Je kroost harder aanpakken heeft geen zin. Hoe het wel moet, weet ik niet
18-01-13 14:00 uur - Bron: Het Parool
column
Ik heb met mijn dochter vooral televisiegekeken
Minister Ronald Plasterk heeft gezegd: 'Ouders, pak je kroost harder aan.' Ben ik het daarmee eens?
Ikzelf ben strenger opgevoed dan de meesten van mijn generatie; mijn broer en ik kregen soms boeken onder onze armen om te leren 'niet te klapwieken' tijdens het eten. Het woord 'respect' nam mijn vader net zo vaak in de mond als hij tegen ons vloekte.
Hij vloekte veel.
Ik heb die sfeer mijn ouders nooit kwalijk genomen, ik hield veel van ze, maar ik heb mijn dochter toch anders opgevoed. Ik heb, als ik eraan terugdenk, vooral met haar televisiegekeken.
Maar de opvoeding van mijn ouders... Ik zal niet zeggen dat ik daar last van heb gehad, maar vele psychiaters zijn er nieuwsgierig naar geweest.
Mijn ouders kwamen uit het Japanse kamp, langs de Birmaspoorlijn, via de onafhankelijkheidsstrijd in Indonesië naar Nederland; onnozel en met een minderwaardigheidscomplex dat zo groot was dat ze bijkans onzichtbaar waren van kleinheid.
En thuis wilde de oorlog maar niet eindigen.
Die mensen gingen in de jaren vijftig kinderen opvoeden.
Het grote opvoedingsdoel was: aanpassen! Pas je aan, wees onzichtbaar, nederig, bemoei je nergens mee, wees altijd schoon op jezelf, kleed je ton sur ton, no brown after six en: 'Wij zijn eenvoudige mensen met een eenvoudige manier van leven, dus verbeeld je niks.'
Ik heb me daar in de puberteit zo veel als ik kon tegen verzet. Ik heb daarbij vooral mijn ouders diep gekwetst.
Ik heb nooit ambulancepersoneel of politie bedreigd of geslagen. Ik reageerde mij af op mijn ouders en vluchtte op mijn zeventiende het huis uit om vrijheid te ademen!
Ik pak hier dagelijks die kutMarokkanen aan, maar mijn mentaliteit was niet veel beter. Wel zogenaamd 'intellectueler'; ik wilde geen voetballer worden, maar Gerard Reve, Bob Dylan, Sartre. Zo ver mogelijk weg van dat burgerlijke milieu.
Opvoeden deed mijn vader zo: als we elkaar drie dagen lang getreiterd en vernederd hadden, legde hij De moppentrommel van Cees de Lange op mijn kussen. Ik moest daar zo om lachen: op slag veranderde haat in liefde - wat tamelijk verwarrend was.
Je kroost harder aanpakken heeft geen zin. Hoe het wel moet, weet ik niet. Als het maar geen schuldgevoel oplevert, want dat raak je nooit meer kwijt.
(Door: Theodor Holman)