Het leven van Karel en Marie, in een koffer uit Nederlands-Indë16-09-2017 Henk de Vries Friesland
De familie Von Ende met zes kinderen aan boord van de Sibajak in 1959 in de haven van Jakarta. Marie von Ende is zwanger van haar kind dat in Nederland geboren zal worden. Jan is al in Nederland. Het schip zou hierna nog een keer naar Australië varen met Nederlandse emigranten. Daarna werd het in 1959 in Hongkong gesloopt. In 1959 in de haven van Jakarta op het schip 'Sibajak', v.l.n.r. Margareth, Barbara, moeder Marie, Gina, Tony, Rudi en Maud.In de periode 1945-1965 vertrokken meer dan 350.000 ontheemden noodgedwongen uit Indonesië, onze voormalige kolonie in de oost. Onder hen waren ook Karel en Marie von Ende-von Mansfeldt en hun kinderen, die in 1959 in Leeuwarden een nieuw bestaan opbouwden.
Otto von Ende is de jongste zoon uit het gezin van Karel en Marie von Ende-von Mansfeldt. Zijn ouders hebben nooit iets verteld over de hectische periode uit hun leven in Nederlands-Indië. Zowel Karel als Marie verbleven er een tijd in kampen, onder gruwelijke omstandigheden. Bij hun vertrek naar Nederland zat er bij hun bagage een koffer vol documenten en foto’s van hun hectische periode overzee.
De koffer bleef jarenlang zoek, totdat hij na veel omzwervingen terechtkwam bij Otto. Die maakte hem open en aan de hand van wat hij aantrof, aangevuld met informatie uit het Nationaal Archief en het Nederlands Instituut voor Oorlogsdocumentatie (NIOD), maakte hij een reconstructie van het leven van Karel en Marie en hun tien kinderen.
Trouwfoto Karel en MarieFriedrich von Ende genoot een militaire opleiding in het Pruisische leger. Door een conflict met een andere officier vluchtte hij naar Nederland. Hier konden ze getrainde militairen goed gebruiken want het was onrustig in de kolonie, hetgeen leidde tot de Javaanse Oorlog (1925-1930). Friedrich trad in dienst van het Oost-Indische leger en toen de wind gunstig was, vertrok hij in 1824 vanaf de rede van Texel met het zeilschip de Franklin naar Indië.
Daar werd hij na aankomst, vier maanden later, overmand door heimwee, hetgeen bleek uit een emotioneel gedicht dat hij aan zijn zuster schreef. Maar hij kreeg gezelschap van een broer en langzamerhand raakte hij thuis in Indië. Generaties later, de Von Endes hebben zich inmiddels ‘vermengd met het inheemse ras’, werd in 1906 op een suikerplantage in Oost-Java, Karel von Ende geboren.
SuikerDe wapenrok had plaats gemaakt voor suiker. Rietsuiker was economisch zeer belangrijk geworden. Karel koos voor een technische opleiding in Surabaya en na enkele banen kreeg hij een oproep voor de dienstplicht in het Koninklijk Nederlandsch Indisch Leger (KNIL). Na zijn diensttijd werd hij technicus op een suikerfabriek. Daar ontmoette hij zijn liefde Marie von Mansfeldt, dochter van een eigenaar van een vruchtensapfabriekje bij Semarang.
Wegens de Japanse dreiging wordt Karel gemobiliseerd en in Soerabaja geplaatst om de marinehaven te verdedigen. Marie is dan in verwachting van hun tweede kind. Op zijn verjaardag, 8 maart 1942, wordt Karel gearresteerd en op dezelfde dag capituleert Indië. Na een verblijf in kampen op Java wordt Karel via het verzamelkamp Changi in Singapore getransporteerd naar Japan.
De zware arbeid in de koude en donkere loodmijnen van Nagoya eist zijn tol. Honderd van de driehonderd kampgenoten laten het leven. In het kamp schrijft Karel een brief naar Marie en vraagt haar of hun tweede kind een zoon of een dochter is en informeert ook naar zoon Jan. Nadat Amerika met twee atoombommen Japan op de knieën krijgt, kan een zeer verzwakte Karel via de Filipijnse hoofdstad Manilla weer terugkeren naar zijn geboorteland.
Karel en Mary noemden elkaar in hun brieven Kay en Keet. Post die de kampen binnenkwam werd gecensureerd. Uitgaande brieven moesten in het Engels worden geschreven. Die brieven bevatten meestal standaardteksten die door de Japanners werden geschreven, zoals 'Het gaat hier goed', 'Houd geloof in God' en 'Het staat hier mooi in bloei'.Maar daar is de situatie erg veranderd. De nationalisten hebben de zelfstandige republiek Indonesië uitgeroepen en op Java worden op dat moment door de Engelsen geen KNIL-militairen geduld. De verzwakte Karel moet in een ziekenhuis in Balikpapan op het eiland Borneo op krachten komen. Terwijl in Nederland de bewoners bevrijd zijn, breekt er in Indië een moeilijke tijd aan.
Marie, die de oorlog buiten de Jappenkampen heeft doorgebracht, moet met de kinderen en familie uit angst voor de revolutionairen haar ouderlijk huis ontvluchten en wordt in verschillende kampen ondergebracht die bescherming moeten bieden.
In 1947 worden Marie en Karel eindelijk weer herenigd en kunnen ze trouwen. Ze hebben hun huwelijk steeds moeten uitstellen. Medio jaren vijftig verhuist het gezin naar Soerabaja en Karel wordt daar chef machinist bij een palmoliefabriek. Maar het leven wordt steeds moeilijker voor de Indische Nederlanders. Als de Nederlandse regering Nieuw Guinea niet wil afstaan, leidt dat tot een decreet van Soekarno op 5 december 1957 dat ook wel bekendstaat als de ‘Zwarte Sinterklaas’.
Alle Nederlanders en bedrijven moeten het land verlaten. Karel krijgt op zijn persoonsbewijs de vermelding ' orang asing', hetgeen 'vreemdeling' betekent. Vreemdeling in eigen land! De kinderen kunnen alleen nog onder geleide naar school en ze mogen in veel winkels niets meer kopen. Zoon Jan wordt regelmatig bedreigd, hij vertrekt in 1958 alleen naar Nederland. De rest van het gezin volgt in mei 1959.
Als Marie op het motorschip de Sibajak zit is ze enkele maanden zwanger van haar achtste kind dat in het nieuwe land het levenslicht zal zien. In Rotterdam staan bussen klaar die de passagiers naar diverse opvangadressen in Nederland brengen. Aan Karel wordt gevraagd waar hij naartoe wil. Hij kent de kaart van Nederland uit zijn hoofd en wil graag naar Midden-Nederland want van daaruit kan hij zijn familie bezoeken. Het gezin wordt naar een bus gedirigeerd. Die stopt uren later in… Leeuwarden.
VeemarktDe familie Von Ende komt in het contractpension van Goes aan de Lange Marktstraat. Op de eerste vrijdag zien ze tot hun grote verrassing duizenden koeien voor hun deur. De grootste veemarkt van Nederland! Op die dagen is de benedenverdieping van het pension het domein van sigarenrokende boeren en handelaren. Na enkele weken, Jan heeft zich dan ook met hen herenigd, kunnen ze een plaats krijgen op de bovenverdieping van het woonhuis van de familie Goes aan de Westersingel, naast het huis van de familie Mak, met zoon Geert, nu een bekende schrijver.
Dan valt een brief op de deurmat die bestemd is voor Karel von Ende. Een welkomstbrief? Nee, het Ministerie van Maatschappelijk Werk eist dat er 6968 gulden wordt betaald in verband met kosten van de overtocht en kleding. In september wordt in de kraamkliniek aan het Schapendijkje Otto geboren en vanaf dat moment wonen ze met hun tienen op drie kamers. Maar in december 1959 krijgen ze een zelfstandige flatwoning aan de Tjalkstraat in Leeuwarden, in een buurt waar meerdere Indische mensen worden ondergebracht.
Een familielid van Marie van Mansfeldt nam rond 1930 een byouteriedoosje mee naar Semarang met een afbeelding van een toren daarop. Bij de emigratie in 1959 werd dit presentje in de koffer meegenomen. Toen ze enkele jaren in Leeuwarden woonden herkenden ze het tafereeltje op het doosje. Het was de Bonifatiustoren
De gemeente heeft opdracht gekregen van het Ministerie van Maatschappelijk Werk om minimaal 5 procent van de nieuwe woningen op te leveren aan Indische Nederlanders. Met de verhuizing groeit ook de schuld aan de Nederlandse staat van Karel en Marie, want ook het meubelvoorschot moet worden terugbetaald. De Nederlandse onderdanen die trouw waren aan de vlag en daarbij geestelijke schade hebben opgelopen worden nog eens opgezadeld met torenhoge schulden.
Gelukkig heeft Karel snel weer werk en kan het gezin ondanks alles goed integreren in de Nederlandse samenleving. In 1979 demonstreert Karel met enkele honderden lotgenoten in Den Haag omdat er nog nooit achterstallige soldij is betaald.
Hun eisen worden niet ingewilligd en in de herfst van 1980 overlijdt Karel op 74-jarige leeftijd. Hij ligt begraven op de Noorderbegraafplaats in Leeuwarden.
LC