Onderscheidingen generaal Spoor naar BronbeekDe Veluwepost 16 apr 2009
Mevrouw Spoor luistert aandachtig naar hetgeen kolonel Cees Bolderman, commandant van Bronbeek, te vertellen heeft. Foto: Martin Brink/WHM Foto: De VeluwepostDoor Martin Brink
ARNHEM/OOSTERBEEK - Van de felheid die mevrouw Mans Spoor-Dijkema (94) vroeger had, is nog niets aan kracht ingeboet. "Ach, jullie kunnen er ook niets aan doen,'' zegt ze tegen de aanwezigen in de commandantswoning van museum Bronbeek in Arnhem, doelend op de woelige periode in Indonesië tussen 1945 en 1940, toen haar man daar commandant van de strijdkrachten was. Over generaal Simon Spoor wordt nog steeds met ontzag gesproken. De Oosterbeekse was woensdagmiddag in Bronbeek om de onderscheidingen van haar man over te dragen. Hij overleed plotseling in mei 1949.
"Je wordt ouder en ik dacht, ik ga het schenken. Want waar komt het anders terecht? Dit lijkt mij een goede plek.''
Commandant kolonel Cees Bolderman was het daar mee eens. "Het komt in onze vaste collectie.''
Het zijn verschillende onderscheidingen die nu zijn overgedragen. Onder meer het Commandeurskruis in de Oranje Nassau-orde, Ridder Nederlandse Leeuw, de Militaire Willems Orde, het Oorlogsherinneringkruis Indië 1941-1943, Ereteken Orde en Vrede met de jaargespen van 1945 tot en met 1949, Mobilisatiekruis 1914-1918, het Kruis voor Officieren voor langdurige dienst en de Medal of Freedom, de Bronzen Pijl.
''Daar was mijn man het meest trots op. Die droeg hij altijd. Hij kreeg hem van de Amerikanen.''
''De onderscheidingen zijn hier op hun plek. Het museum is nu gesloten maar in het voorjaar van 2010 gaan we weer open. Dan wordt dit geïntegreerd en is het een Indisch Herinneringscentrum,'' aldus Bronbeek-commandant Cees Bolderman.
Mevrouw Spoor luisterde aandachtig. Haar benen willen dan wel niet meer zoals vroeger, maar helder denken kan ze nog prima. En natuurlijk veel lezen en het nieuws goed bijhouden.
Ze vroeg onmiddellijk of in dat nieuwe herinneringscentrum ook aandacht wordt gegeven aan wat de Nederlanders voor Indië hebben gedaan. ''Die periode wordt vaak vergeten! Vooral die van voor de oorlog. Altijd heeft men het maar over de politionele acties. Alsof er niet meer was! En wat we tegenwoordig over kampong Lawah Gede horen. De kranten staan er vol van! Mijn man heb ik er in ieder geval nooit over gehoord. Ook in zijn brieven staat er niets over in. Dat was een kampong met een paar djajaks waar de bevolking mee samenspande. De Hollandse troepen waren dat op een goed moment goed zat. Tegenwoordig lijken de rollen wel omgedraaid.''
Ook over de kapitein Westerling geeft ze hoog op: ''Dat was iemand die de gave had om de djajaks er snel uit te halen.'' Het gezelschap, allen van na de oorlog, was er stil van. Zoveel woorden had men niet verwacht.
In Indonesië verkeerde ze in de hoogste regeringskringen, onder meer met Van Mook en minister Beel. Zij en haar man moesten laatstgenoemde regelmatig adviseren.
Bronbeek kreeg eerder een buste van generaal Spoor in bruikleen. Die werd woensdag ook geschonken.
.