De octopus en zijn draagbare kokosnoot
Inktvis gebruikt gereedschap (slim voor een ongewervelde!)
Hij had nog nooit zo hard gelachen onder water, zei zeebioloog Julian Finn. Hij doelde hierop.
De octopus klemt de kokosnootdoppen, die bijna net zo groot zijn als hijzelf, tussen acht armen. Met de puntjes van zijn armen – het enige deel dat nog vrij is als hij de schil vast heeft – trippelt hij over de zeebodem.
Hoe onhandig dat er ook uitziet, het is wel bijzonder dat een ongewerveld dier zoiets kan, schrijft de wetenschapsredactie.
De octopussen gebruiken de schillen, die door mensen zijn weggegooid, als schuilplaats. Het artikel van Finn verscheen gisteren online in Current Biology.
Finn werkt bij het Museum Victoria in Australië. Hij onderzocht de afgelopen tien jaar octopussen voor de kust van de Indonesische eilanden Sulawesi en Bali. Vijfhonderd uren duiken heeft hij erop zitten, tussen twintig octopussen van de soort Amphioctopus marginatus.
In die periode, tussen 1999 en 2008, zag hij vier keer een octopus die dit merkwaardige gedrag vertoonde. Hij ontdekte dat de octopussen ook kokosnoten uit het zand opgraven door ze met waterstralen schoon te spuiten. Ze nemen de schillen mee om er op een later moment in te schuilen. De auteurs bestempelen het gedrag van de octopus als werktuiggebruik, iets wat niet eerder bij ongewervelden is waargenomen.
Het lopen met de schillen is voor de octopus onhandig en zelfs gevaarlijk. De schil zit hem tijdens het verplaatsen alleen maar in de weg. Hij pakt de kokosnoten dus expres op, voor later gebruik. Dat duidt op planning en dat is een hoge cognitieve vaardigheid. Bij andere octopussen was al wel gezien dat ze stenen rangschikken om hun schuilplaats te barricaderen.
NRC next