'Indonesisch leger kapt illegaal bomen'
29 januari 2010 (MO) - Volgens een studie van het Centrum voor Oost-Aziatische Samenwerking Studies (CEACoS) van de Universiteit van Indonesië is het leger in grote mate betrokken bij de illegale boskap die het land teistert. De studie werd gedaan in de provincie Oost-Kalimantan op het Indonesische deel van Borneo.
De voorzitter van het CEACoS, Irta N. Mursitama, vertelde aan de Jakarta Post dat het gaat om een structureel probleem. ‘Van soldaten tot bevelhebbers: iedereen kreeg een deel van de opbrengst.’
Volgens het rapport zijn er drie manieren waarop de hogere rangen bijdragen tot het illegaal kappen van woud. De eerste groep krijgt een aandeel in de opbrengsten van hun ondergeschikten. De tweede heeft nauwe contacten met de “cukong”, eigenaars van grote houtbedrijven. Als laatste groep zijn er ook officieren die rechtstreeks in de houtkap investeren.
Admiraal T.H. Soesetyo, hoofd defensie van het Directoraat Generaal van Verdedigingsstrategie bij het ministerie van Defensie, gaf aan de Jakarta Post toe dat sommige militairen betrokken waren bij illegale houtkap. Hij weigerde echter te zeggen dat het door het leger gestimuleerd werd.
‘Het leven dichtbij de grens kan zeer moeilijk zijn voor de soldaten. Hun loon is niet goed genoeg om in die gebieden te leven, zeker omdat levensmiddelen zo duur zijn.’ Admiraal Soesetyo wees er ook op dat het leger al soldaten gestraft heeft die zich bezighielden met illegale houtkap. Oost-Kalimantan is de tweede grootste provincie van Indonesië en grenst aan de provincies Sabah en Sarawak van buurland Maleisië. Het onderzoek liep van 1999 tot en met 2006.
IPK’s
Ondanks de belofte van de herkozen president Yudhoyono om de wijdverspreide corruptie in het land tegen te gaan in de eerste honderd dagen van zijn tweede ambtstermijn, tiert de corruptie nog welig. Gisteren (donderdag) betoogden in verschillende steden een duizendtal mensen tegen het breken van die belofte.
Corruptie is één van de twee manieren die het leger gebruikt volgens de studie. Het leger zorgt er voor dat houtkapbedrijven vergunningen krijgen van de overheden, in ruil krijgen ze geld of zelfs aandelen in de bedrijven.
De andere manier is het misbruik van herbestemmingsvergunningen (IPK), die worden uitgereikt door het ministerie voor Wouden of lokale bosagentschappen. Militaire coöperaties die zulke IPK’s bezitten, huren vaak lokale mensen in om het hout te kappen en te verkopen aan privéondernemingen.
Legerbedrijven
Het rapport is niet de eerste aanval op het leger inzake illegale houtkap. In januari publiceerde de ngo Human Rights Watch een rapport over de militaire aanwezigheid in Indonesische bedrijven.
‘Het leger speelt een prominente rol in grote houtkapoperaties die gemeenschappen van hun voorvaderlijke gronden hebben verdreven en die ongebreidelde illegale houtkap voeden. Militairen die bedrijven beschermden, kregen cash geld ,wat grote bezorgdheden qua corruptie opwerpt’, stelt het rapport.
Het Indonesische leger heeft traditioneel sterke banden met het bedrijfsleven. De opbrengsten ervan zorgen dat het leger een onafhankelijk inkomen heeft naast de budgetten van de overheid. Mensenrechtenorganisaties klagen al langer over de commerciële activiteiten van het leger. Ze vinden dat het systeem de deur wijd open zet naar corruptie en dat het leger zo te veel macht heeft over de economie.
Het Indonesische parlement beval de regering in 2004 de officiële bedrijven van het leger over te nemen of te doen stoppen. Ze kreeg daarvoor vijf jaar de tijd. Eind 2009 werd echter duidelijk dat de regering nog niets veranderd had aan de gang van zaken.
MO