14-04-2010
'Er is nalatigheid gepleegd'
Hierbij betuig ik mijn bijval voor het artikel 'Er is nalatigheid gepleegd!' (De Groene Amsterdammer, 11 maart).
Lizzy van Leeuwen stelt daarin terecht aan de kaak dat de wetenschappers die de oproep in NRC Handelsblad over de Indonesische onafhankelijkheidsdatum hebben ondertekend zich nooit hebben ingespannen om de regering te wijzen op de nog steeds niet opgeloste 'Indische kwestie' (de zogenaamde backpay en de niet-vergoede oorlogsschade). Nederland is het enige westerse land dat zijn Indische ambtenaren en burgers nooit heeft gecompenseerd voor deze verliezen, maar beroept zich internationaal op zijn respect voor de mensenrechten en de vervolgden.
Ook de constatering van Lizzy van Leeuwen dat de Nederlandse historici zich nooit veel gelegen hebben laten liggen aan een serieuze studie van de Indische Nederlanders in en buiten Nederland en de gevolgen van de mislukte dekolonisatie voor hen is de spijker op z'n kop. Door het Niod is met geld van Het Gebaar in de periode 2002-2006 een studie naar deze dekolonisatie verricht, die enkele boeken heeft opgeleverd van hoog academisch niveau, maar zonder enige relevantie voor de Indische gemeenschap. Het Indisch Platform had daar wel op aangedrongen, maar de toenmalige directeur van het Niod achtte een onderzoek naar de backpay-problematiek en de oorlogsschade meer iets voor accountants. Pas na indiening van een petitie bij de Tweede Kamer door het Indisch Platform werd alsnog door de regering een additioneel bedrag van 1,9 miljoen euro beschikbaar gesteld aan het Niod, hetgeen inmiddels twee studies heeft opgeleverd naar de backpay-problematiek respectievelijk de oorlogsschade. Deze zijn nu onderwerp van discussie tussen parlement en regering enerzijds en het Indisch Platform anderzijds.
Een ander bewijs voor Van Leeuwens stelling is het feit dat er tot 2005 geen enkele studie is verschenen naar een ingrijpende gebeurtenis als de bersiap, die duizenden Indische Nederlanders het leven heeft gekost in de periode 1945-1946. De gezamenlijke Nederlandse historici vermeden dit en andere dekolonisatie-vraagstukken uit kennelijke angst voor reputatieschade in het toenmalige heersende politieke klimaat. Toen ik met mijn studie over de bersiap een aantal knaw-instellingen benaderde, waaronder het kitlv, was er geen enkele belangstelling om het te publiceren. Het boek (Bersiap! Opstand in het Paradijs) is uiteindelijk op commerciële basis in 2005 uitgegeven door Walburg Pers en is nu toe aan de derde druk. Het was de eerste Nederlandstalige historische studie betreffende de bersiap, verschenen zestig jaar na de beschreven gebeurtenissen. In die periode zijn de vele aspecten van de Indonesische vrijheidsstrijd waaronder de bersiap inmiddels wel bestudeerd door Amerikaanse, Britse en Australische historici.
Ik stel mij dan ook geheel achter Van Leeuwens oproep aan postkoloniale Nederlanders om van vroeger te getuigen in woord, daad en geschrift. Deze brief is daar een poging toe.
DR. H.TH. BUSSEMAKER
De Groene Amsterdammer