Nieuw-Guinea-veteraan: Pet was vergeven van de schimmel 07-03-2013 22:17 | Bert Monster
Indiëveteraan H. Kohlen.
Foto RD, Anton Dommerholt Het uitzicht vanuit zijn kamer op de fraaie tuin van Bronbeek is riant. Indiëveteraan H. Kohlen (85) had zes jaar geleden eerst een kamer op een andere verdieping. „Hier zit ik beter, dicht bij de eetzaal en de huiskamer, en hoef ik de trap niet meer op.”
Kohlen volgt in de naoorlogse jaren een opleiding tot infanterist in Engeland. Terug in Nederland meldt hij zich aan als oorlogsvrijwilliger. In Maastricht leidt hij de eerste dienstplichtigen op. Met die groep vertrekt hij in 1947 naar Nederlands-Indië.
Van zijn ervaringen in Indië herinnert hij zich naar eigen zeggen nog maar weinig. „We hebben er nauwelijks iets meegemaakt. Het was vooral dag en nacht patrouilles lopen.” Kohlen fronst zijn wenkbrauwen, kijkt weg naar buiten en zegt dan dat hij zich één voorval nog wél kan herinneren. „Het was nacht en de vijand naderde ons kamp. Een van mijn collega’s die het mortier bediende, maakte het wapen in allerijl schietklaar en zette het op de grond. Een ander drukte de granaat erin, maar die schoot precies tegen een boom die boven hen stond. Het projectiel ketste via een boomtak terug en de jongeman vond de dood. We hebben de vijand nog achtervolgd en een partij wapens buit gemaakt.”
Het stoort Kohlen als veteranen op televisie en in andere media soms van alles over Indië weten te vertellen, waarbij het volgens hem de vraag is of de verhalen altijd kloppen. „Er zijn excessen geweest in Indië, maar ik heb ze niet gezien of meegemaakt.”
Begin 1950 keert Kohlen terug naar zijn vaderland. Hij gaat als instrumentenmaker aan de slag bij een fabriek in Venlo waar hij voor zijn Indiëperiode ook al werkte. „Toch kon ik het leger niet loslaten. Ik ben opnieuw in dienst gegaan, heb de opleiding tot sergeant gevolgd en ging bij de technische dienst als instrumentenreparateur. Ik herstelde defecte verrekijkers, kompassen en richtmiddelen voor kanonnen.”
Kohlen reist voor zijn werk kriskras door Nederland en gaat in 1962 nog op missie naar Nieuw-Guinea. „Het was daar zo warm en vochtig dat mijn platte pet na een nachtje in de kast vergeven was van de schimmel.”
Daarna is Kohlen een poosje werkzaam in Schaarsbergen en woont hij een periode in het Duitse Seedorf. Na zijn pensionering overlijdt zijn vrouw in 2007. „Met haar had ik afgesproken dat ik naar
Bronbeek zou gaan als zij eerder dan ik zou overlijden. Ik heb woord gehouden. Het bevalt me prima hier. Ik ben geen man die ramen lapt en stofzuigt en poetst. Dat wordt hier gelukkig allemaal voor me gedaan.”
Kohlen is ondanks zijn hoge leeftijd nog gezond en actief. „Elke maandag zwem ik nog, en ik leg graag een kaartje.”
Dit is het vierde deel in een serie gesprekken met bewoners van militair tehuis Bronbeek.
Ref. Dagblad