13 Nov 10:54
'Nederland beging gruwelijke moorden en martelingen in Bali'
Ook op Bali hebben Nederlandse militairen tal van oorlogsmisdaden gepleegd. Er werd gemarteld en gemoord.
Dat concludeert Vrij Nederland uit gesprekken met veteranen en het raadplegen van archieven. Nederlandse militairen schoten 'extremisten' ter plekke dood in een kampong op het Indonesische eiland en dwongen hun vrouwen en kinderen toe te kijken. Dorpelingen werden gestraft omdat ze de extremisten te eten hadden gegeven, zegt oud-verzetsman Charles Destrée (86), die als oorlogsvrijwilliger diende bij de 'politionele' acties na de Tweede Wereldoorlog.
Landmachtveteraan Goos Blok zegt tegen het weekblad dat hij meedeed aan martelpraktijken tijdens verhoren van de militaire inlichtingendienst. Op zijn eerste dag zag hij hoe collega's een waterslang bij een Balinees in de keel duwden en hem met water vulden. Al snel deed hij zelf ook mee. Ook sloeg hij gevangenen in elkaar, zette ze in de brandende zon en gebruikte hij de stroom van een veldtelefoon om ze te martelen.
Een keer werd iemand met een belastingschuld op de vlucht in zijn bil geschoten, waarop hij in een kloof belandde. Een officier zei tegen Blok dat hij hem dood moest schieten. "Het is zo lastig voor het Rode Kruis om hem uit de kloof te halen." Blok weigerde, waarop een ander het deed. "Ik had die man moeten beschermen", stelt Blok nu. Hij heeft in de jaren tachtig in een plaatselijke kerk zijn excuses aangeboden en kreeg daar applaus voor. "Ik blijf het onbegrijpelijk vinden hoe ik ooit aan zoiets heb kunnen meedoen."
Oud-sergeant Fedddy Poeteray (90) stelt dat niet te voorkomen was dat burgerslachtoffers vielen bij het verdedigen van de kolonie. Zijn oma en tante waren door Indonesische nationalisten vermoord, verminkt en in een put gegooid. 'Wij waren enorm gemotiveerd om te vechten. Dat vrijheidsstreven vonden we gezeur. Het moest snel afgelopen zijn daarmee.'
Poeteray beschrijft de gruweldaden van Indonesiërs en hoe hij de vermeende daders vertelde dat ze maar even ergens moesten gaan plassen, om ze vervolgens van achteren in de nek te schieten. Het doodschieten van een kleine jongen die in opdracht van zijn vader een brug had opgeblazen weigerde hij echter. Maar ook in dit geval werd het kind door iemand anders gedood.
Destrée heeft onder meer foto's van gedode Indonesiërs die op een rij liggen, met kampongbewoners om hen heen. Hij was chauffeur en tekenaar voor de militaire voorlichtingsdienst. In de brieven aan het thuisfront die hij bewaard heeft was Destrée aanvankelijk positief. Hij kreeg weinig van de strijd mee en had het idee extremisten te bestrijden.
Na een paar maanden zagen hij en zijn collega's steeds meer overeenkomsten tussen Indonesië en Nederland tijdens de bezetting. In zijn brieven vergeleek hij de Balinezen die met de Nederlanders samenwerkten met NSB'ers. "Moffen die huizen in brand staken, beriepen zich als rechtvaardiging op 'Befehl ist Befehl'. Maar als onze jongens een kampong in brand steken, hoe is het dan?"
Destrée was als oorlogsvrijwilliger naar Indonesië gegaan en was net als zijn strijdmakkers niet zo bekend met de plaatselijke situatie als de manschappen van het Koninklijk Nederlands Indisch Leger (KNIL), dat daar al jaren actief was. De KNIL-eenheid die op Bali actief was bestond vooral uit getraumatiseerde voormalige krijgsgevangenen die aan de Birmese spoorlijn hadden gewerkt. Dat gebeurde onder erbarmelijke omstandigheden en velen hadden familieleden verloren. Destrée en zijn kameraden schrokken van volgens Vrij Nederland van hun felheid.
"Gevangenen worden door hen vaak lelijk mishandeld. Als excuses wordt aangevoerd dat hun vrouwen en dochters door de extremisten verkracht worden", schreef Destrée destijds. Hij zegt nu toch trots te zijn op zijn tijd in Indonesië omdat hij mensen heeft kunnen helpen. Maar de staat moet volgens hem wel verantwoording afleggen voor de misdaden tegen de menselijkheid die zijn gepleegd.
De hoogste militair op het eiland, kolonel Ter Meulen, riep op tot het staken van geweld, blijkt volgens het blad uit stukken van het Nationaal Archief. Ter Meulen vond dat er sprake was van 'nazipraktijken waartegen de beschaafde wereld de afgelopen jaren heeft gevochten'. Op zijn onderofficieren zou de oproep echter weinig indruk hebben gemaakt.
Premier Mark Rutte gaat volgende week op handelsmissie naar Indonesië. Onlangs maakte de Nederlandse regering nog excuses voor standrechtelijke executies in Zuid-Sulawesi.
© Novum 2013
Marokko Nieuws