Dit is voor Paul, een Indo zoals vele oudere Indo's ooit waren.
Geboren in de nadagen van de politionele acties, gerepatrieerd naar Holland en hier verder zijn leven gesleten.
We kwamen elkaar wel eens tegen op onze nietszeggende wandeltochten door de winkelcentra op zoek naar een praatje met een andere Indo.
En de winkelcentra raakten jaar in jaar uit uitgedund met die oudere Indo's. Of ze vertrokken van de aarde weg of ze verkasten naar warmere oorden.
Paul, ik kende hem niet van achternaam, maar slechts van:
"Hé Paul, hoe gaat ie? Ben je doen?"
"Ach, zo maar jalan jalan. Niks te doen."
"Ok, doe voorzichtig, zie je volgende keer wel weer."
"Ja, jij ook. Dag."
Paul was altijd ietwat stil, liep altijd alleen, sjokte meer dan dat hij liep, maar had wel een grote hobby: Line dancing.
Gistermiddag laat kwam hij gedag zeggen. Hij wist dat hij zijn driedaagse slag zou gaan verliezen, denk ik. Want 's nachts had hij zijn levenslantaarn gedoofd, hoorde ik hedenmiddag van iemand die de nachtwake had gehouden bij hem.
Gistermiddag zei ik namelijk tegen iemand: "Ik zie hem nooit meer. Waar hangt ie nu weer uit?"
Hij had me dus nog gehoord.
Paul, het ga je goed daar somewhere up above.
Een goede reis en behouden aankomst, jij Indo die ooit ook vertrok uit het land van de zon.
En alweer loopt er een oudere Indo minder in het winkelcentrum rond te struinen.