Vaarwel Pansmei 11, 2010
Op maandag tien mei vernam ik het droevige nieuws dat Pans Schomper op 83-jarige leeftijd de zondag daarvoor is overleden.
Pans kwam al jarenlang zeker twee keer per jaar naar de plaats van zijn jeugd in Lembang, West-Java. Hier groeide hij op als tiener en stond hij bekend als Pans, een Sundanese verbastering van zijn geboortenaam Frans. Pans’s vader was eigenaar van het beroemde Hotel Schomper op de Jalan Menteng Raya, nummer 31 in Batavia. Hier beraamden nationalistische jongeren in 1945 een kortstondige ontvoering van leiders Soekarno en Mohammed Hatta en dwongen hen de proclamatie uit te spreken.
De 83-jarige levensgenieter vertelde altijd zonder aplomp over deze periode waarin hij de maanden na de Japanse capitulatie, zwervend en alleen, veelvuldig aan de dood ontsnapte.
Hij legde zijn ervaringen vast in het boek : ‘Indië Vaarwel. De belofte van de eierboer,’ waarin hij een rauw en realistisch beeld geeft van de Japanse bezetting en de Bersiap-periode. Het boek is is vele malen vertaald, waaronder ook in het Indonesisch en Japans.
Een van de belangrijkste jeugdherinneringen is zijn geboortehuis, het beroemde Hotel Schomper. Pans en zijn dochter werden altijd warm ontvangen door de Jakartaanse museumdirectie in het klassiek koloniale gebouw waar nu het historische museum Gedung Joang 45 is gevestigd. Bij een van de bezoeken was ik ook aanwezig.
Een keurig Javaanse meneer leidde het Nederlandse reisgezelschap rond in het aangenaam koele museum Schomper. Pans had tijdens een eerder bezoek besloten het museum te gaan ondersteunen. De aankoop van een airconditioning was zijn eerste gebaar. Binnen korte tijd had Pans ervoor al gezorgd dat alle videofilms Nederlandse ondertiteling kregen.
Hier in het hotel rende Pans als kind rond en praatte hij met alle wonderlijke gasten in het hotel van zijn ouders. De ruimte ademt de sfeer van het vooroorlogse Batavia in al zijn menselijkheid. Pans was gek op het museum dat ook over een collectie Amerikaanse sleeën beschikt van de toenmalige Soekarno, waaronder een bollide beschadigd door de granaat-aanslag waarbij enkele scholieren omkwamen.
Pans liet zijn entourage van andere bezoekers steevast in tranen achter als hij vertelde over verloren vriendschappen en het weerzien met doodgewaande mensen. Maar Pans kreeg met zijn sierlijke sjaal en jaren zestig-pet ook de lachers op de hand.
Een andere kreet verkondigde hij onder anderen op luide toon toen hij een drukbezochte persconferentie van de Amerikaanse rockband Toto in het toenmalige Hilton Hotel binnenliep. De mond viel open van de bijna honderd aanwezige Indonesische journalisten toen de 80-plusser het beeld inliep en spontaan met de hippe bandleden van Toto ging converseren. Maar de door de wol geverfde journo’s brulden het lachend uit toen Pans zich tot hen richtte met zijn befaamde uitspraak: ‘Everybody Happy!’
Pans had veel meegemaakt, zo bleek ook in zijn boek. Maar het heeft hem nooit gebroken. Na de oorlog zette hij een succesvol bedrijf op dat plastic identiteitspassen, paspoorten en andere producten leverden. Bij een van zijn projecten was zelfs Koningin Beatrix aanwezig.
De laatste keer dat ik hem zag, was in Amsterdam afgelopen januari. Na een smakelijke lunch in het Indische restaurant Sama Sebo bij het Museumplein namen we afscheid. De 83-jarige schrijver en ondernemer nam plaats achter het stuur van zijn witte mercedes-sport en zwaaide terwijl hij richting het Leidseplein reed. Ik herinnerde direct zijn levensmotto: ‘Het leven gaat zoals het gaan moet.’
lepeltak.wordpress.com