Een vriendelijke oude baas
18-6-2011 7:57
Opnieuw stond ik oog in oog met Abu Bakar Baashir. Deze keer kort, er was geen gelegenheid wat te zeggen, hij liep voorbij, en zat de rest van de tijd onbereikbaar in een stoel voorin de kleine rechtszaal van Zuid Jakarta.
Maar de vorige twee keren hadden wij tijd genoeg. En dat was geen onverdeeld genoegen.
De eerste keer trof ik hem in de gevangenis. Dat was tijdens zijn eerste rechtszaak, die hij later in hoger beroep heeft gewonnen. Hij was geen gewone gevangene, dat merkte je meteen. Hij zat omringd door een hofhouding van radikalen, bewonderaars en meelopers, en ook het gevangenispersoneel behandelde hem als een celebrity. Daarom kon ik binnenkomen, en een fotograaf meesmokkelen. Baashir’s advocaat loodste mij mee, onder het voorwendsel dat ik helemaal uit Afghanistan kwam… Ik heb nog steeds geen idee waarom hij dat verzon, maar het werkte.
De ‘ustadz’ of ‘leraar’, zoals hij wordt genoemd, was uiterst vriendelijk. En met zijn bekende glimlach vertelde hij mij de meest vreselijke dingen. Over de Satan, die op aarde de vorm van Amerika en Israël had aangenomen, en over het recht dat moslims hadden om die satan overal en met alle mogelijke middelen aan te vallen. Dat was, wat hij zijn leerlingen leerde, en dat was, wat zij op gruwelijke wijze in praktijk brachten.
Dat laatste, daar kon hij niets aan doen, natuurlijk.
lees artikel van Michel Maas op Weblog Zuidoost-Azië