Op bezoek bij de armen van Jakarta

Op bezoek bij de armen van Jakarta
door onze correspondent Esther de Jong. maandag 11 januari 2010 | 09:07 | Laatst bijgewerkt op: maandag 11 januari 2010 | 09:12



Joanne Higgins is op bezoek bij Eny, die in een sloppenwijk woont. 'Het is voor mij belangrijk dit met eigen ogen te zien.' foto Esther de Jong/GPD

JAKARTA - De straatjes van Luar Batang zijn nauw, kinderen rennen op blote voeten rond, moeders staan met hun baby's in de 'slendang' te kletsen.

De meeste mensen in deze sloppenwijk leven van 1,5 euro per dag of minder. Stromend water en riolering ontbreken, de meeste vaders zijn dagloner of werkloos.

Joanne en Ken Higgins zitten wat onwennig achter het huis van de 38-jarige Sri, die zoals veel Indonesiërs geen achternaam heeft. De meegebrachte flesjes 'tehbotol', gebottelde thee, worden gretig leeggedronken.

De Australiërs lopen mee met een toer door de sloppenwijken van Jakarta. De stoeltjes zijn gammel, de stank van de rivier bijna ondraaglijk. Sri's maandelijkse inkomen is zo'n 75 euro, een bedrag dat het echtpaar uitgeeft aan een hotelovernachting.

De blanke bezoekers trekken veel aandacht, het duurt niet lang of een grote groep kinderen zwermt om de toeristen heen. Moeder Yati staat op een hoek te kijken. Dat blanken speciaal naar de wijk komen om armoede te zien stoort haar niet, integendeel: ze vindt het leuk. De problemen die Yati heeft zijn niet op te lossen door bezoekjes van rijke mensen, zegt ze: "Wij willen werk, goede scholing en de prijs van rijst moet naar beneden." Het verschil tussen arm en rijk is groot in Jakarta. In de schaduw van luxueuze shoppingmalls liggen enorme sloppenwijken, waarin meer dan de helft van de bevolking woont. Met een werkloosheid van 10 procent behoort de archipel tot een van de armste landen in Zuidoost-Azië.

Ronny Poluan probeert met zijn rondleiding door de armste wijken van Jakarta iets te doen aan de oneerlijke verdeling. "De regering probeert Indonesië op zijn mooist te presenteren aan toeristen, maar niets is minder waar. Er zijn hier zoveel arme mensen." Door ontmoetingen te realiseren tussen arm en rijk hoopt hij dat er een band ontstaat tussen de twee groepen. "Rijke mensen kunnen de armen helpen, maar andersom ook. Arme mensen zijn vaak veel sterker dan de rijken."

De iets meer dan 35 euro per persoon, die Poluan rekent voor deelname aan de tochten wil hij investeren in de buurten die hij bezoekt. De mensen die hun deuren openen voor de toeristen krijgen een kleine vergoeding van Poluan.

Wardah Hafidz van het Armenconsortium in Jakarta noemt de rondleiding door de sloppenwijken stuitend: "Het is toch geen dierentuin? Hierdoor verwachten arme mensen dat ze alleen maar hun hand op hoeven te houden wanneer ze blanke mensen zien."

BN/deStem