De Timorese struikzanger 80 jaar niet meer gezien en nu herontdekt door een Vlaming
donderdag 12 januari 2012
Auteur: KoenBaumers
De Timorese struikzanger is maar enkele centimeters groot, maar had onder vogelkenners haast mythische proporties aangenomen. Want slechts eenmaal was hij opgemerkt, in 1932. Tot nu: Oost-Vlaming Filip Verbelen vond de vogel terug op het Indonesische eiland Alor. KoenBaumers
Het vogeltje mag dan wel de naam Timorese struikzanger dragen, zingen doet het niet. 'Het is helemaal niet melodieus, het klinkt eerder als een sprinkhaan.' En dat van Timor is ook maar een halve waarheid: Filip Verbelen vond het dier terug op Alor, een Indonesisch eiland ten noorden van Timor. Daar werd de vogel wel voor het eerst en meteen ook voor het laatst gezien, in 1932. Sindsdien was de Timorese struikzanger spoorloos.
En daar speelt die struik uit zijn naam een belangrijke rol in. 'Ze kunnen wel vliegen, maar doen dat bijna nooit. Ze gedragen zich haast als een muis', zegt Filip Verbelen. 'Ze bewegen zich steels door de lage begroeiing en trippelen tussen de takjes, waar ze bijna hun hele leven doorbrengen.'
Een jaloers mannetje
Het mag een wonder heten dat iemand het vogeltje ooit terugvond. Maar Filip Verbelen uit Merelbeke, bediende bij Greenpeace en na de uren amateur-ornitholoog, kreeg het voor elkaar. Hij deed zijn vondst al in 2009, maar voerde eerst uitgebreid onderzoek om ab-so-luut zeker te zijn. Hij heeft zijn bevindingen nu in een vakblad gepubliceerd en doet zijn verhaal.
'Ik had een sabbatjaar genomen om door de afgelegen Indonesische wouden te trekken. Veel gebieden daar zijn nog nooit door een ornitholoog verkend. Ik had een verrekijker mee, maar vertrouwde vooral op mijn opnameapparatuur. Want luisteren is voor ons het belangrijkste. Plots hoorde ik iets verdachts. Het deed denken aan het gezang van de Seehboms struikzanger, maar die komt op Alor helemaal niet voor.'
Filip richtte zijn microfoon en spitste zijn oren. 'Ik gebruikte de playbackfunctie van mijn opnametoestel om het geluid opnieuw af te spelen. Een beproefd trucje: het vogeltje hoorde zichzelf en dacht dat een ander mannetje zijn territorium was binnengedrongen. Hij begon opnieuw te zingen en zenuwachtig over en weer te springen. En toen heb ik hem gezien.'
Filip Verbelen slaagde er niet in om een foto te maken, maar had zijn opnameapparatuur als bewijs dat er minstens dertien zingende mannetjes zaten. 'Alle vogelkijkers worden wel eens geconfronteerd met Sammy uit Het eiland, die niet kan bewijzen dat hij de bosklapper heeft gezien. Zodanig overdreven dat het grappig is. Maar het is niet alleen daarom belangrijk om het gezang op te nemen: we konden het geluid digitaal analyseren en zo met zekerheid vaststellen dat het om de Timorese struikzanger ging.'
En nu een pitta
Dankzij de vaststellingen van Verbelen staagde een Australische vogelkijker erin de vogels ook op Timor zelf terug te vinden, waar ze ook gefotografeerd werden. En Verbelen zelf? Die is al druk bezig met het ontdekken van zijn volgende vogelsoort. 'Een uil waarvan we vroeger dachten dat het om dezelfde ging als een Australische soort. Maar zó speciaal is het niet, want er zijn 1.500 vogelsoorten in Indonesië.'
Zijn droom? 'Een pitta. Niet de Turkse snack, wel een kleurrijk vogeltje dat heel moeilijk te vinden is. Maar ik ben al heel blij met de Timorese struikzanger. Hij ziet er niet speciaal uit en hij zingt niet mooi, maar hij was wel moeilijk te vinden.'
Nieuwsblad.be