Kikker lijdt onder Belgische en Nederlandse vraatzucht

Kikker lijdt onder Belgische en Nederlandse vraatzucht

03-08-2011 | Gepubliceerd 14:57


Tal van kikkersoorten dreigen het loodje te leggen door grootschalige consumptie van poten en billen. Niet de Chinezen maar Belgen, Fransen, Nederlanders en Amerikanen zijn verantwoordelijk.



foto: canapés to extinction

De kikker kan volgens natuurorganisaties binnenkort zo bij het lijstje diersoorten dat met uitsterven wordt bedreigd door menselijke overconsumptie.

Wetenschapsblad Scientific American rapporteert over recent onderzoek door natuurorganisaties waarin de wereldwijde handel in kikkers en hun ledematen in kaart is gebracht.

Niet de Chinezen
Opvallend is dat dit keer niet met de beschuldigende vinger naar China wordt gewezen. Het nieuwe kikkeronderzoek geeft aan dat Chinezen in de jaren 1990 nog relatief veel kikers aten, maar dat de recente toename van de welvaart in China heeft geleid tot veranderingen in het consumptiepatroon. Zeedelicatessen hebben in China de voorkeur gekregen boven kikkerbillen- en benen.

Kikkerlanden
De mondiale import wordt nu gedomineerd door de VS en Europa. De Verenigde Staten voeren jaarlijks zo'n 2.280 metrische ton aan ledematen van kikkers in, het equivalent van 450 tot één miljard kikkers (afhankelijk van de grootte).

Europa voert nog meer in, te weten jaarlijks 4.600 metrische ton aan kikkervlees. Daarbij staat Nederland op de derde plaats, met een aandeel van 17 procent. België en Frankrijk nemen met 53 en 23 procent van de Europese import van kikkervlees voor hun rekening.

Voorheen waren India en Bangladesh belangrijk kikkerexporteurs, maar die rol is inmiddels overgenomen door Indonesië. Dat land voorziet tegenwoordig in het gros van de westerse vraag naar kikkervlees.

Ziekte en uitsterven
De natuurorganisaties wijzen op twee gevaren van de miljardenhandel in kikkers. Door ongecontroleerde vangsten worden diverse soorten in hun bestaan bedreigd.

Daarnaast zijn er bezwaren tegen de grootschalige handel in kikkers uit kwekerijen, omdat die sterk gevoelig zouden zijn voor het overbrengen van virussen en bacteriële infecties, zoals salmonella.

z24