Politie kleurt langzaam maar zeker bijVan onze verslaggever Noël van Bemmel op 12 april '10, 07:21, bijgewerkt 12 april '10, 07:44
Politiecommissaris Max Daniel (Harry Cock/ de Volkskrant) AMSTERDAM - Max Daniel had zich altijd Nederlander gevoeld, totdat hij zich als 19-jarige knaap bij de Politie-academie meldde. ‘Kun jij wel zwemmen?’, wilde een sportinstructeur weten. Een vreemde vraag voor een jongen wiens ouders van Indonesië naar Nederland verhuisde toen hij anderhalf was.
‘Het was ook de tijd van de Molukse kapingen. Toen bleek al dat de gemiddelde Nederlander – en dus ook de gemiddelde agent – zijn eigen geschiedenis slecht kent.’ Daniel kreeg dus onplezierige opmerkingen naar zijn hoofd. ‘Zelfs bij het vertellen van Turkengrappen zeiden collega’s: o, sorry Max, ik zag je even niet zitten.’
Als jonge inspecteur en later als hoofdinspecteur merkte Daniel dat nieuwe allochtone collega’s naar hem toekwamen voor advies. ‘Ik legde hen uit dat je soms moet meebuigen en soms een opmerking moet rechtzetten. Vaak worden pijnlijke dingen gezegd door een gebrek aan kennis.’
Letty Demmers
Aan de andere kant van Nederland, zwaait zij-instromer Letty Demmers de scepter over het politiekorps Zeeland. Haar benoeming begin 2009 is een tweede voorbeeld van de manier waarop de politie probeert diversiteit in de top op te krikken. ‘Ik was burgemeester, net weer benoemd voor zes jaar en had het prima naar mijn zin’, zegt Demmers. Maar toen een bevriende hoofdcommissaris haar vroeg over te stappen, sprong ze in het diepe. Zij liep negen maanden stage bij diverse diensten, met behoud van salaris, en moest daarna gewoon solliciteren.
Volgens Demmers is de politie nog altijd te veel naar binnen gericht. Het aantrekken van zij-instromers levert volgens haar voordelen op in een tijd dat vele instellingen en overheidsdiensten samenwerken om bijvoorbeeld huiselijk geweld of hangjongeren aan te pakken. ‘Ik ken beide werelden. Dat leidt tot een gelijkwaardiger samenwerking.’
Nadelen
Er zijn ook nadelen, erkent Demmers. Zelf heeft de korpschef nooit een huiselijk conflict hoeven sussen als jonge agent, een moord opgelost als rechercheur of een rel neergeslagen als operationeel commandant. ‘Daarom heb ik een ervaren plaatsvervanger. Zij vertelt me als een plan niet kan en als ik iets niet weet, dan vraag ik het.’
De pas tot plaatsvervangend korpschef van Friesland benoemde Daniel heeft begrip voor blanke mannelijke collega’s die zich gepasseerd voelen. Hen wordt uitwisselingsprogramma’s en trainingen geboden, maar hun kans op promotie is gehalveerd. De veelgehoorde conclusie dat daardoor ook de kwaliteit van de politie daalt, vindt Daniel kortzichtig.
‘De kwaliteit van de politie daalt juist, omdat wij te traag reageren op veranderingen in onze samenleving’, stelt Daniel. Volgens hem zijn er buurten in Nederland waar de politie niets meer van begrijpt. ‘Onze legitimiteit staat op het spel. De politie moet weer een afspiegeling worden van de maatschappij.’
Volkskrant