Slimme standupper praat losse onderwerpen gevat aan elkaar
Merijn Henfling
gepubliceerd op 17 maart 2009 17:29, bijgewerkt op 17:32
amsterdam - Ook Daniël Arends krijgt geen tweede kans voor een eerste indruk. Toch komt hij als een zoutzak op, maakt een minzame buiging en begint een beetje te babbelen met de eerste rij. ‘Laten we rustig beginnen.’
Desondanks krijgt hij zijn publiek mee. Zelfverzekerd praat hij met de zaal. En het moet gezegd: zijn commentaar is gevat. Hij straalt uit dat hij al vaker met het bijltje heeft gehakt. Dat klopt, want Arends deed de kleinkunstacademie en is een van de talenten van de Comedytrain. In 2006 won hij Cameretten.
Arends heeft een natuurlijke arrogantie. Zijn droogkomische stijl past in de lijn van Raoul Heertje en Hans Sibbel.
Hij is dwarsig en gek, met grappen, die ’m vaak zitten in de omdraaiing. Als hij vanuit Jakarta zijn moeder belt, informeert ze of hij wel voorzichtig is.
‘De cocaïne is hier erg duur’, zegt hij uiteindelijk geërgerd. Zij: ‘Koop je nog steeds die onversneden shit?’
In Geen excuses vertelt hij over zijn voorliefde voor dure spullen, de facelift van zijn buurvrouw, zijn angsten en zijn ingedutte relatie. Behendig praat hij onderwerpen aan elkaar, zoals we kennen van het Toomlerpodium. Alleen duurt het nu anderhalf uur.
Voor een avondvullend programma is het geheel nog te willekeurig van inhoud en opbouw. Voorzichtige rode draad is weliswaar zijn adoptie uit en ervaringen in Indonesië, maar hij gaat niet de diepte in.
Door zijn podiumgemak en grappen weet deze slimme standupper anderhalf uur te boeien, maar in zijn vervolgprogramma graag iets meer theater en iets minder Toomler.
Volkskrant