'Een nooit verteld verhaal' over Indo'sdoor Rinze Brandsma. vrijdag 13 maart 2009 | 09:11 | Laatst bijgewerkt op: vrijdag 13 maart 2009 | 09:34
Tekenend beeld van de krappe opvang van Indische Nederlanders in contractpensions - velen zaten in Breda.
foto uit documentaire Djangan Loepah!BREDA - Veel vijftigers en zestigers weten nog dat zij ze in de jaren vijftig in de klas kregen.
Tropische Nederlanders, gedwongen vertrokken uit Indonesië. Kwam je bij ze thuis, dan heerste daar een andere, warme, exotische sfeer. Mooi houtsnijwerk. Het rook apart.
De uit Goirle afkomstige regisseur Hetty Naaijkens-Retel Helmrich (Bandoeng, 1955) kwam zelf in 1957 naar Brabant, nadat de plantage van haar vader was genationaliseerd. Ze belandde in een contractpension en later in Tilburg.
Met haar filmbedrijf Scarabee Films maakte ze een documentaire film: Contractpensions - Djangan Loepah! "Een verhaal dat nooit verteld is", zegt ze. Daarvoor sprak ze over de hele wereld met Indische Nederlanders. Sinds januari draait die film in de filmtheaters, met groot succes. In Tilburg was hij herhaaldelijk uitverkocht, de film krijgt daar extra voorstellingen.
Vanaf 14 maart is Contractpensions in Breda ook te zien, in Chassé Cinema. Gezien de aanzienlijke bevolking van Indische en Molukse afkomst zal het ook in Breda wel storm lopen. In de film doen onder meer de Roosendaalse Dien Westerkamp (destijds in een Breda's pension) en de Rijsbergse maatschappelijk werkster Carla Meek hun verhaal.
Nadat Nederland in 1949 de onafhankelijkheid van Indonesië erkende kwamen in een aantal golven gedurende vijftien jaar tussen de 200.000 en 300.000 Indische Nederlanders naar Nederland. Hun positie was na de oorlog en de onafhankelijkheid in de voormalige kolonie steeds slechter geworden. Na december 1957 werden ze zelfs gedwongen het land te verlaten. Ze heetten 'repatrianten' – naar patria, vaderland – maar in wezen was (voormalig Nederlands-) Indië dat. Ze waren ontheemd en ontworteld. Hier kregen ze door de overheid betaald onderdak. Tot ze een huis hadden, wat in die tijd van woningnood niet meeviel.
Bovendien moesten de gezinnen eerst bewijzen dat ze zich als volbloed Hollanders gedroegen: breien, aardappels koken, wassen op maandag, poetsen op vrijdag. Als handleiding voor de inburgering diende het als betuttelend ervaren boekje Djangan Loepah! (Niet Vergeten!).
Vaak fungeerden oude barakkenkampen (zoals kamp Westerbork) en verlopen hotels als pensions voor de Indische Nederlanders. Grote gezinnen moesten op kleine kamers. Mensen die gewend waren om drie keer per dag te baden, moesten nu in de rij staan om één keer in de week een paar minuten te kunnen douchen.
Omdat de pensions per persoon een vergoeding kregen, was de opvang voor de beheerders des te profijtelijker door zoveel mogelijk mensen te huisvesten en voor eten en verdere verzorging te beknibbelen op de kosten. Het beheer van die pensions deugde vaak niet. Had een gezin werk en inkomen, dan hield de overheid daar zestig procent op in: álles moest terugbetaald worden.
Als ze al aandacht kregen, dan stond dat doorgaans stijf van onbegrip. "Fijn voor u dat u weer in de bossen zit", kregen ze te horen – alsof ze uit de rimboe kwamen. Voor hun verschrikkelijke ervaringen in Jappenkampen en Bersiaptijd was geen gehoor.
Een van de (later) bekende Nederlanders die in die tijd in zo'n contractpension terecht kwam, is Andy Tielman, zanger en meestergitarist van de Tielman Brothers: Nederlands enige echte rocker. Andy (Makassar, Celebes, 1936) kwam met vader Herman – oud KNIL-soldaat – en moeder Flora Lorine, broers Ponthon, Loulou en Reggy en zusje Jane in maart 1957 naar het gure Nederland. Na de onafhankelijkheid had het gezin in Indonesië geen leven meer. De broers hadden al een kleine tien jaar ervaring als band in Indonesië.
De familie wordt in Breda ondergebracht in pension Smolders aan de Baronielaan. Pension Ellebrecht was nog zo'n opvangplek in Breda. Breda ging veel 'indo's' huisvesten, omdat daar in de kazernes flink wat oud-KNIL'ers emplooi vonden. Niet voor niets is er nog steeds Huize Raffy, verzorgingshuis voor Indische en Molukse ouderen.
Over dat Bredase verleden heeft Andy Tielman vaak verteld. "In Breda is alles begonnen. We bleven binnen liedjes zingen, want buiten vonden we het te koud. Na een paar concerten in schouwburg Concordia en Hotel De Schuur hadden we geld genoeg om gitaren te kopen."
De indorock-optredens van The Tielman Brothers – met flitsende shows – sloegen in als een bom, de band trok al snel zegevierend door België en Duitsland.
Roosendaler Toon ('Paatje') Sigtermans – zoon van een Nederlandse militair en een Indische moeder – kwam in 1958 ook in een pension aan de Bredase Baronielaan terecht. In 1995 vertelde hij daarover: "Wij woonden er met acht gezinnen. Omdat we zoveel kinderen hadden, zaten we in de eetzaal. Zelf mochten we niet koken, maar moesten eten wat de pot schafte. We waren alleen rijst en lombok gewend. Nadat we in opstand kwamen mochten we wel zelf koken. Van vier gulden zakgeld."
Contractpensions - Djangan Loepah!
(Morgen in Chassé Cinema, ook op zaterdag 21 maart (beide dagen 14.45 uur). Op 17 en 18 maart om 19.30 uur.)
www.chasse.nl