Doorhaling registeraccountant voor tien jaar na strafrechtelijk onderzoek
30-11-2011 09:04 •Redactie Accountancynieuws
Een registeraccountant uit Nunspeet wordt voor de duur van tien jaar uit het register geschrapt. Deze maatregel legde de Accountantskamer hem op na een klacht van het Openbaar Ministerie, dat een strafrechtelijk onderzoek heeft ingesteld naar de gang van zaken rondom dubieuze investeringen in Azië.
H.B. van de Gronden RA heeft in Nederland gelden aangetrokken van bevriende relaties, ten behoeve van een zakenman in Indonesië. De zakenman zou daar een vermogen hebben dat ‘gedeblokkeerd’ moest worden en zou investeren in energieprojecten. De FIOD/ECD heeft onder meer vastgesteld dat een goede vriend van de accountant in vier jaar tijd bijna zeven ton heeft verstrekt aan de bedrijven van de zakenman in het verre Oosten, zonder dat hij daar een cent van heeft teruggezien. En dat allemaal op voorspraak van de RA, die de geldverstrekkers ervan overtuigde dat het wel in orde zou komen.
Een deel van het geld dat de investeerders via de accountant verstrekten, kwam op de bankrekening van de registeraccountant terecht, waarmee de RA zo’n beetje als bank fungeerde. De Accountantskamer stelt vast dat een ‘aanmerkelijk deel’ daar weer van aan de strijkstok is blijven hangen. Het Openbaar Ministerie gaat ervan uit dat ruim 163.000 euro op is gegaan aan privébestedingen van de RA en zijn echtgenote. In de uitspraak staan tal van betalingen opgesomd die daarop duiden: onder meer aan juweliers, kledingwinkels, loterijen, contributies, super- en bouwmarkten.
De Accountantskamer noemt de handelswijze van de RA oneerlijk, onzorgvuldig en onprofessioneel en in ernstige strijd met alle fundamentele beginselen van de beroepsgroep. Bovendien bagatelliseert de RA naar de mening van de tuchtrechter de vastgestelde feiten, door te stellen dat wat hem betreft alle partijen vertrouwen moeten hebben in een ophanden zijnde financiële afwikkeling met de geldverstrekkers en dat hij en de zakenman in Indonesië met rust moeten worden gelaten. ‘Kennelijk ziet hij de ernst van zijn handelswijze niet in en meent hij daarmee voort te kunnen gaan’, stelt de tuchtrechter. De zitting heeft op verzoek van de aangeklaagde destijds achter gesloten deuren plaatsgevonden. Het is niet bekend of het onderzoek van de FIOD/ECD ook leidt tot strafrechtelijke vervolging.
accountancynieuws.nl