Ik was aanwezig deze middag, in het kleine Brabantse dorpje Best, net ten noordwesten van Eindhoven. Het is een leuk dagje geworden, het programma duurde van 12:00u tot 17:00u. Zo was er het gamelanorkest Gebyar Sekarsari dat opende, gevolgd door een kleine projectorvoorstelling over Raden Adjeng Kartini, ter ere van haar geboortedag, en dus werd er even stilgestaan bij haar briefwisselingen met Nederlandse penvriendinnen waarin ze blijk gaf van haar bewondering voor de voorlopers van het feminisme en de strijd voor de verbetering van de positie van de vrouw- vanuit haar eigen perspectief in het Javaanse aristocratische leven. HELAAS was voor ons toeschouwers de beeldvoorstelling niet duidelijk te volgen vanwege het veel te kleine lettertype op een veel te klein projectiescherm.
Enfin. Daarnaast was de band Marabunta ook weer in de house, vaak geziene gasten op pasar malams, en zij leverden verspreid over de middag de hoofdmoot van de muziek, zeker niet onverdienstelijk, ze wisten de voetjes van de vloer te krijgen.
Sabine Bolk, een jonge beeldend kunstenares, presenteerde in een kleine modeshow haar batik-designs, gewapend met de kennis die zij daarvoor opdeed in Indonesië.
Shelly Lapré vertelde kort iets over haar project 'de Indische reiskoffer', waarbij mensen tijdens haar workshop hun oude familiefoto's kunnen aanbrengen op een reiskoffer, om zo een speciale vorm te geven aan de verhalen, opdat die niet vergeten worden. Lapré laat deze reiskoffers mét hun verhalen dan o.a. ook zien op scholen.
Er was ook veel dans deze middag. Behalve dat het publiek meerdere malen werd uitgenodigd te potjo-potjoën, werden we ook getrakteerd op verschillende dansoptredens: een Javaanse dans, uitgevoerd door drie dames, die traditioneel voorafgaat aan het Ondel-Ondel poppentheater. Daarnaast de welbekende Ketjakdans of apendans uit Bali. Ook twee Javaanse dansen, één uit Midden-Java, één uit West-Java, verzorgd door danseressen (soloïsten) uit Sekar Langen Budaya Setyawati.
Tot slot was er ook angklungmuziek op deze dag, drie verschillende optredens zelfs. Als eerste de piepjonge Friso Wieringa, die op een grote hangende angklung o.a. Bengawan Solo speelde. Dan het gezelschap Adi Soerja uit Nuenen, dat vooral uit ouderen bestaat, en ruim twintig minuten hun repertoire liet horen. Maar voor mij was de topper van de drie Angklung Eindhoven, bestaande uit jonge Indonesische studenten. Jammer dat zij zo tegen het einde van het programma maar kort de tijd hadden om op te treden.
Halverwege het programma was er een korte speech van de burgemeester van Best, Anton van Aert, gevolgd door een dankwoord van de ambassadeur van Indonesië, Mevr. Retno Marsudi. Zowel de burgemeester als Mevrouw Marsudi hebben nog kort meegedaan met de potjo-potjo.
Eten was er ook, en ik heb de loempia's en bapao's gesampled; erg goed te verteren, de bapao's met een stevige vulling en de loempia's overwegend vegetarisch en mooi roodbruin gebakken. De tjendol was ook erg lekker, en er was nangka beschikbaar om eraan toe te voegen, gratis en voor niets erbij.
Dus: een leuke middag, zo'n Indonesisch cultureel festival in Best, eens een keer zonder de kraampjes die bij een pasar horen, zodat de aandacht werd getrokken naar het podium. Volgend jaar nog een keer.