Alsmaar die motorrijders op de stoep: in Jakarta zijn ze het zat
De lopende minderheid komt in opstand
Van de motorrijders en zelfs de politie hoeven de vogelvrije voetgangers in Jakarta geen hulp te verwachten. Nu strijdt de Coalitie van Voetgangers voor behoud en uitbreiding van de schaarse strookjes trottoir.
Door: Michel Maas 17 augustus 2017, 02:00
De weg Jalan Suryopranoto heeft een schitterend trottoir. Er zijn verschillende banen in verschillende kleuren voor verschillende gebruikers: fietsers, voetgangers, joggers. Aardewerken blokjes markeren een baan voor gehandicapten. Die zijn er alleen niet, want met een rolstoel kun je hier met geen mogelijkheid komen.
Het trottoir van de Jalan Suryopranoto ligt helemaal op zichzelf, zonder enige verbinding met andere trottoirs in Jakarta. Het begint in chaos en eindigt in chaos, en als er niemand kijkt wordt het ook zelf opgeslokt door de chaos die het verkeer in de Indonesische hoofdstad kenmerkt. De stoep is deze maand een symptoom geworden van de veel grotere ellende waarin de metropool verkeert.
Augustus is officieel uitgeroepen tot de bulan tertib trotoar, de 'maand van gedisciplineerd gebruik van de stoep', maar daar trekt niemand zich iets van aan. Motorrijders en de kleine driewielige bajajs volgen de belangrijkste verkeersregel in de stad: als er niemand kijkt mag alles. Zij gebruiken het trottoir als een extra baan om de file in de straat voorbij te rijden. Alleen: vandaag kijkt er wél iemand: vier leden van de Coalitie van Voetgangers blokkeren de stoep. Zij houden kleine kartonnen borden omhoog met teksten als 'Trottoirs zijn voor voetgangers' en 'Alle mensen zijn voetgangers', als verwijzing naar 'Alle Menschen werden Brüder' van Schiller.
Zij zijn de voorhoede van een heel kleine groep Indonesiërs: de voetgangers. Uit onderzoek van de Amerikaanse Stanford Universiteit is gebleken dat de Indonesiër het minst loopt van alle mensen op aarde. De voetgangerscoalitie heeft 50 duizend volgers op het internet, een schijntje in een land met 250 miljoen inwoners. Maar de aanhang groeit, vooral dankzij datzelfde internet waar nu bijna dagelijks filmpjes opduiken van woedende confrontaties met taxichauffeurs en motorrijders die geen zin hebben om zich door zo'n paar mensen zonder vervoer de les te laten lezen. Op 1 augustus heeft bovendien de politie haar medewerking toegezegd en zelfs, voor het oog van de nationale televisie, een paar motorrijders op een trottoir bekeurd.
Open rioolgaten
Leider van het groepje is Alfred Sitorus, oprichter van de coalitie en strijder voor een zaak die bij voorbaat verloren lijkt. Je kunt de motoren, de geparkeerde auto's en de illegale eetkraampjes van het trottoir jagen, maar dan nog: Jakarta hééft geen trottoirs. De cijfers die Sitorus geeft zijn verbijsterend: 'Op 7.000 kilometer asfalt telt de stad 540 kilometer stoep: dat is 7 procent. Van die paar stukjes stoep is ook nog eens 80 procent onbruikbaar.' De trottoirs zijn volgebouwd, open rioolgaten, bomen of betonnen palen versperren voetgangers de weg, en de trottoirs worden gebruikt als parkeerplaats of wegrestaurant. De rest is er gewoon zo belabberd aan toe, dat lopen er onmogelijk is. Dus eigenlijk is er maar 108 kilometer bruikbaar trottoir in Jakarta: één kilometer stoep op 65 kilometer weg, oftewel 1,5 procent.
Sitorus is een optimist. De steun van de politie en de aandacht van de media zijn al meer dan hij in zes jaar voor elkaar had gekregen, en er is meer trottoir op komst. 'De gouverneur van Jakarta heeft een target gesteld: 2.600 kilometer trottoir.' De gouverneur die het beloofde zit wel wegens godslastering in de gevangenis. Zijn vervanger lijkt van goede wil, maar die zit er ook nog maar tot oktober. Dan treedt een nieuwe gouverneur aan, en niemand weet nog wat die precies voor plannen heeft.
Echtscheidingen
Op de Jalan Suryopranoto kruipt het verkeer stapvoets langs de stoep, zoals overal in Jakarta, dat volgens een ranglijst uit 2015 het meest belabberde verkeer van de wereld heeft. Motorrijders zitten klem tussen de auto's, die weer klem zitten tussen elkaar. Het verkeer gaat zo traag dat verkopers te voet de rijen langslopen met kroepoek en roodwitte vlaggetjes. De huid van de verkopers en de motorrijders is dof en grauw van de eeuwige smog. Hun ogen staan dof.
Uitputting is volgens de politie de belangrijkste oorzaak van de talloze ongelukken met motoren. Pendelaars brengen niet zelden drie tot vier uur per dag door in de file. Zelfs huwelijken schijnen eronder te lijden: het aantal echtscheidingen neemt toe en een krant opperde onlangs dat dit komt doordat de echtelieden alleen nog maar in de file staan.
De gedachte aan een gedisciplineerd verkeer is hier een luxegedachte. Als een motorrijder een open stuk stoep ziet opdoemen duikt hij erop, zo simpel is het. 'Meneer, de stoep is er alleen maar voor voetgangers', roepen de actievoerders. De meeste motorrijders berusten. Wat kunnen zij anders. Op de vraag waarom ze over de stoep rijden zeggen ze zonder uitzondering macet, 'file', het woord waarmee heel de zooi van de metropool wordt samengevat. Zwijgend hijsen zij hun motor van de hoge stoep terug de file in.
Sitorus viert het elke keer als een kleine overwinning. Hij staat er alleen voor en is blij als de roep werkt. Hij heeft al twee weken geen politie meer gezien. 'Die kwamen alleen op de eerste dag, toen de televisie er was.' Hij zegt het als een simpele constatering, en dat is het ook. Niemand in Jakarta verwacht ooit iets van de politie.
Het mooie trottoir van de Jalan Suryopranoto loopt na tweehonderd meter dood bij een kruispunt met gordiaans verkeer. Agenten met gele plastic vestjes proberen tevergeefs de vastgelopen auto's weer op gang te wuiven. Behalve wuiven doen zij niets. Polisi Dada worden zij genoemd: dagdagpolitie.
Sitorus weet het. Hij weet dus ook dat, als hij straks met zijn ploegje is vertrokken, de stoep gewoon weer vogelvrij zal zijn. Maar het is een begin.
Volkskrant