Naar huis gestuurd, maar niet ontslagen02-04-2009 12:03| gewijzigd 02-04-2009 13:46 |
Wat merkt de man in de straat van de recessie? Vandaag: Indonesië.
Jan Lepeltak
„Indonesië, word wakker!” was de boodschap van Sofyan Wanandi, voorzitter van de Indonesische werkgeversorganisatie Apindo, toen hij 237.000 ontslagen bekendmaakte. In januari daalde de Indonesische export met 36 procent. De exportsituatie is het slechtst in 22 jaar.
De stad Bandung, het centrum voor de productie van textiel en schoeisel, heeft het meest te lijden van de afnemende uitvoer. Zeventig procent van de kledingexport komt uit dit gebied. De afgelopen maanden zijn stilzwijgend duizenden mensen naar huis gestuurd.
Zoals de vijftigjarige Iyoh Dahsyah. Ze werkte al 22 jaar bij een groot textielbedrijf toen ze eind vorig jaar plotseling werd weggestuurd. Niet ontslagen, maar gedwongen met vervroegd pensioen te gaan. Voor de twee decennia werk kreeg ze een opgespaard pensioen van 80 miljoen roepia (5500 euro), een groot bedrag in het verarmde West-Java. Iyoh mist het werk, maar ze heeft naar eigen zeggen niets te klagen. Ze wil zelfs de naam van haar voormalige werkgever niet noemen. „Straks krijgen we nog problemen”, schreeuwt haar nichtje uit Bogor, dat al maanden op zoek is naar een nieuwe baan in een van de fabrieken. Ook veel andere naar huis gestuurde bewoners in het gebied zijn er huiverig voor om zich negatief uit te laten over werkgever.
Massaontslagen vallen er nog niet. De meeste werkgevers in de textielsector geven er de voorkeur aan de werknemers in tientallen te laten vertrekken. Overigens niet in de hoop hen snel weer in dienst te nemen, erkent Noval Benjamin, exportmanager van stoffenbedrijf Vonex. Met zijn 4800 werknemers exporteert het bedrijf containers met rollen stof naar Turkije, Spanje en China. Maar het zijn barre tijden, nu de export van Vonex met 40 procent is gedaald.
Keiharde ontslagen kunnen volgens de manager uit Bandung veel meer kosten dan de ‘kleinschaliger’ variant. „Dan moet je ontslagpremies gaan uitkeren en krijg je problemen met vakbonden.” Onduidelijk is hoeveel fabrieksarbeiders in Rancaekek zijn aangesloten bij vakbewegingen. De Indonesische werknemersbonden zijn berucht om hun harde acties en soms maffia-achtige praktijken. In Rancaekek lijken massademonstraties van boze werknemers nog uit te blijven.
De mensen daar lijken zich nauwelijks bewust van donkere wolken. „Wereldwijde crisis?” vraagt Iyoh in het kleine huiskamertje vol familieleden. „Bedoel je het conflict in Palestina?”
Ref.Dagblad