Vrede provoceren op de Molukken05 juli 2013|
tekst Hjalmar Guit|
beeld Marleen Hoftijzer|
Jarenlang leefden ze in vrede: de christelijke en islamitische inwoners van de Molukken. Maar bijna veertien jaar geleden ging het gruwelijk mis. Christenen en moslims raakten in een gewelddadig conflict. Een groep Molukkers is opgestaan om de vrede te beschermen en te verspreiden. Zij noemen zichzelf de Peace Provocateurs.
Het is feest in het dorp Morela op het Molukse eiland Ambon. Er is een nieuw dorpshoofd gekozen en de inwoners van het dorp vieren het uitbundig. De inwoners dansen en eten van een enorm buffet. Dit alles onder de muzikale begeleiding van een lokale percussieband. Zelfs de bevriende dorpen in de buurt zijn uitgelopen om samen met de mensen van Morela een feestje te bouwen. Gebroederlijk gearmd danst iedereen door de hoofdstraat van de kleine desa, samenzang klinkt door het hele dorp. Het lijkt allemaal zo gewoon, maar nog niet zo lang geleden was dit feest nagenoeg onmogelijk geweest. De inwoners van Morela zijn namelijk islamitisch en de inwoners van de meefeestende dorpen christelijk. Mede dankzij de inzet van dominee Jacky Manuputty (47) zijn dit soort gemixte vieringen weer mogelijk.
Manuputty is oprichter van de Peace Provocateurs. Deze beweging bestaat uit ongeveer honderd actieve leden en zet zich in om de vrede tussen moslims en christenen te bewaren en te verspreiden. “Ons doel is om de vrede in mensen naar boven te halen en ze te leren om die vrede te delen met anderen”, vertelt Manuputty op het feest. Met een glimlach op zijn gezicht gaat hij verder 'En dat is hier in Morela goed gelukt'.”
De wortels van de Peace Provocateurs liggen middenin het conflict dat de Molukken van 1999 tot 2004 in de greep hield. Op 19 januari 1999 liep een, ogenschijnlijk onbeduidende, ruzie tussen een christelijke buschauffeur en een islamitische passagier op Ambon catastrofaal uit de hand. De ruzie verspreidde zich over de beide geloofsgroepen en een golf van geweld volgde. Ambon en al snel de rest van de Molukken, werden verdeeld in islamitische- en christelijke gebieden, waar het levensgevaarlijk was voor leden van de andere geloofsgroep om doorheen te gaan. Beide kampen bestookten elkaar regelmatig met aanvallen die dagelijks doden aan beide kanten opleverden.
Jacky Manuputty speelde een dubbele rol in het conflict. “In het begin was het voor mij niet gemakkelijk om te denken aan vrede. Ik kreeg, net als velen maar één kant van het conflict te zien en ik sloot me aan bij mijn eigen geloofsgroep, de christenen.” De dominee vocht weliswaar niet mee, maar wel zocht hij op internet informatie over het maken van bommen op. Die informatie speelde hij vervolgens door naar de christelijke strijders.
De andere rol van Manuputty starte gaandeweg het conflict. Hij ging kritisch kijken naar de belanghebbenden. “Ik ontdekte dat het leger en de politie baat hadden bij de onrust. Ze lieten zichzelf bijvoorbeeld inhuren als bewakers.” Hij zag niet meer de moslims als aanstichters van het conflict, maar de regering en het leger. De dominee zette zich daarop in voor vrede. Samen met de islamitische journalist Zairin Embong Salampessy (44), ging hij ondergronds werken. Met z’n tweeën probeerden ze beide kampen ervan te overtuigen de strijdbijl te begraven. Manuputty deed dit aan christelijke zijde, Embong aan de moslimzijde.
Voor beiden was het erg moeilijk om hun vredeswerk te doen. Embong: “Ik moest in 1999 naar Jakarta vluchten omdat ik voedsel dat bestemd was voor moslims ophaalde uit christelijk gebied. Dat kon ik dankzij mijn goede contacten met christenen. Mijn huis werd verwoest door moslims. Ze verdachten me ervan dat ik samenspande met de christenen, terwijl ik eigenlijk de moslims aan eten hielp.” Manuputty werd ondertussen bedreigd door overheidsagenten vanwege zijn publieke kritiek op de Indonesische regering.
Manuputty en Embong gaven niet op. Zij bleven zich inzetten voor de vrede om Ambon. De dominee en de journalist probeerden samen zoveel mogelijk informatie te verzamelen over de aanstichters van het conflict. Daarnaast probeerden ze hun geloofsgenoten ervan te overtuigen dat het conflict niets oploste en ze vrede moesten sluiten. Dit was volgens de dominee het begin van de Peace Provocateurs beweging, al hadden ze toen nog geen naam. Het was één van de eerste stappen op de lange weg naar verzoening tussen moslims en christenen. Langzamerhand nam het geweld af en in 2002 werd een vredesverdrag gesloten tussen beide geloven. In de praktijk bleef het onrustig met kleine geweldsuitspattingen tot in 2004.
Vrede door vriendschappen Toen het conflict in 2004 eindigde bleven Manuputty en Embong doorgaan met hun vredesbeweging. Er bestonden diepe wonden, de relatie tussen christenen en moslims was ontzettend slecht. De meeste mensen zagen het andere geloof nog steeds als de vijand. “In het begin was het lastig om mensen bij elkaar te brengen. In elkaars gebied kwamen ze niet”, vertelt Manuputty. Om dat probleem op te lossen, begonnen de Peace Provocateurs bijeenkomsten te organiseren op neutrale plaatsen. Zo zetten de Provocateurs bijvoorbeeld een partytent en statafels op straat neer, waar gratis thee en koffie kon worden gedronken. Ze nodigden zowel christenen als moslims uit. De Provocateurs van beide geloven probeerden vervolgens gelovigen van beide kanten met elkaar aan de praat te krijgen. Manuputty: “Mensen gingen steeds meer met elkaar praten op deze bijeenkomsten. Wat gratis drinken wel niet kan doen!”.
De beweging ontwikkelde zich verder en spitste zich toe op jongeren, zodat zij in de toekomst de vrede tussen de christenen en de moslims kunnen bewaren. Manuputty heeft een groot scala aan methoden om de jongeren bij elkaar te brengen. Zo organiseert hij met de Peace Provocateurs sporttoernooien, theatervoorstellingen en praatgroepen, waar moslim- en christenjongeren gemixt aan deelnemen. “Ik probeer moslims en christenen met gemeenschappelijke interesses kennis met elkaar te laten maken. Als ze een passie of hobby hebben om te delen, komt de vriendschap vanzelf.”
Nadat de jongeren vriendschap hebben gesloten, gaan de Peace Provocateurs nog een stap verder. De beweging organiseert ontmoetingen waarop over de twee conflicten die op de Molukken woedden wordt gesproken. Jongeren kunnen hier hun ervaringen delen, hun woede en onbegrip kwijt en hierdoor meer begrip voor de andere geloofsgroep kweken. Het doel van de vredesbeweging is om de jongeren te laten beseffen dat vrede ontzettend belangrijk is en om ervoor de zorgen dat een kans op een nieuw conflict zo klein mogelijk wordt.
Actie en reactie Veel jongeren hebben traumatische ervaringen opgedaan tijdens het meest recente conflict, dat zich in 2011 afspeelde. Een ogenschijnlijk eenzijdig verkeersongeluk op Ambon veranderde door onjuiste berichtgeving in een lynchpartij. Het gevolg was dat de familie van de dode man wraak wilde nemen op de vermeende moordenaars. Het leidde tot een chaotische golf van geweld en oude wonden van het eerdere conflict gingen weer open. Ondertussen kwamen de Peace Provocateurs in actie. Manuputty: "Ieder uur van iedere dag deden er valse berichten de rondte over bijvoorbeeld verwoestingen of aanvallen van beide geloofsgroepen. En dat een maand lang. Die berichten leidden dan weer tot nieuwe gevechten.” Op de vragen door wie en waarom valse berichten in omloop komen heeft Jacky geen eenduidig antwoord: “Er zijn altijd mensen die baat hebben bij onrust of anderen uit de weg willen ruimen."
"Provocateur klinkt stoerder dan activist"
Door sms en social media als Facebook en Twitter probeerden de Peace Provocateurs de valse berichten te ontkrachten. Journalist Embong speelde hierin een belangrijke rol. “Indonesische nationale media namen veel van die valse berichten over. Mijn taak was om de juiste informatie boven tafel te halen”, vertelt Embong. Hij bouwde een netwerk van mensen die aangesloten zijn bij de Peace Provocateurs over het hele eiland. Wanneer er een vals bericht in omloop was, zocht hij contact met mensen binnen zijn netwerk die zich in de buurt bevonden van de locatie waar het valse bericht over ging. Zij gingen vervolgens op onderzoek uit en rapporteerden hun bevindingen aan Embong, die vervolgens het juiste bericht verspreidde. Embong: “Ik heb invloedrijke vrienden die bij nationale media in Jakarta werken. Zij vertrouwen op mijn berichten en brengen het in de openbaarheid”.
Tijdens het conflict in 2011 kregen de Peace Provocateurs hun naam. Deze moest vooral jongeren aanmoedigen om zich aan de beweging te verbinden. “Vredesactivist klinkt niet zo stoer”, lacht Manuputty. “Daarom heb ik gekozen voor vredesprovocateurs. Provocateur klinkt stoerder en hipper dan activist.” Ook laat deze naam de term ‘provocateur’ positiever klinken. Verspreiders van de valse berichten werden provocateurs genoemd, omdat ze geweld willen uitlokken. Manuputty: “Vandaag de dag zijn jongeren er trots op om provocateur genoemd te worden. Het betekent nu namelijk dat ze voor vrede strijden.”
Mede dankzij de inzet van de Peace Provocateurs heeft het tweede conflict zich beperkt tot het jaar 2011. Door het checken van zoveel mogelijk geruchten en de waarheid naar buiten te brengen bleef het op de Molukken veel rustiger dan tijdens het conflict van 1999. Vandaag de dag houden Manuputty, Embong en de andere provocateurs zich niet meer bezig met het checken van valse berichten. Die zijn er namelijk nauwelijks meer. Hun grootse bezigheid is het versterken van de band tussen moslims en christenen. “Mensen accepteren elkaar steeds meer, vooral de jongeren. Afgaande op de opkomst bij onze bijeenkomsten, denk ik dat de ruime meerderheid van de jongeren op Ambon ervan is overtuigd dat vrede ontzettend belangrijk is”, meent de dominee, waarna hij verdergaat: “maar overbodig zullen we denk ik nooit zijn. Er zal hier altijd potentie tot een conflict zijn. Daarom zijn wij nodig om de vrede te waarborgen.”
VersPers