaakt dat hij niet minder dan € 1.5 miljoen ’s jaars beschikbaar stelt voor een ‘Indische pleisterplaats’, de jaarlijkse herdenking, een virtueel Indisch monument en speciale zorg voor getraumatiseerde ouderen uit Indië. Anderhalf miljoen!! Als Nederland dat maar kan trekken.
Gratis geef ik onze regering een suggestie die ook verder niets kost. Sinds een aantal jaren woont de premier de herdenking bij, dat is tenminste iets. Overigens heeft ook premier Rutte via familie banden met ‘Indië’. Maar ons staatshoofd, terecht elk jaar zeer aanwezig op 4 en 5 mei, maakt alleen in lustrumjaren zijn (eerder: haar) opwachting.
Ik zie niet in waarom dat niet jaarlijks zou kunnen, gezien de grote betekenis voor zovele landgenoten en voor ons land. En bovendien markeert niet 5 mei het einde van de Tweede Wereldoorlog, waarbij Nederland in drie werelddelen was betrokken, maar 15 augustus.
Elsevier