bron: NIOD
25.1.2010
Onderzoek naar populaire muziek in Zuidoost Azië in de twintigste eeuw
Moderniteit leidde evenals elders in de wereld ook in het twintigste-eeuwse Zuidoost Azië tot vurige debatten. Het project 'Uitingen van moderniteit: populaire muziek in Zuidoost Azië in de twintigste eeuw en de opkomst van een nieuw publiek' onderzoekt aan de hand van populaire muziek wat moderniteit behelsde in koloniaal en postkoloniaal Zuidoost Azië. Populaire muziek ontlokt bij uitstek discussies over moderniteit door het vaak hybride en grensvervagende karakter van muziek, de rol van een muziekindustrie en de verspreiding van muziek onder grote groepen via mediatechnologieën zoals de grammofoon, de radio, audiocassettes en het internet.
'Uitingen van moderniteit: populaire muziek in Zuidoost Azië in de twintigste eeuw en de opkomst van een nieuw publiek' is een samenwerking tussen het KITLV, het NIOD en het Instituut voor Antropologie en Ontwikkelingsociologie van de Universiteit van Leiden. Het project heeft een looptijd van vier jaar en wordt gesubsidieerd door het NWO. Het KITLV treedt op als gastinstituut.
De aandacht gaat uit naar culturele pioniers die door hun vernieuwende creatieve en commerciële activiteiten, hun rolmodellen en gerelateerde levensstijl conventionele sociale verbanden van klasse, rang, stand, etniciteit, en religie doen vervagen, ter discussie stellen of vorm geven. Door verschillende culturele bronnen en conventies aan te boren, door deze te combineren, en handig gebruik te maken van mediatechnologie, staan deze personen vaak bekend als de gangmakers van populaire cultuur. De opkomst en ondergang van deze artiesten en het aanboren van telkens een nieuw publiek lijken in elke generatie en in verschillende contexten vragen op te roepen over wat nu 'traditie' en 'goede' smaak behelst en wat als sociaal wenselijk wordt aangemerkt. Populaire muziek is daarmee, vaak onbedoeld, een speelveld waarin niet alleen het nieuwe wordt verkend en moderniteit wordt betwist, maar waardoor een nieuw publiek ontstaat en sociale grenzen worden gemarkeerd of vervagen.
Het is deze spannende driehoeksverhouding tussen moderniteit, populaire muziek en sociale verbanden die wij in historisch en vergelijkend perspectief onderzoeken om belangrijke sociaal-culturele veranderingen in Zuidoost Azië in de twintigste eeuw bloot te leggen. Wat kan populaire muziek ons vertellen over moderniteit, hoe hangt dit samen met nieuwe sociale verbanden of identiteiten zoals opkomende urbane klassen, vrouwen, etnische- en religieuze- groeperingen of migranten in verschillende urbane centra in de regio? Door aandacht te besteden aan de aantrekkingskracht en uiting van moderniteit via populaire muziek in kosmopolitische centra in de regio wordt een nieuwe invalshoek op de geschiedenis van Zuidoost Azië geboden, een alternatief voor het vaak gehanteerde natiestaat gebonden perspectief. De nationalistische getinte geschiedschrijving is sterk geneigd dergelijke historische processen en grensoverschrijdende cultureel vernieuwende praktijken van actoren en hun publiek te verwaarlozen. Hun belangrijke bijdrage aan maatschappelijke en culturele verandering wordt onderschat of genegeerd.
We richten ons op vier kritieke tijdsgewrichten wanneer technologische vernieuwing, creatief menselijk handelen en de consumptie van nieuwe muziekstijlen samenkomen in de maatschappelijk zeer gedifferentieerde urbane centra van Zuidoost Azië en aanleiding geven tot belangrijke culturele veranderingen en discussies over moderniteit:
1) the Jazz Age (1920-1950s)
2) Jeans, Rumba and Electric Guitars (1950s-1960s)
3) Cassette Traditions (1970s-1980s)
4) Pop, Politics and Piety in the Digital Age (1990s-2000)
De projecten richten zich ieder op specifieke urbane omgevingen zoals Jakarta, Singapore, Kuala Lumpur en Manilla. Subproject 1 beslaat de periode 1920-1950, wat samenvalt met de overgang van de laatkoloniale periode naar dekolonisatie en de start van een nieuwe natiestaat. De subprojecten 2 tot en met 4 beslaan de periode 1970 - tot heden wat samenvalt met de overgang van een centralistisch autoritair regime naar decentralisatie en democratie.
Projectleiding: Prof. Henk Schulte Nordholt en Prof. Patrica Spyer. Senior onderzoekers en project coördinatoren: Dr. Bart Barendregt en Dr. Peter Keppy. Vacature promotieplaats:
Sub project 3 biedt een promotieplaats.
Een promotieplaats voor sub project 2 wordt overwogen. Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Bart Barendregt: tel: +31(0)71 5273475.
Nieuwsbank