Ineens werd alles blauw
Alumnus Max Boon (36) overleefde drie jaar geleden een bomaanslag op het Marriott Hotel in Jakarta, waarbij hij beide benen verloor. Na revalidatie is hij terug in Indonesië, waar hij slachtoffers wil betrekken bij de bestrijding van terrorisme.
Door Frank Provoost
'Ik weet nog goed dat ik net iets wilde gaan zeggen. Ik zat met mijn rug naar de deur en zag de jongen met de bom niet binnenkomen. Ineens werd alles blauw voor mijn ogen. Ik kon niet meer ademen en zag mezelf vallen in een loze ruimte. Voor mijn gevoel duurde dat zo'n anderhalve minuut. Verschrikkelijk benauwend.
'Door de sprinklers van het hotel werd ik wakker en zag de chaos om me heen. Ik wist meteen wat er aan de hand was. Ik probeerde op te staan, maar dat lukte niet, want mijn linkerbeen hing er half af, net als mijn rechterarm, althans zo voelde het. Ik ben om hulp gaan roepen. Toen een bewaker me vond en optilde, heb ik mijn arm opgepakt en tegen hem gezegd: vergeet mijn been niet.
'Ik ben naar buiten gedragen en op het asfalt gelegd, naast een maatje van me. "Max", zei hij bijna euforisch. "We hebben net een bomaanslag overleefd!" Ik antwoordde: "Maar moet je kijken hoe: ik ben mijn arm en mijn been verloren!" Daarna heb ik twee dingen geroepen. "Kenapa?" dat betekent: waarom? En: "Saya masih cinta Indonesia", oftewel: ik houd nog steeds van Indonesië.
'Ik heb in Leiden Indonesisch gestudeerd en heb daarna een jaar bij Buitenlandse Zaken gewerkt. In 2004 ben ik in Indonesië terechtgekomen, waar ik na de tsunami aan de heropbouw van Atjeh heb gewerkt. Daarna werd ik business development director bij een adviesbureau in Jakarta, Castle Asia. Die vrijdag, 17 juli 2009, organiseerden we zoals iedere week een ontbijt voor zo'n twintig ceo's. In het Marriott Hotel praatten we hen bij over politieke en economische ontwikkelingen.
'Dat ik liggend op het asfalt het land uitdrukkelijk mijn liefde wilde verklaren, vind ik zelf ook bijzonder. Ik denk dat het voortkwam uit mijn frustratie die ik er na vijf jaar wonen had ervaren: Indonesië kwam alleen op CNN bij een aanslag. Het land is zoveel groter dan die paar aanslagen. Er wonen 250 miljoen mensen waarvan het merendeel zeer tolerant, flexibel en gematigd is. Dat wilde ik op dat moment gezegd hebben. Dat moest eruit.
'Ik hoorde de ambulances in de verte, maar ze kwamen maar niet aan. Het verkeer in Jakarta is een hel, alles stond vast. Uiteindelijk ben ik achterin een open pick-uptruck gedragen en zo naar het ziekenhuis gereden. Ik weet de hele rit nog. Ook wij kwamen in een file terecht. Toen de truck hard moest remmen, gleed ik op het bankje en stootte mijn hoofd. De wond heeft later nog voor behoorlijke complicaties gezorgd.
'Bij het ziekenhuis was het een chaos. Overal lagen gewonden. Ik werd op het grasveld gelegd. Ik was mijn telefoon kwijt, net als mijn portemonnee, waarin een bewijs zat dat ik verzekerd was en bij noodgevallen naar Singapore moest worden geëvacueerd. Uit angst dat niemand dat zou weten, ben ik gaan roepen: "International SOS!"
'Pas toen er iemand naar me toekwam die bleef herhalen: "it's okay", ben ik weggevallen. Kennelijk was ik gerustgesteld en liet mijn survivalinstinct dat eindelijk toe.'
Lees verder bij Mare