29 - 09 - 11 |
Inzet voor Molukkers en Papua’s
Minderheden en christenen kríjgen het steeds zwaarder te verduren in Indonesië. De SGP wil daarom dat de Nederlandse regering zich, ook via de EU, inspant om verbetering te bewerkstelligen. SGP-kamerlid Dijkgraaf noemde heel uitdrukkelijk de Molukkers en Papua’s.
Plenair Indonesië
29-9-2011
E. Dijkgraaf, SGP
Mensenrechten
Voorzitter. In de afgelopen paar jaar zijn er opvallend veel schriftelijke Kamervragen gesteld over Indonesië en haar omgang met religieuze minderheden. Dat is niet verwonderlijk. Zelfs gezaghebbende mensenrechtenorganisaties in Indonesië zelf (zoals het Setara-intituut in Jakarta) hebben forse kritiek geleverd op de Indonesische regering, omdat zij te weinig doet aan de talloze aanvallen op kerken en christelijke gebedsplaatsen. Enkele dagen geleden heeft er helaas weer een gruwelijke en laffe aanslag plaatsgevonden op een kerk.
Feit is dat het aantal geweldsincidenten tegen religieuze minderheden in Indonesië in de afgelopen jaren sterk is gegroeid en dat de meeste van deze incidenten onbestraft blijven. Als er al straffen worden opgelegd, zijn zij doorgaans relatief mild.
Daarnaast spannen steeds meer Indonesische lokale overheden zich in om christelijke gemeenschappen en kerken te weren uit hun omgeving. De nationale regering doet hier nauwelijks of niets aan.
Ik noem hierbij specifiek nog de zeer precaire mensenrechtensituatie in Papua. Onverminderd worden hier personen die afwijken van de regeringspolitiek opgesloten of mishandeld. De SGP-fractie heeft hierover eind 2010 een motie ingediend, met het verzoek om deze problematiek voortdurend en met kracht onder de aandacht van de Indonesische regering te brengen (32500 V, nr. 113). Tot welke resultaten heeft dit inmiddels geleid? Hoe actief is de EU op dit onderdeel? Graag een update.
Papua
Voorzitter. De SGP heeft vanouds serieus aandacht voor de positie van de Molukkers en Papoea’s in Indonesië. Wij hameren er al heel lang op, dat Nederland bij de Indonesische regering moet pleiten voor een substantiële mate van zelfbestuur voor de Molukken en de Papoeabevolking en voor eerbiediging van hun cultuur. Om die reden betreuren wij het dan ook dat de positie van de Molukkers en Papoeas in de Kaderovereenkomst niet een serieuze plaats heeft gekregen. Was daar niet alle aanleiding voor, juist nu de mensenrechten van de Molukkers en Papoea’s in Indonesië veelvuldig en systematisch geschonden worden? Is dit geen onderdeel van de besprekingen geweest met de andere EU-landen? Kan deze omissie alsnog gerepareerd worden? Langs welke weg is dit volgens de minister denkbaar?
Principes
Voorzitter. In het licht van het voorgaande roept het tenminste heel veel vragen op dat de EU-lidstaten een Partnerschaps- en samenwerkingsovereenkomst (PSO) met Indonesië willen sluiten. Algemene principes die aan een dergelijke PSO ten grondslag liggen, zijn: democratie, respect voor mensenrechten en internationaalrechtelijke principes.
Dit raakt aan een belangrijke vraag voor de SGP. Het afsluiten van een dergelijke kaderovereenkomst veronderstelt dus dat Indonesië in voldoende mate aan dergelijke principes voldoet. Dit begrijp ik toch goed? De kaderovereenkomst wordt immers niet primair aangegaan om dergelijke principes bespreekbaar te maken? Dat betekent dus dat Indonesië door de EU wordt gezien als een volwaardige partner met wie de economische – en handelsbetrekkingen kunnen worden opgeschroefd. Is dit een juiste duiding van de overeenkomst?
Beloning slecht gedrag
Voorzitter. Ik vrees dat het afsluiten van deze kaderovereenkomst fungeert als een beloning voor slecht gedrag. In ieder geval geen stimulans vormt voor Indonesië om méér werk te maken van de bescherming van religieuze minderheden en dergelijke. Dat moeten wij niet willen. Waarom is er niet voor gekozen om het afsluiten van deze Kaderovereenkomst afhankelijk te maken van een aantal concrete stappen die Indonesië op het terrein van mensenrechten éérst gezet moet hebben? Ik krijg helaas niet de indruk dat Indonesië zoveel mogelijk onder druk wordt gezet met deze handelwijze. Ik hoop dat de minister deze indruk kan wegnemen. In ieder geval zal zijn antwoord op deze vragen cruciaal zijn voor ons uiteindelijke stemgedrag over dit wetsvoorstel.
Aangrijpingspunten
Tot slot. De minister duidt aan dat de kaderovereenkomst aangrijpingspunten voor de EU biedt om de dialoog aan te gaan met Indonesië over mensenrechten, terrorisme, etc. Kan de minister aanduiden welke concrete voornemens er hiertoe binnen de EU op dit moment bestaan, mocht deze kaderovereenkomst worden aanvaard? Ik vraag dit mede tegen de achtergrond van de opmerking van de minister dat Indonesië erg terughoudend is als het gaat om het opstarten van vrijhandelsbesprekingen met de EU (p. 5 Nnavv). Maakt dit het ‘dealen’ met Indonesië over allerlei thema’s ook niet een stuk beperkter?
SGP.nl