Opinie | Letter & Geest 24 juli 2010
Marion Bloem 'Mijn bos is ons bos'Letter & Geest vraagt deze zomer auteurs om hun toevluchtsoord te bezoeken. Deze keer: Marion Bloem.
© MARCO HOFSTÉ ToevluchtsoordIn het dorp van mijn jeugd waren vier soorten kinderen: die van de katholieke, die van de christelijke, die van de openbare school en dan had je nog de Indische, ongeacht van welke school. ’Openbaren klapsigaren’, ’Christelijken schijteriken’, ’katholieken elastieken’, ’Indapindapoepchinees’ waren de fantasiearme rijmpjes die de ene groep schoolkinderen naar de andere riep, op weg van huis naar school of andersom.
Wij mochten niet terugschelden van mijn moeder, maar moesten erboven staan. Dat nam ik erg letterlijk. Wiegend in de top van de Hollandse eik die boven het dak van de rij doorzonwoningen van de Plesmanstraat in Soesterberg uittorende, keek ik neer op buurmeisjes die stoeprandje speelden, touwtje sprongen, hinkelden of met een groot stuk elastiek in de weer waren.
Er was in mijn jeugd van alles om voor op de vlucht te gaan. In de straat was het ijs weliswaar na de eerste winter gebroken dankzij mijn moeders gastvrijheid, maar tegelijk zorgde zij er ook voor dat we in de ogen van die kinderen buitenaardse wezens bleven. Alleen al de abrupte wijze waarop we uit het spel werden weggefloten was een reden om niet aan verstoppertje of tikkertje te beginnen.
Lees verder in
Trouw