Ramp met de Junyo Maru: 5600 doden65 jaar geleden getorpedeerd door de Engelsen
Route van de Junyo Maru 18 september 1944: een Engelse onderzeeboot torpedeert een Japans vrachtschip, de Junyo Maru. Er komen maar liefst 5600 mensen om, onder wie veel Nederlanders. Bekijk over deze ramp een indringende
uitzending van Andere Tijden.
Het Japanse slavenschip de Junyo Maru was afgeladen met vooral Nederlandse krijgsgevangenen en Javaanse dwangarbeiders. Zij werden verscheept voor de bouw van de Pakan Baroe-spoorweg op Sumatra. Onderweg werd de Junyo Maru door een Britse onderzeeër getorpedeerd. Met 5620 doden als gevolg was deze torpedering destijds de grootste scheepsramp aller tijden. Andere Tijden maakte van de ramp een aangrijpende reconstructie.
In de nacht van 15 op 16 september bereidt een groep van 1600 gezond verklaarde mannen zich voor op een transport. Waar de reis naar toe gaat is onbekend. Het grootste deel van de groep bestaat uit leden van de vroegere Stadswacht van Batavia en gevangen genomen Engelse, Australische en Amerikaanse militairen. Daarnaast maken burgers en personeelsleden van de koopvaardij deel uit van de groep. Ook ruim driehonderd KNIL-militairen (Nederlanders, Ambonezen en Menadonezen) zijn door de Japanners geselecteerd.
Willem Punt, matroos op de koopvaardij, is eveneens in de voormalige kazerne ondergebracht. Hij heeft al veel omzwervingen over de wereld gemaakt, werd in Indië overvallen door de Japanse invasie in maart 1942 en is min of meer bij toeval in het kamp beland.
Op vrijdagmorgen 15 september jagen Japanners de gevangenen naar de boot toe. De Nederlandse krijgsgevangene Willem Punt ziet het allemaal aan en zegt tegen zijn vriend Leen Sloot: ‘We moeten langzaam lopen want dan komen we waarschijnlijk op het dek terecht in plaats van in het ruim.’ Dit lukt.
Op zaterdag 16 september 1944 om 15.00 vertrekt de Junyo Maru vanuit de haven van Batavia, Tandjoeng Priok in noordwestelijke richting. In totaal zitten er bij vertrek 1100 Nederlandse, ongeveer 1100 Britse en Amerikaanse krijgsgevangenen en 4200 Javaanse contractarbeiders aan boord. Daarnaast vermoedelijk 100 Japanners die de reis begeleiden.
Maandagmiddag 18 september om negen voor vier, doet een zware explosie het hele schip schudden. Willem Punt: ‘De torpedo sloeg midscheeps in. Ik werd door de klap van de latrines weggeschoven en belandde ergens midden op het schip’
Delen van het schip vliegen de lucht in. Het is doodstil aan boord; iedereen lijkt zijn adem in te houden. Om paniek te voorkomen roept de Japanse kapitein van het schip door de luidsprekers dat de motoren zijn uitgevallen. Maar na enkele ogenblikken wordt het schip voor de tweede keer getroffen. Aan de stuurboordkant.
Alex Bloem, een overlevende van de ramp, weet na de tweede explosie zeker dat het schip beschoten is en staat aan dek te kijken naar de mensen die her en der over boord springen. Hij twijfelt. Want hij kan niet zwemmen en weet niet wat er gebeurt als hij de Indische Oceaan in springt. Dan hoort Bloem een stem achter zich die zegt: ‘Toe maar, spring maar. Het komt wel goed.’
Uiteindelijk verdwijnt de Junyo Maru met donderend geraas in de golven, vijftien kilometer ten westen van Bengkulu voor de westkust van het Indonesische eiland Sumatra. Ruim 5600 mensen komen om het leven. Andere Tijden sprak met overlevenden van de ramp. Luister naar de
indringende verhalen van Willem Punt en Alex Bloem.
Vrijdagmiddag 18 september 2009 om 14.30 is diezelfde Willem Punt te gast in de Kumpulan van Bronbeek te Arnhem voor de presentatie van het boek ´Op dood spoor´, van historicus Henk Hovinga. Hovinga schrijft hierin over de aanleg van de Pakan Baroe-spoorweg in Sumatra en geeft tevens een diepgaande reconstructie van de Junyo Maru.
geschiedenis.vpro.nl