Belast verleden zit stevig onder de pet
Vrijdag 9 december 2011
Erik Willems is filmmaker. Hij werkt ondermeer voor Andere Tijden.
Tragedie Galung Lombok
Niet alleen in Rawagede hebben Nederlandse soldaten misdrijven begaan, ook in Galung Lombok. Na elke onthulling bleef het echter oorverdovend stil.
Deze week krijgen de nabestaanden van het bloedbad in Rawagede een schadevergoeding en excuses van de Nederlandse overheid. Daarmee lijkt het boek van de grote oorlogsmisdaden tijdens de koloniale oorlog gesloten, al borrelen in de nasleep van dit soort pijnlijke kwesties altijd verhalen op van vergelijkbare affaires die meestal minder indruk maken.
Want zo werkt dat in de publieke opinie: aan één traumatische gebeurtenis hebben we genoeg. Stel je voor: straks komen er nog claims van tientallen andere kampongs.
Toch heb ik weet van zo’n kwestie. Sterker nog: vijf jaar geleden maakte ik voor het geschiedenisprogramma Andere Tijden er een uitzending over (18 januari 2007, het laatste deel van mijn tweeluik over de zogenoemde Zuid-Celebesaffaire).
Op Zuid-Celebes (het tegenwoordige Sulawesi) woedde in 1946-’47 een rampzalige guerrillaoorlog. Het Depot Speciale Troepen (DTS) van Raymond Westerling stelde er orde op zaken. Standrechtelijke executies en het platbranden van kampongs hoorden bij de methode-Westerling. In drieënhalve maand vielen zo’n vierduizend doden. Die feiten zijn de afgelopen decennia voldoende bekend geworden. Minder bekend maar des te gruwelijker was de zuiveringsactie die meteen ook het einde van de missie inluidde: de vuurpaniek van Galung Galung.
Opvallend genoeg was Westerling zelf – die uitgroeide tot hét symbool voor alles wat mis was – hierbij niet aanwezig. Sterker: hij is er zelfs nooit in de buurt geweest. Een deel van het DTS onder tweede man Jan Vermeulen voerde op 1 februari 1947 executies uit in de kampong Galung Lombok. Hier waren op een rijstakker enige honderden mensen door DTS’ers en KNIL-militairen bij elkaar gedreven.
Aanvankelijk hadden de executies een nog enigszins geordend karakter. Eerst schoot Vermeulen, terzijde gestaan door drie helpers, een groep van 29 gevangen genomen verzetsstrijders elk een kogel door het hoofd. Daarna wachtte 16 andere mannen die uit de gevangenis waren gehaald hetzelfde lot.
Vervolgens werd een al eerder door Westerling op andere plekken in Zuid-Celebes beproefde methode toegepast. De dorpsoudste moest ‘misdadige elementen’ aanwijzen die onmiddellijk werden geëxecuteerd. Naar de mening van Vermeulen verliep die selectie echter niet snel genoeg. Hij koos lukraak enkele slachtoffers en schoot die recht door het voorhoofd. Binnen een uur lagen op de sawa de lichamen van ruim tweehonderd vermoorde Indonesiërs.
Maar het ergste moest nog komen. In een naburige kampong bleken drie DTS’ers op gruwelijke wijze te zijn vermoord nadat ze in een hinderlaag zijn gelopen. ‘Iets met een meid, ze hadden ook niet zo stom moeten zijn om de kampong binnen te gaan’, zo wilde een van de mannen in 2006 aan mij kwijt.
Vermeulen ging zelf op onderzoek uit en kwam na een uur terug op de dodenakker. Hij was buiten zichzelf van woede en maakte sproeibewegingen met zijn vuurwapen en schreeuwde: ‘Allemaal doodmaken’. Binnen luttele minuten lagen op de verzamelplek 364 ontzielde lichamen die haastig in een massagraf werden gedumpt. Degenen die konden ontkomen, vluchtten de bergen in, waar ze zich dagen doodsbang schuilhielden.
]Vermeulen verliet overhaast Zuid-Celebes. Geen van de betrokken militairen is ooit gestraft.
Ad van Liempt, de toenmalige eindredacteur van Andere Tijden, die jaren eerder onderzoek deed naar de kwestie waaraan een deel van het bovenstaande is ontleend, noemde deze affaire de ultieme doofpot. Niet omdat er nooit iets over was uitgelekt, maar juist omdat incidenteel gedurende vele jaren stukje bij beetje feiten boven tafelkwamen die de indruk wekten dat het verhaal al genoegzaam bekend was.
Al op 31 januari 1987, bijna veertig jaar na dato, publiceerde Van Liempt in Vrij Nederland over de kwestie. Op de cover prijkte de tekst: ‘De massamoord van Galoeng Galoeng’. De onthulling over de onbestraft gebleven en uit de herinnering verdrongen oorlogsmisdaad bracht echter geen enkele reactie teweeg. Van Liempt: ‘Het bleef tot mijn eigen verrassing oorverdovend stil’.
Dat kwam niet in de laatste plaats door de betrokkenen zelf. De mannen van Westerling hielden jarenlang de lippen stijf op elkaar – een soort omerta, de zwijgplicht die kameraden tegenover een buitenwereld die het toch nooit zal begrijpen. En kennelijk is dat aardig gelukt. Zelfs de plaats van het delict is in later onderzoek verward met de ruim 10 kilometer verderop gelegen dorp Galung Galung, zo merkte ik toen ik in 2003 voor het eerst in de regio kwam. Een vreemde ervaring te horen dat ik de eerste Nederlander was die wilde komen uitzoeken wat er gebeurd was. Het maakte mij volhardend om het verhaal voor Andere Tijden te vertellen.
Op 18 januari was het zover, bijna zestig jaar na iets waar geen ander woord voor te bedenken is dan oorlogsmisdaad. Het NOS Journaal zou er aandacht aan besteden. Maar op die namiddag trok een zeer zware storm over Nederland die het journaal vulde. En daarmee was de wrede moordpartij in Galung Lombok weer geen nieuws.
Volkskrant