24 juni 2010 om 09u35
Judith van der Wel wint Multatuli-prijs deBurenJudith van der Wel, winnares van de essaywedstrijd ‘Beste Multatuli’, houdt in haar brief aan Multatuli
een pleidooi voor een dialoog over de cultuurgrenzen heen.
Multatuli aan het werk in Brussel, vlak bij deBuren. 150 jaar nadat Multatuli ‘Max Havelaar’ publiceerde - zijn aanklacht tegen het Nederlandse koloniaal regime in Indonesië - formuleerden jonge Vlamingen en Nederlanders een geëngageerde vraag aan Multatuli. De 26-jarige Amsterdamse Judith van der Wel deed dat volgens de jury het meest overtuigend met een pleidooi voor dialoog tussen autochtonen en allochtonen, en tussen Nederlanders en asielzoekers, die ze de Javanen van onze tijd noemt. Zij vroeg Multatuli ‘hoe autochtone Nederlanders en vreemdelingen met en zonder verblijfsvergunning naar elkaar toe kunnen groeien.’
In het kader van het Multatuli-jaar 2010 riepen het Multatuli Genootschap en het Vlaams-Nederlands huis deBuren, jong geëngageerd schrijftalent op om aan de meester een brief te richten met een prangende maatschappelijke vraag. Voor de gelegenheid was Multatuli virtueel vanuit het hiernamaals – al geloofde hij daar zelf stellig niet in – teruggekeerd om de rol op zich te nemen van ‘directeur van het Consultatiebureau voor Hedendaagse Zaken – Afdeling (post-)kolonialiteit en interculturaliteit’.
Eerder dit jaar hadden drie auteurs, waaronder Multatulibiograaf Dik van der Meulen, schrijver Christiaan Weijts en de Zuid-Afrikaanse theatermaakster Brink Scholtz, al een brief geschreven en voorgelezen. Ellen Ombre en de onvermijdelijke David Van Reybrouck zullen dat in het najaar ook nog doen. Op 25 september 2010 zal Judith van der Wel hen vervoegen, als ze na de prijsuitreiking haar brief voorleest.
Wie een figuur als Multatuli aanspreekt kan niet anders dan daar bescheiden in zijn, moet Van der Wel gedacht hebben: ‘Zo stellig als u 150 jaar geleden Willem III aanklaagde, zo terughoudend ben ik echter in mijn schrijven.’ Ze kwam nochtans niet onbeslagen op het ijs. Als stagiaire aan de Max Havelaar Academie zou ze goed vertrouwd moeten zijn met ‘Max Havelaar’. Ze volgt er bovendien de projecten op rond discriminatie en uitsluiting, de thema’s die ze hem in haar brief wil voorleggen.
Ze heeft naar eigen schrijven de grote fascinatie voor de Nederlandse ex-kolonie van haar grootvader geërfd. Niet dat ze dat stuk familiaal verleden al bezocht heeft. ‘Ik heb minder dan u van de wereld gezien. Ik droomde wel, ook van mijn opa’s geliefde Indië, maar tussen toen en later lag een zee van tijd.’ Zich lichtjes verontschuldigend, trouw aan de retorische trucs van Multatuli, baant ze zich in de eerste regels een weg naar de goodwill van de meester: ‘Ik ben een droogzwemmer, en daarom heb ik uw advies nodig.’ Of het advies er komt weten we niet, maar een reis naar Indonesië wint ze wel.
In wat volgt schetst ze de virtuele Multatuli een beeld van het multiculturele Nederland van vandaag, dat er voor hem onherkenbaar zou hebben uitgezien. ‘Om maar met uw handelsmerk te beginnen: koffie is er nu in allerlei soorten, van espresso tot latte macchiato’ en ‘de variatie onder de Nederlandse bevolking is groter geworden.’ Maar als het gaat over de houding van veel Nederlanders ten opzichte van vreemdelingen is er volgens Van der Wel te weinig veranderd: ‘In uw tijd zag men de misstanden op Java niet omdat de mensen buiten het systeem niet op Java woonden, nu ziet men de misstanden niet in eigen land omdat de deuren van asielzoekerscentra en zeker detentie- en uitzettingscentra op slot zitten.’
Van der Wel suggereert daarom aan Multatuli: ‘Wat denkt u ervan om de deuren van asielzoekerscentra open te zetten?’ Het is maar de vraag of de Multatuli die ze hier oproept veel zin zal hebben op haar uitnodiging in te gaan als hij geconfronteerd wordt met de uitslag van de recente Nederlandse parlementsverkiezingen. Of dat hij net daarom postuum zelf weer in zijn pen kruipt.
Volledige uitslag essaywedstrijd ‘Beste Multatuli, ...’
1ste plaats: Judith van der Wel
2de plaats Michelle Verheij
Eervolle vermeldingen: Joris Moonens, Jeroen Deckmyn, Hans van de Water en Maarten Horeman
Jeroen Bert
Knack