Toekomst onzeker voor Kimberley cowbows
20-6-2011 14:40
,,Mijn vader was een veedrijver, zijn vader was er een en ook mijn ooms waren allemaal veedrijvers. Ik wil in hun voetsporen stappen.” Ian Long werkt als stagiair op Roebuck Plains station. Met zijn zwarte cowboyhoed en vale bruin-wit gestreepte shirt lijkt de 16-jarige al helemaal op de veedrijver die hij wil worden. Maar zijn baan staat op het spel, net als die van vele andere cowboys, allemaal vanwege het verbod om koeien naar Indonesië te exporteren. Veel hoop op ander werk heeft Ian niet, dat is er namelijk niet.
Enige werkgever
De Kimberly is een uitgestrekt en eenzaam gebied. Zelfs Australiërs, toch wel gewend aan ruimte, ervaren de regio in het noordwesten van hun land als het einde van de wereld. De veebedrijven zijn er enorm. Zo is Roebuck plains station iets groter dan de provincie Drenthe.
Voor de aboriginals die in het gebied wonen, is veeteelt de belangrijkste werkgever. Sterker nog: het is de enige manier om geld te verdienen. Personeel voor de mijnen wordt van elders ingevlogen en er komen te weinig toeristen naar de Kimberly om een serieus alternatief te creëren.
Verspreid over tientallen indigenous bedrijven, verdienen 700 aboriginals er hun brood als veedrijver. Daarnaast werken veel anderen bij bedrijven die in handen zijn van blanke Australiërs. De aboriginals kennen het onherbergzame gebied als geen ander en voelen zich er thuis. ,,De veeteelt houdt dit deel van Australië overeind”, zegt June Oscar van Bunuba cattle station.
Muster
Ondanks het exportverbod wordt er hard gewerkt op de ranches. Het is de droge periode, de enige tijd in het jaar dat het gebied goed bereikbaar is. Voor september moeten alle geschikte koeien zijn verzameld, daarna begint het regenseizoen en duurt het tot april of mei voor de wegen weer begaanbaar zijn. De muster is in volle gang en het exportverbod had dan ook niet op een slechter moment kunnen komen.
Geen andere markt
De cattle yards zijn inmiddels gevuld met duizenden koeien. Dat ze verkocht gaan worden op de Australische markt lijkt onwaarschijnlijk. De koeien zijn namelijk specifiek gefokt voor Azië. Het vetarme vlees kan goed in kleine stukjes worden gesneden om te worden verwerkt in curries. Australiërs houden meer van flinke biefstukken, maar daar leent dit koeienras zich niet zo goed voor. Verkoop aan andere landen in Azië is geen optie, want die zijn al voorzien. Zelf slachten en het vlees exporteren is ook al niet aan de orde. Het vlees wordt dan te duur voor de handelaren uit Indonesië, bovendien blijft het niet lang goed in het warme klimaat.
Gewoon wachten
Het exportverbod geldt voor zes maanden, of tot het moment dat de industrie met een oplossing komt die dierenkwelling uit de Indonesische slachthuizen moet bannen. Sheldon Mumby moet lachen als ik hem voorleg dat de dieren toch ook een jaartje later gevangen en geëxporteerd kunnen worden. Het is de logische vraag, die verraadt dat ik geen snars begrijp van de industrie. Als de koeien in de volgende droge periode bij elkaar worden gedreven zijn ze zwaarder dan 350 kilo, legt hij uit, het maximum gewicht dat een dier mag hebben voor de export.
Ondoordacht
Het is datzelfde onbegrip dat de boeren zo irriteert bij de politici. Ze vinden het onverantwoord dat Canberra de oren heeft laten hangen naar dierenliefhebbers zonder verstand van zaken. Tijdens een vergadering in Broome lopen de emoties hoog op. Ook Annabelle Coppins is daar aanwezig, ze heeft er 700 kilometer voor gereden. Annabelle is in de Indonesische slachterijen geweest en kent de goede en minder goede praktijken van binnenuit. Ze vindt het terecht dat de televisiebeelden zoveel indruk hebben gemaakt, maar denkt dat het exportverbod ondoordacht is afgekondigd. ,,Ze reageren op een incident, maar brengen daarmee de hele industrie in gevaar.” De boeren werken nu koorsachtig aan een oplossing, zodat het exportverbod kan worden opgeheven voor het einde van de droge periode.
Afschieten
De kosten lopen inmiddels fors op. Normaal scharrelen de koeien hun kostje zelf bij elkaar, maar eenmaal in de cattle yards kost het 8 dollar per dag om een koe te voeden, ongeveer 6 euro. De meeste boeren hebben honderden en soms zelfs duizenden koeien in de yards staan. ,,Wie weet worden ze nog verkocht om tot kattenvoer te vermalen”, zegt Sheldon Mumby, ,,maar anders schieten we ze af. Dat is de goedkooopste oplossing.” Ik denk nog dat het een grapje is, maar hij is bloedserieus. Voor de veeboeren is het nu er op of eronder.
Weblogs.NOS.Sydney