Maar de Birma spoorlijn was afGepubliceerd : 13 augustus 2010 - 3:00 pm | door Klaas den Tek
Felix Bakker maakte de oorlog in het vroegere Nederlands-Indië van dichtbij mee. Hij vocht tegen de Japanners en overleefde het werk aan de Birma spoorlijn en de bombardementen op Thailand. Het is dit weekend 65 jaar geleden dat Japan capituleerde. Daarmee kwam ook een einde aan de oorlog in voormalig Nederlands-Indië.
Felix Bakker is geboren op 26 oktober 1925 in Batavia, het huidige Jakarta. In 1941 meldt Bakker zich als vrijwilliger aan bij het Korps Mariniers. De zestienjarige Bakker weet dan al dat het niet lang meer kan duren, voordat de Japanners Nederlands-Indië zullen aanvallen.
Moederland
Bakker: 'Er waren al Japanse vissers met radioapparatuur en zenders in de territoriale wateren opgebracht. Bovendien waren de Japanse gevechtseenheden dicht genaderd. Nederlands-Indië was mijn moederland. Daar wilde ik voor vechten.'
De jonge Bakker krijgt een stoomcursus van drie maanden bij het Korps Mariniers. Als de geallieerden op 28 februari 1941 tijdens de slag om de Javazee worden verslagen, ligt Java - het laatste Nederlandse bolwerk - voor de Japanse troepen open. De eenheid van Bakker komt achter de linies van het Nederlands-Indische leger (KNIL) te liggen. Daar moeten de 37 mariniers de doorgebroken Japanse eenheden onschadelijk maken.
Alleen nog vijanden
Bakker: 'We zaten in de linies toen een eenheid van het Nederlands-Indische leger opdook. Totaal gedemoraliseerd en vermoeid. De officier van die KNIL eenheid maakte duidelijk dat er alleen nog vijanden voor ons lagen. Er was geen Nederlandse linie meer. We hebben toen nog een aantal gevechten geleverd om de Japanse troepen te vertragen, maar de overmacht was te groot.'
Doodgeschoten
De eenheid van Bakker trekt zich terug op de zuidkust van Java. Na de capitulatie besluiten de Nederlandse troepen zich aan de Japanners over te geven. Bakker komt in een kamp bij Malang terecht. Wel wordt al snel duidelijk dat de Japanners niet met zich laten spotten. Vijf Nederlanders worden doodgeschoten als ze worden gepakt tijdens een ontsnappingspoging uit het kamp.
Op een gegeven moment wordt Bakker met andere krijgsgevangen met de boot naar een kamp in Singapore verscheept. Lang blijft Bakker daar niet. Er zijn geruchten dat de Nederlanders naar Birma of naar Thailand worden gebracht. Bakker: 'We wisten niet wat er met ons ging gebeuren. Daar waren we op dat moment ook niet mee bezig. Ik zat in een propvolle trein naar Thailand. Er was nauwelijks iets te drinken. Het was er snikheet.'
Birma spoorlijn
Bakker moet in Thailand aan de beruchte Birma spoorlijn werken. De Nederlander moet van 's ochtends vroeg tot 's avonds laat werken. Met pikhouwelen rotsen uithakken. Zand en steen verslepen in de brandende zon. Bakker: 'Ik heb daar echt geweten wat dorst is. Ik kreeg hallucinaties van kranen waar water uitkwam. Dat heerlijke koele water, dat je zo kon drinken. Drinken, drinken, drinken!'
Het zwaarst noemt Bakker de 'speedo-periode'. Bakker: 'De spoorlijn moest en zou eind 1943 klaar zijn. De Japanners schreeuwden telkens speedo, speedo. Dat is geestelijk een hele zware periode geweest. Toen werden ook al duizenden Aziatische dwangarbeiders ingeschakeld. Er vielen steeds meer doden door uitputting, ondervoeding, malaria en dysenterie.'
Super de luxe
Na het voltooien van de 'dodenspoorlijn' eind 1943, is de oorlog nog lang niet voorbij. Bakker moet meebouwen aan een hospitaalkamp voor krijgsgevangen. Barakken plaatsen. Ook werkt de Nederlander daar in de keuken en in de onderhoudsploeg. Bakker: 'Er was voldoende eten. En planken waar je op mocht liggen. Dat was natuurlijk super de luxe.'
Nieuw gevaar
Zwaar wordt het als de geallieerden bombardementen in Thailand uitvoeren. Bakker komt in een kamp terecht bij een brug over de rivier Kwai, een strategisch doelwit voor de Amerikanen.
De komst van de geallieerden betekent hoop, maar ook een nieuw gevaar. Bakker: 'Het waren angstige momenten. Vreselijk. De scherven van de bommen vlogen over het kamp heen. Maar toen wisten we wel: deze oorlog duurt niet lang meer.'
De laatste maanden van zijn krijgsgevangenschap verblijft Bakker in een kamp bij Prachuap Khiri Khan, bij de Thaise kust. Thaise studenten roepen op een dag dat de Japanners verslagen zijn. Twee dagen later krijgt het kamp bezoek van een Engelse en Nederlandse militair, die melden dat de oorlog is afgelopen.
Vrijheid en eten
Bakker: 'Het was een geweldig euforisch moment, dat ik nooit meer heb meegemaakt. Eten. Drie keer per dag. Vrij rondlopen. We zijn uiteindelijk in een slaapzaal ondergebracht. Daar mochten we op planken liggen. Dat hadden we in het hospitaal al een keer meegemaakt. Maar dat waren nog ruw geschuurde planken. Dit was luxer. Prachtig gepolijste, glimmende, donkerbruine planken. Fantastisch. Aan dat moment, nu 65 jaar geleden, denk ik nog bijna elke dag.'
RNW