Indië thuis – weggemoffeld in de kelderPosted by Liselore Rugebregt | 1 comment
Oct 20, 2011
Als de drie musketiers staan we, Liselore, Tabitha en Charlie, in het koetshuis van Museum Geelvinck te Amsterdam, waar momenteel de expositie ‘Indië thuis – Sporen van een koloniaal verleden’ te bezichtigen is. Gelokt met de beloftes van onder andere een ‘volledig Djokja zilveren theeservies, wajongpoppen van kratonkwaliteit en de 17e eeuwse troon van de Sultan van Djokja’, zijn we razend benieuwd of deze sporen van een koloniaal verleden ons een interessant kijkje kunnen opleveren in de geschiedenis van onze Indische roots.
Koloniaal (waan)beeld Het begint allemaal veelbelovend na binnenkomst in het koetshuis, het eerste deel van het museum, waar allerlei zaken uit voormalig Nederlands-Indië staan uitgestald. Zo zien we prachtige koloniale meubels, allerhande snuisterijen en wordt onze aandacht getrokken door posters van onder andere Verkade’s Biscuits en weggelopen slaven. Tja, de koloniale tijd was ook een tijd van tegenstellingen. Deze eerste indruk smaakt natuurlijk naar meer en creëert hoge verwachtingen van de eigenlijke expositie in het tweede deel het museum.
Bij het binnenkomst in het woonhuis van de familie Geelvinck-Hinlopen, gebouwd in 1687, worden we direct gekaapt door een medewerker van het museum. Hij vertelt alles, over alles, over elke vaas en kandelaar in het huis. De naam Geelvinck blijkt niets te maken te hebben met de Geelvinck-baai in Nieuw-Guinea, zoals Charlie dacht. Of misschien toch wel: meneer mertkt terloops op dat de familie zijn fortuin te danken had aan de handel met de Oost. Misschien is het de baai die vernoemd is..
Lees verder op de site van Indisch 3.0
http://www.indisch3.nl/2011/10/20/indie-thuis-–-weggemoffeld-in-de-kelder/
en zie ook onze berichtgeving
hier