NIOD en Centrum voor Holocaust en Genocidestudies gefuseerd
"Samen sterker"
Marjan Schwegman
Het Nederlands Instituut voor Oorlogsdocumentatie (NIOD) en het Centrum voor Holocaust en Genocidestudies (CHGS) zijn vandaag gefuseerd. Doel is om "samen sterker te zijn".
De twee instellingen gaan nu samen onder de naam NIOD, Instituut voor Oorlogs-, Holocaust- en Genocidestudies. Het nieuwe instituut aan de Amsterdamse Herengracht staat onder leiding van directeur Marjan Schwegman, die ook het oude NIOD leidde.
De Tweede Wereldoorlog blijft traditioneel in het centrum van de belangstelling staan van het instituut. Daarnaast wil het midden in de samenleving staan en zich richten op ,,onderwerpen die een speciale maatschappelijke urgentie hebben, omdat ze te maken hebben met episodes van oorlog en geweld'', aldus Schwegman in haar openingstoespraak.
De onderzoekers van het 'nieuwe' NIOD gaan zich onder meer bezighouden met omstandigheden waarin massaal geweld voorkomt en naar factoren die kunnen leiden tot het voorkómen of beëindigen ervan. Zo onderzoekt het instituut de situatie in landen waar regimewisselingen plaatsvonden en de rol van geweld daarin. Ook komt er meer aandacht voor de nasleep van oorlogsgeweld, zoals de terugkeer van vluchtelingen, en de individuele en collectieve verwerking van oorlogservaringen. Het NIOD deed eerder al onderzoek naar de val van de Bosnische stad Srebrenica in 1995 toen daar tussen de zeven- en achtduizend moslimmannen werden vermoord.
Het NIOD werd vlak na de oorlog opgericht als het RIOD (Rijksinstituut voor Oorlogsdocumentatie) en hield zich toen vooral bezig met de bezettingsperiode 1940-1945. Het NIOD beschikt over archieven van de Duitse bezetting van Nederland en de Japanse bezetting van Nederlands-Indië en grote collecties illegale kranten en pamfletten, affiches en foto's.
Het CHGS werd vijf jaar geleden opgericht door het NIOD en de Universiteit van Amsterdam. De fusie is niet het gevolg van bezuinigingen, maar een bewuste keuze om samen sterker te zijn, aldus een woordvoerder.
Geschiedenis.vpro