Nederlanders voelen zich senang in het Indonesisch
Gepubliceerd op : 1 april 2012 - 9:20 am | door Joss Wibisono
Asbak, spanduk [spandoek] mesin [machine], knalpot en atret [achteruit]. Allerlei woorden in het Indonesisch zijn afgeleid van het Nederlands. Maar ook andersom bestaat die invloed. En niet alleen in culinaire termen.
Toen hij 30 jaar geleden voor de eerste keer in Indonesië aankwam, wilde Arjan Onderdenwijngaard roken. Hij was op zoek naar een asbak, maar wist niet wat hij zeggen moet. Uit zijn gebarentaal begrepen een Indonesiër hem onmiddelijk. 'O, asbak?'
Onderdenwijgaard dacht in eerste instantie, dat deze persoon het Nederlands machtig was. Maar het blijkt dat asbak gewoon deel uitmaakt van de Indonesische woordenschat.
Opsporen
Sindsdien is Onderdenwijngaard bezig met het opsporen van Indonesische woorden die afkomstig zijn uit het Nederlands. Als kunstenaar doet hij dat anders dan bijvoorbeeld een linguïst. Aanvankelijk maakte hij foto's van borden, spandoeken, advertenties en allerlei beelden in de straten.
Daarna maakte hij kaarten met verschillende Indonesische woorden die afgeleid zijn van het Nederlands. Hij heeft ook kranten gemarkeerd op woorden die afkomstig zijn van het Nederlands.
Deze resulteerden in een tentoonstelling getiteld 'Sharing-a-History', gehouden aan de Universiteit Soegijapranata te Semarang, Midden-Java. 'Sharing-a-History betekent gezamenlijke geschiedenis, maar ook een verhaal delen', aldus Onderdenwijngaard. Bezoekers van de tentoonstelling waren verbaasd dat er zoveel Nederlandse woorden zijn in het Indonesisch. Ze zeiden dat ze veel geleerd hadden.
8000
Volgens Onderdenwijngaard zijn er ongeveer 8000 Nederlandse woorden in het Indonesisch. En het varieert van de eenvoudige en alledaagse woorden als kantor [kantoor], buku [boek] en bangku [bank], tot aan woorden uit de academische wereld als rektor [rector] of dekan [decaan].
Bezoekers van de expositie kwamen ook met kritische vragen. Hoe zit het met de invloed van het Indonesisch in de Nederlandse taal? 'Ja, dat is ook gebeurd,' geeft Onderdenwijngaard toe. Maar aangezien het kolonialisme meer eenrichtingsverkeer was, is de invloed van de Indonesische taal op het Nederlands niet groot, vindt hij.
Inge Widjajanti, docent Nederlands in Semarang, deelt die mening. Haar organisatie, Widya Mitra, is een van de sponsors van deze tentoonstelling. Widjajanti twijfelt of de Nederlanders herkomst van de Indonesische woorden wel begrijpen of dat alleen Indische Nederlanders die begrijpen.
De keuken
'Er is zeker invloed op culinair gebied,' vindt Onderdenwijngaard. Er is bijna geen familie in Nederland, zonder ketjap [soja saus] of sambal in de keuken. En ook geen familie die nooit nasi of bami heeft gegeten. Daarnaast is in bijna elke grote stad van Nederland wel een Indische toko of waroeng te vinden.
Nederlanders gebruiken nog meer Indonesisch woorden, al zijn ze zich dat vaak niet bewust. Onderdenwijngaard vindt de uitdrukking 'Ik voel mij hier senang' erg Nederlands. Alle Nederlanders weten de betekenis ervan, hoewel ze vaak niet weten dat het woord ‘senang’ afkomstig is uit het Indonesisch. En Onderdenwijngaard gaat nog even door: 'je bent de pisang', 'amok maken', 'amper', 'piekeren.
Maleis
Inge Widjajanti wijst op woorden als 'toko' en 'bagian'. Deze worden in Nederland altijd geschreven in de spelling van Van Ophuysen, een linguist in dienst van de koloniale autoriteiten. Hij standaardiseerde de spelling van het Maleis. In de tijd dat Indonesië nog Indië heette, heette de taal nog Maleis. Na de onafhankelijkheid is het Indonesisch geworden, Bahasa Indonesia. Sindsdien heeft Indonesië twee keer de spelling veranderd.
Widjajanti merkt op dat 'toko' in het Nederlands een andere betekenis heeft gekregen. In het Indonesisch betekent toko winkel. Maar 'Ik heb mijn eigen toko' betekent in Nederland dat iets de eigen verantwoordelijkheid is. De letterlijke betekenis is dus veranderd in een metafoor.
Zo ook het woord 'bagian', aldus Widjajanti. 'Dat is niet mijn pakkiaan' betekent eigenlijk dat het niet mijn deel is. In Nederland betekent het -net als bij toko- 'het is niet mijn verantwoordelijkheid'. Hier zien we hoe het woord 'bagian' twee wijzigingen onderging: in de spelling en in de betekenis.
Voorloper
Lilik Suratminto, docent Nederlands aan de Universiteit van Indonesië, is geïnteresseerd in het woord 'voorloper'. Dit woord heeft zich op een interessante manier ontwikkeld. Opgenomen in de Indonesische taal als 'pelopor', keerde dit woord vervolgens terug in het Nederlands als 'plopper'. Nederlanders gebruikte het om de vrijheidsstrijders van Indonesië aan te wijzen. Van een letterlijke voorloper naar een voorloper op een specifiek, gevaarlijk gebied.
Maar hoe zit het met het lot van 'babi panggang', het Indonesische gerecht met geroosterd varkensvlees? In het Nederlands hebben deze woorden een 'g' verloren en is het 'babi pangang' geworden. Vanwege Nederlandse zuinigheid? Nee, Widjajanti denkt dat de medeklinker 'ng' nogal moeilijk is voor de Nederlandse tong.
Hoewel niet veel Indonesische woorden opgenomen zijn in het Nederlands, vindt Onderdenwijngaard het een goed idee om hieraan een tentoonstelling te wijden in Nederland. Hij vindt het goed voor het publieke bewustzijn.
Onderdenwijngaard stelt dat Nederlanders steeds meer in zichzelf gekeerd zijn en zich niet voldoende bewust zijn van invloeden van buitenaf. Vroeger stelden Nederlanders zich meer hiervoor open.
rnw.nl