'Treinkapers De Punt geliquideerd', Na 36 jaar alsnog onderzoek naar dood treinkapers ?

'Treinkapers De Punt geliquideerd'
DVHN | Gepubliceerd op 01 juni 2013, 07:00 Laatst bijgewerkt op 31 mei 2013, 13:50

ASSEN - De mariniers die bij de bevrijdingsactie in de vroege ochtend van 11 juni 1977 de gekaapte trein bij De Punt binnenstormden, hebben nog levende en gewonde Zuid-Molukse kapers geëxecuteerd. Zeker drie en mogelijk vier van de kapers werden door mariniers doodgeschoten. De bij de bestorming omgekomen gijzelaar Rien van Baarsel is niet door een kogel uit een Moluks wapen om het leven gekomen, maar werd dodelijk getroffen door vuur van de mariniers.

Dat zijn de voornaamste conclusies van een onderzoek dat freelance-journalist Jan Beckers samen met Junus Ririmasse, één van de toenmalige kapers, heeft gedaan naar de ontknoping van de gijzelingsactie bij De Punt. Aan de hand van oude autopsierapporten, foto's, tientallen gesprekken met betrokkenen en met steun van een forensisch patholoog trekken zij de conclusie dat 'een aantal mariniers zich schuldig heeft gemaakt aan perversiteiten en zich te buiten ging aan een orgie van bloed en geweld'.

Beckers' bevindingen wijken sterk af van de officiële lezing dat alle gedode kapers omkwamen bij het spervuur op de trein, dat voorafging aan de bestorming. In Molukse kringen bestond altijd al de overtuiging dat een aantal kapers is geliquideerd door mariniers.

Bij de bevrijdingsactie bij De Punt kwamen acht mensen om: zes kapers en twee gijzelaars. Drie jonge Zuid-Molukse kapers overleefden de bestorming. De gijzeling van aanvankelijk 85 reizigers, van wie al snel 40 de trein mochten verlaten, duurde 19 dagen.


In het thema 'treinkaping' op onze website staat allerlei achtergrondinformatie. U vindt hier foto's van de treinkaping, krantenartikelen uit ons archief en foto's die tijdens het onderzoek zijn gemaakt.



Het complete verhaal staat in de zaterdag-editie van Dagblad van het Noorden.

Lees hier ook de reacties:
http://www.dvhn.nl/nieuws/drenthe/article10140853.ece/'Treinkapers-De-Punt-geliquideerd'

Treinkaping nog altijd open zenuw
DVHN | Gepubliceerd op 03 juni 2013, 09:32 Laatst bijgewerkt op 03 juni 2013, 09:59


ASSEN/GRONINGEN - De Molukse acties, die het terrorisme even plotseling als meedogenloos in de eigen achtertuin brachten, zijn nog altijd een open zenuw. Na bijna veertig jaar liggen de dramatische kapingen en gijzelacties nog hypergevoelig. Na de publicatie van het verhaal waaruit blijkt dat mariniers bij de bevrijding van de passagiers van de trein bij De Punt in 1977 kapers liquideerden, ontstak een storm aan reacties. Vooral van boze mensen, een enkeling daargelaten. “Schande!”
"Felle reacties op liquidatieverhaal"
Opvallend genoeg reageren Molukse mensen kalm en genuanceerd op het artikel, dat na drie jaar onderzoek door Jan Beckers tot stand kwam. Geen volkswoede. Het waren ‘hun jongens’, die zich met verkeerde middelen inzetten voor de goede zaak: een onafhankelijke Republiek der Zuid-Molukken, zoals begin jaren vijftig beloofd door de Nederlandse regering, maar nooit nagekomen. Een enkel ingetogen gejuich: “Eindelijk gerechtigheid, maar in de Molukse gemeenschap was dit al bekend.”

Het zijn vooral autochtone Nederlanders die boos reageren. “Wat denkt u te bereiken met deze informatie over een dramatische gebeurtenis in 1977? Mariniers, die hun leven riskeerden om de gegijzelden te redden, natrappen?” En: “Als je een trein kaapt en volkomen onschuldige burgers doodschiet, of een schoolklas gijzelt en kinderen laat schreeuwen ‘Van Agt, wij willen leven’, dan loop je het risico het leven te laten.” De oplossing, met gevoel voor cynisme: “In het vervolg maar watjes er op af sturen als we last hebben van kapers en terroristen.”

Voor alle duidelijkheid: het onderzoek van Beckers richtte zich op de ontknoping van de treinkaping bij De Punt. Bij deze actie schoten de kapers geen gijzelaars dood. Bij de bevrijding door mariniers vielen acht doden: zes kapers en twee passagiers.

Sociaal psycholoog Hans van de Sande begrijpt de boosheid: “Die treinkapingen zorgden voor een enorme schok in Nederland. Wij kenden geen terrorisme, dit hadden we niet eerder meegemaakt. Het was griezelig en naar. De kapingen hielden Nederland in de greep en zorgden voor verdeeldheid. Net als in een oorlogssituatie zagen Nederlanders de Molukkers als vijand. Het was zo intens dat die zenuw nu nog open ligt.”

Dagblad van het
Noorden

RMS wil onderzoek treinkaping

Toegevoegd: dinsdag 11 jun 2013, 21:37
Update: dinsdag 11 jun 2013, 21:59

De regering in ballingschap van de Republiek der Zuid-Molukken (RMS) wil een politiek en strafrechtelijk onderzoek naar de treinkaping bij De Punt in 1977. Dat zei minister Solisa van Educatie en Vorming tijdens de herdenking van kaping.

Journalist Jan Beckers deed samen met een van de kapers onderzoek naar de treinkaping. In een rapport schrijft hij dat er aanwijzingen zijn dat er kapers zijn geëxecuteerd door mariniers. Vier kapers werden gedood met schoten door het hoofd.

Satudarah
Minister Solisa vindt dat het Openbaar Ministerie naar aanleiding van het rapport een onderzoek moet starten. President Wattilete zal daarover "ongetwijfeld" contact opnemen met de Nederlandse regering.

In Bovensmilde en Assen werd vandaag het einde van de treinkaping herdacht, 36 jaar geleden. Er werden kransen gelegd op een begraafplaats en het volkslied van de republiek werd gezongen. Er waren zo'n honderd mensen bij aanwezig, onder wie veel leden van de Molukse motorclub Satudarah.

NOS

Molukkers willen onderzoek naar afloop treinkaping

• 
  De herdenking met minister Solisa
  
  
  

Gepubliceerd:
12 juni 2013, 00:46 uur
Laatste wijziging:
12 juni 2013, 10:20 uur

BOVENSMILDE - De Molukse gemeenschap wil via een e-mail bombardement bij Tweede Kamerleden aandringen op een parlementaire enquete naar de afloop van de treinkaping bij De Punt in 1977.
Mariniers zouden volgens een nieuw onderzoek destijds drie of mogelijk zelfs vier kapers hebben geëxecuteerd. Uit autopsierapporten blijkt dat ze gedood zijn met schoten door het hoofd. De regering in ballingschap van de Republiek der Zuid-Molukken (RMS) wil behalve een politiek onderzoek ook een strafrechtelijk onderzoek naar de rol van de mariniers in 1977.

Herdenking
In Bovensmilde en Assen werd dinsdag het einde van de treinkaping herdacht, 36 jaar geleden. Er waren honderden mensen bij de herdenkingen aanwezig.

RTV Drenthe

Geheime nota: Molukse treinkapers door kogelregen gedood



Door: Ana van Es − 30/11/13, 02:00

Het ministerie van Justitie heeft 35 jaar lang een nota geheim gehouden waaruit blijkt dat zes Molukse treinkapers in 1977 door tientallen kogels zijn gedood. Opeenvolgende ministers hebben volgehouden dat van een kogelregen geen sprake is geweest, laat staan dat ze opzettelijk zijn gedood. Maar al in 1978 was op het ministerie bekend dat de gedode kapers samen getroffen zijn door 144 kogels. Dat blijkt uit nog niet openbare dossiers over de treinkaping in het Nationaal Archief, die de Volkskrant de afgelopen maanden mocht inzien. .

'Dit is heel pittig', zegt Dries van Agt, toenmalig minister van Justitie (CDA), die verantwoordelijk was voor de aanval. Hij ziet kogelaantallen per gedode kaper. '40 kogels, 33 kogels en 28 kogels, dat is niet mis. Ik kom dit nu pas aan de weet. Toen ik in 1977 de Tweede Kamer informeerde, wist ik hier niets van.'

Op 11 juni 1977 beëindigden militairen van een speciale eenheid de treinkaping bij het Drentse gehucht De Punt. Daarbij vielen acht doden: zes van de negen Zuid-Molukse kapers en twee gegijzelden. Geen andere naoorlogse antiterreuractie in Nederland eiste zoveel levens.

Van Agt meldde kort na afloop van de kaping in de Tweede Kamer dat de gedode kapers niet zijn getroffen 'door een regen van kogels'. Over de beschieting zei hij: 'Die had niet tot doel hen te doden.' De werkelijkheid was anders, bleek al snel. In maart 1978, negen maanden na de kaping, kreeg het ministerie de autopsierapporten van de zes overleden kapers. De zaak belandde op het bureau van de toen 27-jarige hoofdambtenaar Ernst Hirsch Ballin (CDA), die later zelf minister van Justitie zou worden.

Hirsch Ballin legde in een tot nu toe onbekende nota vast door hoeveel kogels elke kaper is getroffen: 12, 40, 18, 28, 13, 33. Zijn conclusie: de autopsierapporten schetsen een ander beeld van de beschieting dan het officiële regeringsverhaal. 'Men zal daaruit afleiden dat de treinkapers, anders dan minister Van Agt op 23 juni 1977 in de Tweede Kamer verklaarde, wel degelijk door een regen van kogels getroffen zijn. Ook de verklaring van de minister, dat niet beoogd werd de kapers te doden, zal aan geloofwaardigheid inboeten.'

In de kluis
Zijn bevindingen lagen gevoelig, want Van Agt was op dat moment premier van Nederland. De nota van Hirsch Ballin verdween samen met andere geheime documenten over de treinkaping in de kluis. Toenmalig minister van Justitie Job de Ruiter (CDA) zegt dat de nota van Hirsch Ballin hem nooit heeft bereikt. 'De inhoud van de nota heeft mij niets doen herinneren.'

Minister van Justitie Ivo Opstelten (VVD) kreeg onlangs vragen uit de Tweede Kamer over een onderzoek waarin staat dat enkele kapers door militairen zouden zijn geliquideerd. Als antwoord verwijst hij naar onder meer de opmerkingen van Van Agt op 23 juni 1977, die 35 jaar geleden al onjuist bleken. Zijn woordvoerder wil daarop niet inhoudelijk reageren, want binnenkort moet Opstelten nieuwe Kamervragen over de treinkaping beantwoorden.


Volkskrant

Triest. In- en intriest en zeker voor de slachtoffers, hun familieleden en de overige belanghebbenden, dat wederom een wel zeer bekende kreet wordt ge-uit:

Dass hab'ich nicht gewusst..... En dit had men ooit een ander volk verweten. !!!! Met het overbekende vingertje wijzen naar andermans fouten. Oh wat is Nederland weer ontzettend groot in haar nietige microscopische kleinheid.

Als ik jouw reet schoonmaak, doe ik de jouwe schoonmaken.
Men vergeet echter één ding: Ze hebben stront aan hun vingers kleven, want een botol cebok gebruik kennen ze niet. Smerig zooitje.

En niemand heeft het gedaan en dus blijft men ongestraft????

Bah. Hypocriet zooitje. Snap niet dat ze ongestoord al die jaren hebben kunnen slapen, zonder dat het geweten knaagde.

Of wordt er straks een "lagere" die de trigger overhaalde opgeofferd?

'Na 36 jaar transparantie gewenst over Molukse kaping'

OPINIE - Raoul du Pré − 30/11/13, 14:03

Over de Molukse treinkaping bestaat nog steeds te veel onduidelijkheid. Dat kan het kabinet niet zo laten, schrijft Raoul du Pré in het commentaar van de Volkskrant.  


"Vanwege die impact is het van belang dat de overheid in deze zaak na 36 jaar het roer omgooit. De staat moet zijn geweldsmonopolie elke dag opnieuw verdienen"

Opnieuw blijkt dat het hele verhaal over de Molukse treinkaping bij De Punt in juni 1977 nog niet is verteld. Nog nooit is systematisch onderzoek gedaan naar het overheidsoptreden rond de met dodelijk geweld beëindigde terreuractie, waarbij zes kapers en twee gegijzelden stierven. Archiefstukken zijn officieel geheim tot het jaar 2053.

Dat er nog wel degelijk veel te onthullen valt, wordt steeds duidelijker. Eerder dit jaar kwamen de autopsierapporten van de gedode kapers al boven water, waaruit blijkt dat er veel meer geweld tegen hen is gebruikt dan het demissionaire kabinet-Den Uyl destijds meldde. Dat is ook het verhaal dat ooggetuigen, nabestaanden en diverse direct betrokkenen al jaren vertellen.

Nu voegt de Volkskrant eraan toe dat belastende documenten al die tijd zijn stilgehouden door het ministerie van Justitie: ja, er was wel degelijk een kogelregen, maar aangezien minister Van Agt dat tegenover de Kamer had ontkend, vond hoofdambtenaar Ernst Hirsch Ballin het beter dat niet te openbaren. De indruk dat de gijzelnemers feitelijk van dichtbij geliquideerd zijn, wordt zo steeds sterker.

Een makkelijk oordeel past hier niet. Het kabinet stond onder hoge druk. Met name premier Den Uyl ging zwaar gebukt onder de gevolgen van de beslissingen die hij in die dagen moest nemen. Niet lang voor zijn dood, in 1987, sprak hij nog van 'de verschrikking van de geweldstoepassing (...) want het was een executie, van mensen in overtreding, maar het blijft een executie.'

Geweldsmonopolie
Vanwege die impact is het van belang dat de overheid in deze zaak na 36 jaar het roer omgooit. De staat moet zijn geweldsmonopolie elke dag opnieuw verdienen. Dat kan alleen door er volstrekt transparant mee om te gaan. En als dat door omstandigheden niet meteen kan, dan toch op z'n minst achteraf. Het lijkt erop dat rond de treinkaping precies het tegenovergestelde is gebeurd. De vragen blijven: waren de marsorders van het kabinet voldoende doordacht, hoe gingen de militairen daarmee om, was het geweld onvermijdelijk of had het ook anders gekund?

Daar kan, ook na 36 jaar, het huidige kabinet op worden aangesproken. Hoogste tijd voor een serieus onderzoek.

Raoul du Pré is chef van de politieke redactie.

VK

'Verschaf helderheid over kogelregen tijdens Molukse treinkaping'

Door: Natalie Righton − 02/12/13, 07:05


PvdA en SP willen opheldering van minister Ivo Opstelten van Justitie over de gewelddadige beëindiging van de Molukse treinkaping bij De Punt in 1977.

'Deze zaak stinkt. Omwille van alle betrokkenen -politici, voormalig gegijzelden, familieleden van de kapers - is het van belang dat de onderste steen boven komt', zegt het SP-Kamerlid Harry van Bommel. Zijn PvdA-collega Jeroen Recourt: 'We kunnen dit niet laten rusten zonder dat er duidelijkheid is. Hier moet helderheid over komen.'

Regen van kogels
De langslepende kwestie draait om de bewering dat de Molukse treinkapers in 1977 niet met opzet zijn gedood, zo hebben opeenvolgende ministers van Justitie volgehouden. Uit een niet eerder openbaar gemaakte nota waaruit de Volkskrant dit weekeinde citeerde, blijkt dat ze door een 'regen van kogels' zijn omgekomen. De bewering 'dat niet beoogd werd de kapers te doden, zal aan geloofwaardigheid inboeten', staat in een officieel document dat 35 jaar lang is verzwegen.

Van Bommel ziet de recente onthulling als 'een nieuwe stap in de fase naar een parlementair onderzoek'. De SP stelde onlangs samen met de PvdA Kamervragen aan minister Opstelten (VVD) over een onderzoek dat eerder dit jaar verscheen, waarin staat dat enkele kapers door militairen zijn geliquideerd. De beantwoording van die vragen wordt in januari verwacht.



Volgens de SP is de cruciale vraag of de regering bereid is dit dossier als niet gesloten te verklaren. Van Bommel: 'Door de regering en sommige Kamerleden is de indruk gewekt dat dit debat af is. Maar dit debat is niet af.'

'Allerminst verjaard'
Het ChristenUnie-Kamerlid Gert-Jan Segers kan zich 'goed voorstellen dat het heel heilzaam is om deze zaak te onderzoeken'. Hij vindt de kwestie allerminst verjaard: 'We hebben recent ook nog onderzoek gedaan naar voorvallen in Nederlands-Indië en de Tweede Wereldoorlog.'

Tot nu toe is geen systematisch onderzoek gedaan naar het geweldsoptreden van de overheid bij De Punt, waarbij zes kapers en twee gegijzelden stierven. Archiefstukken hierover zijn tot 2053 in beginsel niet openbaar. Inzage kan alleen worden verkregen na schriftelijke toestemming van Justitie.

In juni 2013 kwamen details uit de autopsierapporten boven water via het Dagblad van het Noorden. Daaruit blijkt dat meer geweld tegen de kapers is gebruikt dan het demissionaire kabinet-Den Uyl destijds meldde. Premier Den Uyl ging gebukt onder de gevolgen van de beslissingen die hij in 1977 moest nemen. Niet lang voor zijn dood, in 1987, sprak hij van 'de verschrikking van de geweldstoepassing (...) want het was een executie, van mensen in overtreding, maar het blijft een executie.'

VK

Na 36 jaar alsnog onderzoek naar dood treinkapers



Door: Ana van Es − 21/12/13, 06:00


Na ruim 36 jaar gaat het ministerie van Justitie alsnog onderzoek doen naar het doodschieten van zes Molukse treinkapers bij De Punt in 1977. Dat maakte minister Opstelten van Veiligheid en Justitie vrijdagavond bekend. .

Op 11 juni 1977 bevrijdden Nederlandse mariniers een door Zuid-Molukkers gekaapte trein bij het Drentse De Punt. Bij deze militaire aanval, operatie Mercedes, vielen in een kwartier tijd acht doden: zes van de negen kapers, twee gegijzelden. Het officiële regeringsverhaal is tot op de dag van vandaag dat niet is geschoten met als doel kapers te doden.

Ondanks decennialange twijfels over dit verhaal, hebben opeenvolgende ministers van Justitie altijd geweigerd om onderzoek te doen naar de toedracht van de militaire actie. Maar na herhaalde vragen van de SP en de PvdA in de Tweede Kamer laat Opstelten nu weten dat hij 'nader archiefonderzoek' gaat doen.

Het Nederlands Forensisch Instituut (NFI) gaat de autopsierapporten onderzoeken van de acht slachtoffers. Ook raadpleegt het ministerie van Justitie drie externe deskundigen: een rechter, een oud-militair en een wetenschapper. De uitkomsten worden verwacht in het voorjaar van 2014.

Onlangs onthulde de Volkskrant een nota die in 1978, negen maanden na de treinkaping, is geschreven door toenmalig hoofdambtenaar Ernst Hirsch Ballin, de latere minister van Justitie (CDA). Hij schrijft dat de treinkapers samen door 144 kogels zijn geraakt en dat het officiële regeringsverhaal over de bevrijding van de trein deels onjuist is. Deze nota verdween in de kluis, onzichtbaar voor de buitenwereld.

Volkskrant

'Overheid heeft besloten om trein te bestormen, dan moet je daar voor staan'



Door: Ana van Es − 23/12/13, 10:41


’Overal zat dons, vastgekoekt aan het bloed’


Interview Op de zaterdag in juni 1977 dat militairen de treinkaping bij De Punt beëindigden, werd de patholoog-anatoom uit bed gebeld om sectie te verrichten. Voor het eerst vertelt hij wat hij zag. .




© An-Sofie Kesteleyn, de Volkskrant.
Hendrik Jan Houthoff


'De manier waarop het ministerie van Justitie en de regering met de feiten zijn omgegaan, zit me nog altijd dwars. Ik vind het getuigen van een gebrek aan lef en allure van de overheid. Zij hebben het besluit genomen om die trein te bestormen. Dan moet je daar voor staan. Als iets niet goed is gegaan, moet je dat gewoon toegeven. Dat is hier niet gebeurd.'

HendrikJan Houthoff (70) is opgeleid als patholoog. Ruim 36 jaar geleden, op zaterdag 11 juni 1977, verrichtte hij met twee collega's sectie op de lichamen van twee gegijzelden en zes Zuid-Molukse kapers. Ze waren die ochtend doodgeschoten bij de militaire beëindiging van de treinkaping bij De Punt. Het officiële verhaal is dat de kapers niet met opzet zijn gedood.

De autopsierapporten die Houthoff en zijn collega's schreven, lagen decennialang in een kluis. Maar nu ziet minister Opstelten (Veiligheid en Justitie, VVD) ze ineens als belangrijk bewijs. Hij laat de autopsierapporten onderzoeken door het Nederlands Forensisch Instituut (NFI), om vast te stellen of de zes kapers niet zijn geliquideerd.

Praten over die zaterdag in juni, dat doet Houthoff nu voor het eerst. 'Dat heb ik nooit gedaan. We werden vooraf ingezworen door de rechter-commissaris in Groningen. Het was achteraf niet de bedoeling dat we over die dingen communiceerden. Dat deed je nooit bij een gerechtelijke sectie.'

Dons aan het bloed
'Ik werd uit bed gebeld, of ik onmiddellijk naar Groningen kon komen. Toen wij bij het Academisch Ziekenhuis kwamen, waren de lijken er al. Ze waren niet om aan te zien. Overal zat dons, vastgekoekt door het geronnen bloed. Dat was een aangrijpend gezicht, zo onder de veren. Donsballetjes, dat waren het.' .


Volgens mij hadden één of twee zelfs nog een stuk slaapzak om, totaal aan flarden geschoten. Daar zag je aan dat ze absoluut per acuut doodgeschoten waren. Ze hadden blijkbaar niet eens de tijd gehad om op te staan, om uit hun slaapzak te komen.
Patholoog Hendrik Jan Houthoff

'Als patholoog ben je natuurlijk wel wat gewend, maar dit was buitenproportioneel. Qua aantal lichamen, dat dons overal, al die schotwonden. Het zag er ziek uit, zelfs voor een sectiezaal.'

'Ze lagen naast elkaar. We deden het met z'n drieën. Bij mensen die zijn doodgeschoten, heb je normaal een of twee kogelgaten. Niet de aantallen die je hier zag. Ze waren doorzeefd. We moesten dus röntgenapparatuur gaan lenen bij interne geneeskunde, om die kogels zoveel mogelijk te traceren.'

Hansina U.
'Die dag heb ik gewoon professioneel mijn werk gedaan. Het was hard doorwerken, om alles af te krijgen. Toen ik die avond thuiskwam, weet ik zeker dat ik op de radio of de televisie Van Agt (minister van Justitie in 1977, red.) hoorde zeggen dat de kapers in de stress van de bevrijding waarschijnlijk op elkáár waren gaan schieten.'

'Daar werd ik echt naar van. Ik ben het nooit vergeten. Van Agt kon nog niks weten over de toedracht, want die is pas later door ons doorgebeld.' Kort daarop zou minister Van Agt in de Tweede Kamer verklaren dat de kapers wel door militairen zijn gedood, maar niet 'door een regen van kogels.'

Houthoff leest het autopsierapport dat hij schreef over de enige vrouwelijke treinkaapster: Hansina U. (22). Ze heeft 40 schotwonden, onder meer in haar schaamstreek. Volgens het rapport is ze gedood door een kogel die haar in het hart raakte en de rechterlongslagader verscheurde.

Hij leest, zegt dan: 'Tsjongejonge. Niet te geloven.' Maar Hansina is niet alleen in het hart geraakt. Ze is ook in het hoofd geschoten, op een opvallende plaats: achter het rechteroor. Die kogel heeft, zoals Houthoff het noteerde in zijn verslag uit 1977 'door verwonding van de hersenen mogelijk niet direct de dood, maar wel bewusteloosheid' veroorzaakt. .


'De trein is vanaf een afstand beschoten door scherpschutters. Je verwacht daarom dat die kogels dezelfde baan volgen. Maar sommige kogels hebben een totaal andere baan gevolgd dan de anderen. Dat kan betekenen dat de kapers zich hebben bewogen tijdens de beschieting.'

'Later las ik iets waarvan ik dacht: dat zou het ook heel goed kunnen verklaren. Dat de mariniers die na de eerste beschieting in de trein zijn gekomen, alles wat bewoog nog even zouden hebben afgeschoten.'

Nooit opgeroepen
Kunnen die oude autopsierapporten nu nog helpen om de waarheid te achterhalen? In de verslagen van Houthoff en zijn collega's ontbreekt cruciale informatie: met welk type kogels is geschoten. 'De kogels die we aantroffen, leken van hetzelfde type en kaliber. Maar ik ben geen munitie-expert. Ze zijn overgedragen aan justitie. Zij hebben dat verder onderzocht.'

'Het was voor ons niet te bepalen in welke volgorde de kogels zijn afgeschoten. Als er tien keer achter elkaar wordt geschoten, is dat verschil niet meer te zien. Vergeet bovendien niet: dit was 1977. Zo'n sectie ging er anders aan toe dan je nu in televisieprogramma's ziet.'

Binnen twee weken na de aanval op de trein lagen de autopsierapporten op het parket in Assen. 'Toen was alles bij Justitie bekend. Maar er is nooit iets mee gedaan. Wij zijn ook niet als deskundigen opgeroepen tijdens het proces tegen de drie kapers die nog leefden, in Assen.'

Onlangs las Houthoff in de Volkskrant dat binnen Justitie achter de schermen nog lang met de rapporten is gesold. De ouders van de overleden treinkapers wilden inzage in de stukken, maar de top van het Openbaar Ministerie probeerde dat te voorkomen.

In maart 1978, negen maanden na dato, belandde het dossier op het bureau van hoofdambtenaar Ernst Hirsch Ballin, zelf later minister van Justitie (CDA).

Het kwam tot een compromis: de toen vooraanstaande patholoog Jan Zeldenrust, van het gerechtelijk laboratorium in Rijswijk, maakte op basis van de autopsierapporten zijn eigen aantekeningen en besprak die met de ouders.

'Vanuit Justitie gezien is dat een handige oplossing. Zeldenrust, dat was namelijk hun man. Maar eigenlijk is het een beetje glibberig. Wij hebben die secties gedaan, maar we wisten van niets. Het is een gebrek aan oprechtheid van de overheid.'

Volkskrant

do 27 feb 2014, 18:34

Opstelten praat niet met nabestaanden kaping


DEN HAAG/BOVENSMILDE -
Minister Ivo Opstelten van Veiligheid en Justitie gaat voorlopig niet met nabestaanden van de Molukse kapers van de trein bij De Punt om de tafel. Wel zal de minister in het kader van het archiefonderzoek naar het gewelddadige einde van de kaping in 1977 een informeel en informatief gesprek voeren met een „brede Molukse delegatie”, meldde een woordvoerder van het ministerie donderdag.


Opstelten vindt het belangrijk om de opzet van het onderzoek persoonlijk toe te lichten aan de Molukse gemeenschap, zo zei de woordvoerder. Maar hij vindt het „niet passend en niet verstandig” als in de delegatie ook betrokkenen zitten die een zaak tegen de Staat willen aanspannen vanwege het geweld dat het leger bij de beëindiging van de kaping gebruikte. Bij de bevrijding van de trein kwamen zes kapers en twee passagiers om het leven.

Volgens journalist Jan Beckers, nabestaanden van de gedode kapers en ex-kaper Junus Ririmasse heeft het leger indertijd buitensporig veel geweld gebruikt. Zij deden 3 jaar onderzoek naar de afwikkeling van de kaping en concluderen dat mariniers drie en mogelijk vier nog levende en gewonde Zuid-Molukse activisten hebben geëxecuteerd. Hun advocaat Liesbeth Zegveld bereidt met de nabestaanden een zaak voor tegen de Nederlandse staat.

Opstelten en minister Jeanine Hennis-Plasschaert (Defensie) besloten in december tot een „nader archiefonderzoek” na vragen van de Tweede Kamer. De Molukse stichting Buat is gevraagd om een delegatie samen te stellen voor het gesprek met Opstelten, dat medio maart moet gebeuren. „Het is pijnlijk en betreurenswaardig dat de nabestaanden worden buitengesloten”, vindt Beckers. De families van de gedode kapers voelen zich niet vertegenwoordigd door Buat, stellen hij, Ririmasse en Nona Lumalessil, de zus van de in 1977 omgekomen kaper Ronny Lumalessil. „Na 37 jaar worden we opnieuw genegeerd en gepasseerd.”

De treinkaping bij De Punt begon op 23 mei 1977 en eindigde 20 dagen later met een bestorming door het leger.

Telegraaf

Geen gesprek Opstelten Molukkers


woensdag 26 mrt 2014, 18:09 (Update: 27-03-14, 02:16)



Het gesprek dat minister Opstelten van Veiligheid en Justitie zou hebben met vertegenwoordigers van de Molukse gemeenschap gaat niet door. Opstelten wilde een brede Molukse delegatie toelichten wat het onderzoek inhoudt dat hij heeft laten instellen naar de beëindiging van de treinkaping bij De Punt in 1977. Maar Opstelten wil niet dat ex-kapers, nabestaanden van omgekomen kapers en hun advocaat Liesbeth Zegveld deel uitmaken van de Molukse delegatie.

Bij de bestorming van de door Molukkers gekaapte trein door mariniers kwamen twee passagiers en zes kapers om het leven. Het nader archiefonderzoek dat nu in opdracht van Opstelten en zijn collega Hennis-Plasschaert van Defensie wordt verricht, moet meer duidelijkheid geven over de omstandigheden waaronder de kapers zijn gedood.

Niet passend

Volgens journalist Jan Beckers, die drie jaar onderzoek deed naar de afloop van de treinkaping, hebben mariniers buitensporig veel geweld gebruikt. Hij concludeerde dat mariniers enkele gewonde Molukse kapers hebben geëxecuteerd. Advocaat Liesbeth Zegveld bereidt namens de nabestaanden een procedure tegen de Nederlandse staat voor.

Omdat Opstelten aan de Molukse gemeenschap wilde uitleggen waar het archiefonderzoek uit bestaat, vroeg hij de stichting Buat, die fungeert als aanspreekpunt voor de overheid voor Molukse kwesties, een delegatie samen te stellen. Dat stuitte op veel weerstand bij de nabestaanden omdat die niet werden uitgenodigd. Volgens een woordvoerder van Opstelten vond de minister het niet passend om met nabestaanden en hun advocaat rond de tafel te gaan zitten gezien de aangekondigde procedure. De stichting Buat trok zich daarop terug.

Niet uit de weg

Junus Ririmasse, een van de drie kapers die de bestorming overleefden, is teleurgesteld dat het gesprek niet doorgaat. "Het onderzoek gaat toch over wat zich binnen de trein heeft afgespeeld? Waarom wil Opstelten daar met de nabestaanden niet over praten, zij zijn toch belanghebbend?''

Volgens een woordvoerder van Opstelten gaat de minister het gesprek met de nabestaanden niet uit de weg. "Op het moment dat het onderzoek klaar is en de resultaten er zijn, zullen we zeker het gesprek met hen aan gaan. Maar niet nu.''


NOS Nieuws



=====
"we willen wel in gesprek gaan, maar niet nu..."
hoe zat het ook weer met dat spreekwoord met iets over uitstel en afstel enzo....  
w.

Nabestaanden Molukse kapers willen parlementaire enquête

Gepubliceerd: 10 juni 2014, 20:50 uur

DE PUNT - De nabestaanden van de omgekomen Molukse kapers willen een parlementaire enquête naar de beëindiging van de treinkaping bij De Punt in 1977.

De nabestaanden, verenigd in het Regionaal Comité 11 juni, organiseren de herdenking van de kaping van 37 jaar geleden. Zes van de negen Molukkers kwamen bij de bestorming van de trein om het leven. Volgens journalist Jan Beckers, nabestaanden van de gedode kapers en ex-kaper Junus Ririmasse heeft het leger indertijd buitensporig veel geweld gebruikt. Zij deden drie jaar onderzoek naar de afwikkeling van de kaping en concluderen dat mariniers drie en mogelijk vier nog levende en gewonde Zuid-Molukse activisten hebben geëxecuteerd. Minister van Justitie Ivo Opstelten stelde daarop een archiefonderzoek in.

Het comité plaatst vraagtekens bij de onpartijdigheid van het onderzoek van Opstelten. Volgens de groep is het een kwestie van de slager die zijn eigen vlees keurt. Ook vinden ze het niet helder wat de onderzoeksvragen zijn en of alle bronnen op en toegankelijk zijn. Ook vragen ze zich af of nog levende personen gehoord zullen worden. Het comité wil dan ook een parlementair onderzoek. Er wordt nog gewerkt aan een vooronderzoek om te beoordelen of het voeren van een juridische procedure tegen de Nederlandse Staat haalbaar is.

RTV Drenthe

11 juni 2014-07:23

FBI: 'NL liquideerde Molukkers'

K. van den Berg | 11 jun 2014 | 07:23


Bij de treinkaping in De Punt door Zuid-Molukse terroristen 37 jaar geleden, zou de Nederlandse marine de treinkapers opzettelijk hebben geliquideerd.

Dat veronderstelden het Britse ministerie van Defensie en de Amerikaanse FBI indertijd. Dit blijkt uit geheime documenten die de Volkskrant in handen kreeg.

"Uit al het bewijs is duidelijk dat de mariniers de bedoeling hadden om de terroristen allen te doden, of zoveel als mogelijk, om achteraf problemen in de rechtbank te voorkomen", is te lezen in een document van het Britse ministerie van Defensie toentertijd. In Molukse kring werd al eerder verondersteld dat de kapers doelgericht ter dood gebracht werden.

Woensdag is het precies 37 jaar geleden dat de treinkaping in De Punt plaatshad. Bij de kaping kwamen acht mensen om het leven: twee treinpassagiers en zes van de negen terroristen.

PowNed

Inzameling voor rechtszaak Molukse treinkaping

OOST-SOUBURG - Journalist Jan Beckers heeft tijdens het Pasar Maluku in Oost-Souburg geld ingezameld voor het starten van een rechtszaak tegen de Nederlandse staat. De Vlissingse journalist heeft onderzoek gedaan naar de rol van de Nederlandse regering bij de treinkaping in 1977.

Geheim
Met de rechtszaak wil Beckers 'het echte verhaal' rondom de treinkaping naar boven krijgen. Zijn onderzoek wees uit dat het Ministerie van Justitie 35 jaar lang een nota geheim heeft gehouden waaruit blijkt dat zes Molukse treinkapers door tientallen kogels zijn gedood.

Kogelregen
Opeenvolgende ministers hebben volgehouden dat van een kogelregen geen sprake is geweest, laat staan dat de kapers opzettelijk zijn gedood. Maar volgens Beckers was in 1978 op het ministerie al bekend dat de zes gedode kapers zijn getroffen door 144 kogels.

Zwaargewond
Jan Beckers heeft samen met Junus Ririmasse, één van de kapers, het onderzoek gedaan. Ririmasse raakte zelf zwaargewond nadat tien kogels hem troffen. Ririmasse heeft voor zijn rol bij de treinkaping acht jaar in de gevangenis gezeten.


Gezellig
Op Pasar Maluku in Oost-Souburg staan voornamelijk eetkraampjes en er heerst een gezellige sfeer. Toch zijn de bezoekers blij met het kraampje van Beckers en Rimimasse. Zij vinden het goed dat het onder de aandacht wordt gebracht, omdat het onderdeel is van de Molukse geschiedenis.


laatste keer aangepast: za 16-08-2014, 15:41
geplaatst op: za 16-08-2014, 12:32

met video en audio

Omroep Zeeland

wo 05 nov 2014, 08:14|
Nabestaanden treinkapers stellen Staat aansprakelijk

GRONINGEN - Een groep Molukse nabestaanden van de in 1977 omgekomen kapers en één gijzelnemer van de trein bij het Drentse De Punt klagen de Staat aan. In een brief aan minister Opstelten van Veiligheid en Justitie stelt hun advocate Liesbeth Zegveld dat enkele kapers indertijd „opzettelijk zijn doodgeschoten”.
Mariniers hebben tijdens de bestorming op 11 juni van dat jaar de kapers „in de trein vermoord terwijl ze al waren uitgeschakeld en geen verzet boden”, aldus Zegveld.
Drie van hen zijn niet van buitenaf door mitrailleurvuur, maar van korte afstand met pistolen in het hoofd en in de rug geschoten. Toen waren ze al zwaargewond. Ook beschuldigt Zegveld de Staat ervan dat mariniers nog op de kapers hebben geschoten toen die al dood waren.

Telegraaf

Molukkers klagen Staat aan om treinkaping

Een groep Molukse nabestaanden van de in 1977 omgekomen kapers en één gijzelnemer van de trein bij het Drentse De Punt klagen de Staat aan. In een brief aan minister Opstelten van Veiligheid en Justitie stelt hun advocate Liesbeth Zegveld dat enkele kapers indertijd 'opzettelijk zijn doodgeschoten''.

5 november 2014, 10:08 Bron: ANP

Mariniers hebben tijdens de bestorming op 11 juni van dat jaar de kapers 'in de trein vermoord terwijl ze al waren uitgeschakeld en geen verzet boden', aldus Zegveld. Slechts één van de negen kapers zou zijn wapen hebben gebruikt.

Drie van de gedode gijzelnemers zijn niet van buitenaf door mitrailleurvuur, maar van korte afstand met pistolen in het hoofd en in de rug geschoten toen mariniers de trein waren binnengedrongen. Toen waren de gijzelnemers al zwaargewond. Ook beschuldigt Zegveld de Staat ervan dat mariniers nog op de kapers hebben geschoten toen die al dood waren. Verder is gebruikgemaakt van speciale munitie die onnodig letsel veroorzaakt en dat is verboden, aldus Zegveld.

Bij de bestorming en bevrijding van de trein kwamen zes van de negen kapers en twee passagiers om het leven. Uit de autopsierapporten uit 1977, die de nabestaanden onlangs ter inzage kregen, zou blijken dat de gijzelnemers in totaal door 144 kogels zijn geraakt. 'Het opzettelijk doodschieten en gebruik van disproportioneel geweld is onrechtmatig', stelt de advocate. De nabestaanden eisen excuses en schadevergoeding.

Volkskrant

'Verhaal regering blijft overeind in rapport Molukse gijzelingsacties'

Vandaag presenteren minister Opstelten (Veiligheid en Justitie, VVD) en minister Hennis-Plasschaert (Defensie, VVD) een onderzoek naar de bestorming van de gekaapte trein bij De Punt. Het regeringsverhaal uit 1977, dat bij de bestorming slechts 'beheerst geweld' is gebruikt, blijft daarin overeind staan, zegt Karel Monsjou, de vader van een omgekomen gegijzelde. Hij is gisteren als eerste bijgepraat over de uitkomsten.

Door: Ana van Es 19 november 2014, 02:00


Bij de beëindiging van de treinkaping kwamen zes Zuid-Molukse kapers en twee gegijzelden om het leven. De officiële regeringslezing uit 1977, van toenmalig minister van Justitie Dries van Agt (CDA, Justitie) ligt sinds anderhalf jaar in de Tweede Kamer onder vuur. Maar de onderzoekscommissie past voor deze kritiek, zegt Monsjou, die zijn 20-jarige dochter Ans verloor bij de bestorming. 'Ze verwijzen steeds weer terug naar wat Van Agt indertijd heeft gezegd.'

Monsjou, zelf oud-militair, verdenkt mariniers ervan dat ze het vuur hebben geopend op het portaal waar zijn dochter sliep, hoewel ze dankzij een warmtecamera en afluisterapparatuur van haar aanwezigheid op de hoogte konden zijn.


Niets nieuws

Maar de onderzoekscommissie maakte hem gisteren niet veel wijzer. 'Eigenlijk hebben ze niets nieuws verteld. We hebben altijd gewacht op een woord van sorry, en nu hebben we nog steeds geen excuses gehad.'

De presentatie van het onderzoeksrapport vindt plaats onder strakke regie. In besloten sessies van een uur worden eerst mariniers, de Molukse gemeenschap en ex-gegijzelden bijgepraat. Molukse nabestaanden van de zes omgekomen kapers zijn ook uitgenodigd, maar zij weigeren te komen. Via hun advocaat Liesbeth Zegveld stelden ze eerder deze maand de staat aansprakelijk voor 'executies'.

Aan het einde van de middag volgt de onthulling van een animatiefilm door beide ministers, waarin te zien is hoe de bestorming van de gekaapte trein door Nederlandse mariniers op 11 juni 1977 volgens de onderzoekscommissie is verlopen. Vervolgens wordt het onderzoeksrapport naar de Tweede Kamer gestuurd.

Volkskrant

Kabinet accepteerde dood treinkapers De Punt 

Gepubliceerd: 19 november 2014 15:20

Laatste update: 19 november 2014 15:22

Het kabinet heeft geaccepteerd dat waarschijnlijk alle gijzelnemers zouden omkomen bij het militaire ingrijpen waarbij een einde werd gemaakt aan de treinkaping bij De Punt in 1977.

Dat blijkt uit archiefonderzoek dat minister Ivo Opstelten van Veiligheid en Justitie heeft laten doen op verzoek van de Tweede Kamer.

"Het doel van het plan was de bevrijding en bescherming van de gegijzelde passagiers in de trein. De consequentie dat waarschijnlijk alle gijzelnemers zouden omkomen, werd aanvaard", zegt Opstelten.

"Het uitgeoefende geweld door de precisieschutters en de mariniers viel binnen de grenzen van de geweldstoepassing die door het bevoegd gezag was voorzien en aanvaard", aldus Opstelten woensdag in een verklaring.

In het archiefonderzoek zijn geen feiten of omstandigheden naar voren gekomen waaruit blijkt dat het besluit tot ingrijpen destijds onzorgvuldig, onvolledig of onjuist is geweest. Het optreden berustte op een toereikende wettelijke grondslag, aldus de minister.

Nu.nl

19 november 2014 16:54, in: Onderzoek treinkaping

Conclusies treinkaping De Punt op een rij

Wat is er precies gebeurd toen militairen in 1977 de treinkaping bij De Punt beëindigden? In opdracht van de ministeries van Justitie en Defensie is daar onderzoek naar gedaan. De belangrijkste conclusies:

• Bij de beëindiging van de treinkaping in 1977 bij De Punt kwamen zes van de negen gijzelnemers om. Ook twee passagiers stierven. "De consequentie dat waarschijnlijk alle gijzelnemers zouden omkomen, werd aanvaard. Het uitgeoefende geweld door de precisieschutters en de mariniers viel binnen de grenzen van de geweldstoepassing die door het bevoegd gezag was voorzien en aanvaard", zegt het kabinet.
  
• Toenmalig minister van Justitie Dries van Agt zei destijds dat mariniers niet hebben geschoten op gijzelnemers die zich niet met een vuurwapen verzetten. Over de zes gijzelnemers die zijn gedood, kan van één gezegd worden dat hij zich verzet heeft met een wapen. Drie gijzelnemers die in de kop van de trein zaten, hadden wel vuurwapens, maar er zijn geen aanwijzingen dat ze die ook hebben gebruikt. Een vrouwelijke gijzelnemer had geen vuurwapen, zij is wel doodgeschoten. De zesde werd door precisievuur van buitenaf gedood.
  
• Volgens het kabinet zijn er geen aanwijzingen gevonden dat de zes gedode gijzelnemers zich duidelijk waarneembaar hebben overgegeven.
  
• In 1987 nam de in 1977 verantwoordelijke minister-president Joop den Uyl op persoonlijke titel deel aan een praatprogramma. Daarin gebruikte hij het woord 'executie'. "Daarmee bracht hij zijn persoonlijke emoties onder woorden. Het toenmalige kabinet heeft de term 'executie' niet gebruikt. Het archiefonderzoek geeft ook geen aanleiding tot het gebruik van die term", zegt het kabinet nu.
  
• Een gegijzelde passagier is gedood door het vuur van de precisieschutters. Ze overnachtte op de plek waar een van de gijzelnemers eerder de wacht hield. De andere passagier komt om door vuur van de mariniers, tijdens de schotenwisseling tussen de mariniers en een gijzelnemer.
  
• In maart 1978 zei het ministerie van Justitie dat de gijzelnemers door 144 kogels waren getroffen. Dat is niet zo, het aantal verwondingen is geteld. Maar niet het aantal verwondingen door kogels. Door hoeveel kogels ze zijn geraakt, kan niet meer worden vastgesteld.
  

RTL Nieuws

Molukkers én gegijzelde niet tevreden met onderzoek treinkaping

Gepubliceerd: 20 november 2014, 00:25 uur
Laatste wijziging: 20 november 2014, 11:50 uur
Audio:


DE PUNT - Het Nieuw Moluks Comité is het niet eens met de uitkomsten van het rapport over de beëindiging van de treinkaping in De Punt in 1977.

Antis Maryanan van het Nieuw Moluks Comité: "Als mensen zich niet verzetten tegen een arrestatie, mogen zij niet geëxecuteerd worden. We leven in een rechtstaat." Volgens Maryanan is niet bewezen dat er geen sprake was van executie van de kapers, zoals minister van Justitie Ivo Opstelten wel stelt: "Ik ben bang dat dit archiefonderzoek daar niet voldoende antwoord op geeft, dus een parlementaire enquête moet een vervolgstap zijn."

Ook George Flapper, één van de gegijzelden, wil dat er nieuw onderzoek komt. Hij heeft er moeite mee dat zes van de negen kapers door geweld om het leven zijn gebracht: "De vrouwelijke kaper is op brute manier vermoord. Dat is een misdaad. Ik wil niet bevrijd worden, terwijl er gemoord is. Voor mij is er niets nieuws uit het rapport gekomen, de Tweede Kamer moet een parlementaire enquête instellen. Het is voor mij nu nog niet af."

RTV Drenthe