Annan: zwijgen is soms beter
Toegevoegd: maandag 8 okt 2012, 07:00
Door redacteur Lambert Teuwissen
Kofi Annan drukte de hand van Saddam Hussein, wetende dat die gifgas had ingezet tegen zijn eigen burgers. Hij ontmoette Omar al-Bashir, terwijl die stiekem steun gaf aan genocide in Darfur. Hij belde vriendelijk met de Indonesische president Habibi, op het moment dat zijn generaals een bloedbad aanrichtten in Oost-Timor. Diplomatie, lijkt de les van de oud-VN-secretaris-generaal, is weten wanneer je op je tong moet bijten.
"Je komt in de verleiding op dat soort momenten, als er ondertussen gruweldaden worden gepleegd, om tijdens een gesprek je woede te uiten", schrijft Annan in zijn memoires, die vandaag in het Nederlands verschijnen. "Maar dat levert alleen persoonlijke bevrediging op. Die moet je weerstaan wil je iets betekenen voor de mensen ter plekke."
"Als er zo veel op het spel staat, heb je niet de luxe om te zeggen: ik praat niet met deze kerel, ik ga zijn hand niet schudden. Als je dat doet, veroordeel je duizenden tot hun dood."
Dichter bij de mensen
Wat er precies op het spel staat, merkte Annan bijvoorbeeld in mei 1999, toen hij naar het door oorlog verscheurde Kosovo reisde. Hij ontmoette daar een 100-jarige vluchteling met een huilend kind op schoot. "Is dit de manier waarop mijn leven moet eindigen?", vroeg de wanhopige vrouw aan Annan.
Voor Annan draaide zijn baan om het verbeteren van het lot van die vrouw en velen zoals zij in Rwanda, Oost-Timor en Irak. "Ik wilde de VN dichter bij de mensen brengen die we dienen", schrijft hij. "Ik wilde geen organisatie gericht op de regeringen van deze wereld, maar ik wilde het individu weer centraal laten staan."
Ingrijpen
Daarvoor stelde hij oude regels binnen de VN ter discussie. Zijn eigen medewerkers raadden hem af zich te bemoeien met Kosovo, omdat het een intern conflict is. Dat vindt Annan niet genoeg reden om te zwijgen. "Nationale soevereiniteit mag nooit als schild dienen voor genocide of ernstige mensenrechtenschendingen."
De VN moet zo nodig zelfs militair kunnen ingrijpen om mensenlevens te redden. "Elke oorlog is een tragedie. Wie anders denkt, kent de consequenties ervan niet. Maar soms is er een erger kwaad", meent Annan. "De VN is geen pacifistische organisatie. Soms is ingrijpen niet alleen nodig, maar rechtvaardig. Dat hebben we geleerd van Rwanda en Bosnië."
Irak
Maar militair ingrijpen dient altijd plaats te vinden onder de VN-vlag, benadrukt Annan. De NAVO-aanvallen op Kosovo keurt hij publiekelijk af, al begrijpt hij waarom er ingegrepen werd.
Diep teleurgesteld is hij echter over de Irak-oorlog. Niet alleen ontbreekt daar de goedkeuring van de Veiligheidsraad, Annan vindt dat er niet genoeg aanleiding was om ten strijde te trekken. De kosten van de Irak-oorlog voor de VS zijn dan ook niet alleen te meten in geld en mensenlevens, meent Annan. "De VS is hiermee het voordeel van de twijfel in de wereld kwijtgeraakt."
En hoewel hij er niet in slaagde de Irak-oorlog te voorkomen, is hij tevreden over zijn felle verzet ertegen. "Het heeft allemaal niks mogen betekenen voor de wereld en de mensen in Irak, maar veel erger zou het zijn als de oorlog een hamerstuk was geweest", oordeelt hij. "Van zo'n verkeerd oordeel is de weg terug naar geloofwaardigheid en rechtmatigheid veel moeilijker."
Kofi Annan - Interventions - Allen Lane - ISBN: 9781846142970
Nederlandse vertaling: Interventies - Atlas Contact - 9789025432911
NOS