De mythe dat de Oranjes in de meidagen van 1940 onverwachts moesten vluchten, terwijl ze dat nooit van plan waren geweest, is bezijden de waarheid.
Er waren namelijk vanaf november 1939 meerdere voorbereidingen voor de vlucht naar Engeland getroffen dan rijksgeschiedschrijver dr. Loe de Jong ons heeft willen doen geloven.
Begin november 1939 bereikte de Britse ambassadeur Neville Bland in Den Haag het verzoek om bij de Britse regering te polsen of de koninklijke familie samen met de sinds 1918 in Nederland wonende voormalige Duitse keizer Wilhelm II en de Nederlandse regering bij een eventuele Duitse inval asiel zouden kunnen krijgen in Engeland.
Wie het Bland verzocht heeft is niet bekend, maar er zijn sterke aanwijzingen dat het verzoek afkomstig was van de minister van Buitenlandse Zaken Van Kleffens: op instructie van koningin Wilhelmina. Te meer daar er ook asiel is gevraagd voor de Duitse ex-keizer Wilhelm II aan wie de Oranjes verwant zijn.
Op 11 november 1939 telegrafeerde Neville Bland het verzoek door naar de Britse regering, waarin hij zeer diplomatiek vermeldde 'dat nog geen benadering had plaatsgevonden, maar dat hij graag onmiddellijk antwoord wilde geven als de vraag werd gesteld'............
Op 13 november 1939 kwam het Britse Oorlogskabinet bijeen om over Blands telegram te vergaderen. Het verzoek werd goedgekeurd en de Britse staatssecretaris van Buitenlandse Zaken kreeg opdracht Neville Bland te antwoorden dat indien hij een officeel verzoek zou krijgen hij gemachtigd was om asiel te verlenen aan koningin Wilhelmina, haar familie en de Nederlandse regering. Wat de Duitse ex-Keizer Wilhelm II betrof, zag men liever dat er geregeld werd dat hij in Zweden asiel kreeg, maar als het niet anders kon was men bereid ook hem en de leden van zijn familie in Engeland te ontvangen.
Daarna
Begin 1940 werd baron De Vos van Steenwijk aangezocht om het koninklijk gezin naar Engeland te vergezellen en in april 1940 werd jhr. Beelaerts van Blokland gevraagd Wilhelmina te begeleiden. Dat was nadat Neville Bland op 12 april 1940 zijn regering had medegedeeld met Van Kleffens over de veiligheid van Wilhelmina te hebben gesproken. Men vertrouwde er op dat de overtocht naar Engeland op het laatste moment mogelijk zou zijn.
Over de in het bovenstaande document genoemde Duitse ex-keizer Wilhelm II is nog het volgende te melden:
Vlak voor de naderende nederlaag in de Eerste Wereldoorlog heeft keizer Wilhelm II besloten asiel te zoeken in het 'neutrale' Nederland. Officieel heette het dat koningin Wilhelmina niets afwist van zijn komst. In haar autobiografie 'Eenzaam maar niet alleen' schrijft zij dat zij pas na de Duitse nederlaag in november 1918 op de hoogte is gesteld van de komst van de Duitse keizer Wilhelm II naar Nederland. Ook volgens Wilhelmina-biograaf Cees Fasseur reageerde Wilhelmina ongelovig op de vlucht van de keizer, laat staan dat zij ervan zou hebben geweten. Dit is echter niet juist.
Blijkens het onderstaande document van 10 oktober 1918 was Wilhelmina minstens een maand voor de komst van de keizer al op de hoogte gesteld. De Franse attaché in Den Haag meldt in het document dat het Nederlandse hof de burgemeester van Oldenzaal onder geheimhouding heeft opgedragen om 40 koffers van het Duitse keizerlijke hof door te sturen naar 'kasteel Graaf Bentink'. Een maand later, op 10 november 1918, kwam de Duitse keizer naar Nederland en kreeg aanvankelijk onderdak op het kasteel van graaf van Bentinck om uiteindelijk te belanden in Huis Doorn in Doorn, waar hij in 1941 overleed.
Gerard