Nederlandse militairen noemden het 'godsgericht', gedwongen gevechten tussen Indiërs waarna ze de verliezer doodschoten
Tineke Bennema en Yvonne Rieger-Rompas– 11:02, 25 januari 2018
Hoge Nederlandse militairen hebben tijdens de Indonesische Onafhankelijkheidsoorlog (1945-1949) tweegevechten georganiseerd tussen inwoners van het toenmalige Nederlands-Indië die ze verdachten van verzet. Wie verloor, kreeg de kogel.
Wie won, werd beloofd te worden gespaard. Wie verloor, kreeg de kogel. Elf nabestaanden, afkomstig uit drie dorpen in Zuid-Sulawesi waar de gevechten plaatsvonden, maken nu een zaak aanhangig tegen de Nederlandse staat.
De tweegevechten werden al genoemd in een rapport dat de juristen C. van Rij en W. Stam opstelden in opdracht van de regering over wandaden in Zuid-Sulawesi. Dit rapport uit 1954 verdween in een la, net als de Excessennota uit 1969. De gedwongen man-tot-mangevechten zijn daardoor niet eerder breed onder de aandacht gekomen.
Onderzoekers Tineke Bennema en Yvonne Rieger-Rompas hebben nu vier gevallen in kaart gebracht. Zij vonden ook nabestaanden en getuigen in Indonesië.
Naast deze vier gevallen maakt het rapport van Van Rij en Stam melding van twee andere gevechten, wat het totale aantal op minimaal zes brengt. Nederlandse soldaten noemden de duels destijds 'godsoordeel' of 'godsgericht'.
Het rapport van Van Rij en Stam noemt twee hoge militairen die verantwoordelijk waren voor de gevechten: de beruchte kolonel Raymond Westerling en kapitein Berthold Eduard Rijborz. Rijborz kreeg in 1947 een hoge militaire onderscheiding wegens moedig gedrag.
De elf nabestaanden willen de zaak nu aanhangig maken vanwege de tweegevechten, het geweld en de massa-executies daaromheen. Zij worden bijgestaan door advocate Liesbeth Zegveld. Zij zal een brief schrijven aan de staat waarin zij de zaak aan de orde stelt. Mocht de staat de affaire terzijde schuiven en de nabestaanden niet tegemoet willen komen, dan zal er een rechtszaak volgen, zoals in het verleden telkens gebeurde met dergelijke zaken door nabestaanden aangespannen.
Vechten voor je leven
Een van de elf nabestaanden die de zaak aanhangig maakt, is de 80-jarige Ambo Asse, die nog steeds in het bergdorpje Lisu woont, omringd door bos en rijstvelden. Hij is lang, tandeloos, met een scherpe blik achter een zwarte bril.
Het staat in zijn geheugen gegrift: als tienjarige is hij getuige van een tweegevecht en massamoord in het dorp op 7 februari 1947.
Lees verder bij Trouw