Een artikel uit 2012:
Koloniale geschiedenis van de Nijmeegse Vierdaagse
16 juli 2012 Roy Sprangers
Morgen gaat de 96e editie van de Nijmeegse Vierdaagse van start. Ook dit jaar zullen er traditiegetrouw weer veel militairen aan de start verschijnen. Wat de meeste mensen zich echter niet realiseren is dat de Nijmeegse Vierdaagse haar omvang deels te danken heeft aan het Nederlandse koloniale leger. In de eerste jaren werd de wandeltocht namelijk vooral gelopen door de leden van het ‘vergeten’ Korps Koloniale Reserve.
Aanvankelijk bestond het Nederlandse Oost-Indisch Leger met name uit veteranen en avonturiers, die graag bereid waren te dienen in de overzeese koloniën. Hier kwam echter verandering in na de wrede Java-Oorlog (1825-1830), die enkele duizenden Nederlandse slachtoffers eiste. Het aantal kandidaten daalde in de loop van de 19e eeuw zodoende sterk, waardoor het steeds lastiger werd om het koloniale leger te voorzien van verse rekruten.
Oost-Indisch leger
In de loop der tijd werden de toelatingseisen voor het Oost-Indisch leger daarom steeds verder versoepeld. Dit resulteerde er met name in dat het soort rekruten van een steeds lager allooi werd. Met name tijdens de Nederlandse landbouwcrisis (1880-1890) was het vooral de arme bevolking die massaal hun toevlucht zocht tot het koloniale leger. Deze ontwikkeling werd mede in de hand gewerkt door de relatief soepele toelatingseisen. Kandidaten hoefden alleen maar gezond, ongehuwd, tussen de 18 en 36 jaar oud en minstens 1.55 meter groot te zijn.
Koloniaal Werfdepot te Harderwijk
De nieuwe rekruten werden voor hun training gelegerd in het Koloniaal Werfdepot te Harderwijk. Meteen na hun inschrijving ontvingen de vrijwilligers hun handgeld,wat resulteerde in chaotische taferelen. Het merendeel van de nieuwe soldaten besloot meteen de lokale kroeg of het bordeel in te duiken, tot grote ergernis van de inwoners van Harderwijk. Ook veel bevelhebbers waren ontevreden met deze situatie, omdat deze losbandigheid ten koste ging van het kwaliteit van het Nederlandse leger.
Korps Koloniale Reserve
In 1890 besloot men daarom tot een nieuwe start met de oprichting van het Korps Koloniale Reserve, gelegerd in de Valckhof kazerne te Nijmegen. Voortaan golden er strengere toelatingseisen en kregen de rekruten slechts een klein deel van het inschrijvingsgeld uitbetaald . De rest van het geld werd verplicht vastgezet op een rekening van ’s Rijks Post Spaarbank. Ook de verdere opleiding van de soldaten werd sterk aangescherpt. Zo moesten zij voortaan een training doorstaan die vier maanden duurde en bestond uit exercities, schietoefeningen en wekelijkse defilés.
Nijmeegse Vierdaagse
Aan het begin van de 20e eeuw werd ook de Nijmeegse Vierdaagse een traditioneel onderdeel van de opleiding. Zo namen er tijdens de eerste editie in 1909 slechts tien burgers deel aan de wandeltocht. De overige 296 wandelaars waren allemaal militairen, waarvan een groot deel afkomstig van de Korps Koloniale Reserve. Tussen 1925 en 1946 vormde de thuisbasis van het regiment, de Prins Hendrikkazerne, zelfs het vertrekpunt van de jaarlijkse tocht. De rekruten groeiden uit tot een vast onderdeel van de Vierdaagse en trokken vaak veel aandacht, met name vanwege hun gala-uniformen en bamboe-helmen.
Vergeten korps
Nadat de Tweede Wereldoorlog uitbrak kwam er echter een geruisloos eind aan het Korps Koloniale Reserve. Tijdens de Duitse bezetting werden er simpelweg geen nieuwe rekruten meer geworven, waardoor het regiment in de vergetelheid geraakte. Na de Tweede Wereldoorlog vielen de overzeese missies vervolgens steeds meer in handen van de Nederlandse landmacht, waardoor het korps haar bestaansrecht verloor en op 14 maart 1951 werd opgeheven.
Sindsdien is ook de rol van de Koloniale Reserve in de opkomst van de Nijmeegse Vierdaagse grotendeels vergeten. Auteur Clemens Verhoeven probeert hier nu echter verandering in aan te brengen met zijn boek ‘Het vergeten korps’, waarin hij de geschiedenis van het Korps Koloniale Reserve weer aan het licht brengt.
Is geschiedenis