Aantal berichten : 6613 Registratiedatum : 08-12-08
Onderwerp: 'Van Agt is selectief in zijn verontwaardiging' wo 8 jan 2014 - 11:42
'Van Agt is selectief in zijn verontwaardiging'
OPINIE - Harrie Verbon − 06/01/14, 09:02
opinie Van Agt is vol begrip voor de Palestijnen, maar waren de acties van de Molukkers niet net zo goed 'een schreeuw om recht', vraagt Harrie Verbon zich af. 'Van Agt is erg selectief geweest in zijn verontwaardiging over aantasting van internationaal recht.' .
Het conflict tussen Israël en de Palestijnen is natuurlijk maar een van de vele soortgelijke conflicten over de hele wereld.
Dries van Agt, voormalig minister van Justitie (1971-1977) en premier van Nederland (1977-1981), is al meer dan twee decennia met het Midden-Oostenconflict bezig. Hij heeft daarbij de nodige sympathie voor Hamas ontwikkeld. Hamas heeft de macht in de Gazastrook, maar wordt door een groot deel van de wereld als een terroristische groep beschouwd. Nog vrijwel iedere maand worden er vanuit Gaza Qassam-raketten afgeschoten op Israëlische burgers, de laatste geregistreerde raket richting Israël werd op Tweede Kerstdag 2013 afgevuurd.
Van Agt heeft dat geweld nooit echt veroordeeld, maar er wel begrip voor getoond. Het volgende citaat is letterlijk van zijn website geplukt en dateert van 2007: 'zulke gewelddaden, gepleegd door wanhopigen, dwazen of fanaten, zijn niet los te zien van de context waarin ze worden gepleegd. Die context is de eindeloze bezetting, de voortgaande kolonisatie = annexatie van bezette gebieden'.
Die 'eindeloze bezetting' en de 'voortgaande kolonisatie' door Israël is volgens Van Agt in strijd met het internationale recht. Het conflict tussen Israël en de Palestijnen is natuurlijk maar een van de vele soortgelijke conflicten over de hele wereld. In de voormalige Sovjet-Unie, in Europa, Azië en Afrika hebben volkeren en groepen zich al dan niet met succes proberen af te scheiden van hun 'moederland', of proberen zij zich te verzetten tegen bezettingen. De rol van het 'internationale recht' blijkt daarbij nogal wispelturig te zijn. Soms worden door een orgaan als de VN wel (Midden-Oosten, Soedan), soms worden geen (Koerden, Tsjetsjenen) rechten toegekend aan naar onafhankelijkheid strevende groepen.
Maar in ieder geval kunnen we vaststellen dat Van Agt erg selectief is geweest in zijn verontwaardiging over aantasting van internationaal recht.
Het Molukse probleem Als minister van Justitie, eind jaren zeventig, was Van Agt uitdrukkelijk betrokken bij het streven naar een autonome Molukse republiek door de in Nederland wonende Molukse bevolkingsgroep. Het Molukse probleem paste in de bovengenoemde rij van conflicten. Het land van de Molukkers was in feite ook bezet (door Indonesië), terwijl eind jaren veertig in de verdragen tussen de Nederlandse regering en de naar onafhankelijkheid strevende Indonesiërs was vastgelegd dat er een autonome status voor de Molukken zou komen binnen een federatief verband. Indonesië heeft zich daar nooit aan gehouden en tartte daarmee het internationale recht. Van Agt heeft aan die aantasting van het internationale recht nooit een letter gewijd.
De treinkaping van 1977 door jonge Molukkers, die nu door publicaties in de Volkskrant weer in de publiciteit is gekomen, was 'een schreeuw om recht' (een graag door Van Agt gebruikte term bij het Midden-Oostenconflict) waarmee zij gehoor wilden vinden voor hun streven naar een autonome republiek. Dries van Agt had als minister van Justitie geen enkel begrip voor die schreeuw. Integendeel, het heeft er alle schijn van dat bij de gewelddadige beëindiging van de kaping de regering uit was op de dood van de kapers. De afgelopen week bevestigde patholoog-anatoom Hendrik Jan Houthoff, die indertijd sectie op de lichamen had gepleegd, in deze krant dat de Molukse treinkapers geen kans hadden tijdens de commando-actie. Ze hadden geen tijd gehad uit hun slaapzakken te komen en waren gedood 'door een regen van kogels'. Van Agt ontkende dat indertijd in het parlement. Houthoff herinnerde zich dat Van Agt zelfs beweerd had dat de kapers misschien op elkaar waren gaan schieten. In ieder geval was Van Agt zeer voldaan over de actie en prees hij de 'uiterst moedige en kundige wijze' waarop de commando's te werk waren gegaan.
Strafrechtelijke vervolging Vanuit de Molukse gemeenschap wordt er nu op aangedrongen Van Agt strafrechtelijk te vervolgen voor zijn rol bij de kaping. Of dat enige kans van slagen heeft, valt te betwijfelen. Maar in ieder geval kunnen we vaststellen dat Van Agt erg selectief is geweest in zijn verontwaardiging over aantasting van internationaal recht. Waarom was hij zo stokdoof voor de schreeuw om recht door de Molukkers wier recht op autonomie in een verdrag was vastgelegd, ondertekend door de Nederlandse regering, terwijl hij keer op keer empathie heeft getoond voor Hamas, heerser in de Gazastrook die in het geheel niet bezet was? De extreme inconsequentie van deze voormalige politicus bewijst dat hij moreel geen enkel recht van spreken heeft in welk conflict dan ook.
Harrie Verbon is hoogleraar openbare financiën aan de Universiteit van Tilburg.
VK
wu
Aantal berichten : 6613 Registratiedatum : 08-12-08
Onderwerp: Re: 'Van Agt is selectief in zijn verontwaardiging' do 9 jan 2014 - 13:04
Molukse autonomie lag nooit in het verschiet
Molukken en autonomie
De Molukkers hadden geen per verdrag vastgelegd recht op autonomie, zoals Harrie Verbon zegt.
In zijn bijdrage aan de Opiniepagina van 6 januari doet hoogleraar openbare financiën Harrie Verbon in een polemiek tegen oud-premier Van Agt het voorkomen alsof het recht op autonomie van de Molukkers was vastgelegd in een door Nederland getekend verdrag. Hij zal wel bedoelen de Ronde Tafel Conferentie akkoorden, die de soevereiniteitsoverdracht aan Indonesië in december 1949 mogelijk maakten. Zijn bewering is echter onjuist.
Van waarborgen voor het uitoefenen van het zelfbeschikkingsrecht van de in Indonesië aanwezige minderheden, onder wie de Molukkers, was in de RTC akkoorden bitter weinig overgebleven. Alleen deelstaten zouden in de toen gevormde federale republiek van de Verenigde Staten van Indonesië daarop een beroep kunnen doen. Ambon en omliggende eilanden maakten onderdeel uit van de deelstaat Oost-Indonesië. Krachtens deze akkoorden zou het Molukse eilandgebied zich eerst tot nieuwe deelstaat dienen te transformeren (het intern zelfbeschikkingsrecht) nadat daartoe instemming was verkregen via een volksstemming onder toezicht van de Verenigde Naties. Vervolgens zou zo’n deelstaat kunnen onderhandelen over een speciale band met Nederland (extern zelfbeschikkingsrecht) of andere vormen van zelfstandig staatsbestuur.
Na de soevereiniteitsoverdracht eind 1949 konden nieuwe deelstaten echter alleen met instemming van de nieuwe Indonesische machtshebbers worden opgericht. Die zouden als eerste stap medewerking moeten verlenen aan de volksstemming, die in de procedure was voorzien. Bovendien werd het nieuwe federale staatsverband in het eerste halfjaar van 1950 in sneltreinvaart opgerold. Het werd als een koloniale erfenis beschouwd, hetgeen het in feite ook was. Op 17 augustus 1950 nam de eenheidsstaat, de uit de as van de federale republiek herrezen Republiek Indonesië, met president Soekarno aan het hoofd, haar plaats in. Voor deelstaten, nieuw of oud, was er voortaan helemaal geen ruimte meer.
Separistische stromingen in de Zuid-Molukken hadden deze ontwikkeling niet afgewacht, maar op 25 april 1950 hun eigen onafhankelijke republiek geproclameerd, de Republiek Maluku Selatan of RMS. Een volksraadpleging was daaraan niet te pas gekomen. De Nederlandse regering stond machteloos. Ze had zich weliswaar verplicht tot het bevorderen van het zelfbeschikkingsrecht van de minderheden, maar daarvoor was wel de medewerking van de nieuwe Indonesische regering nodig. Die had heel andere plannen. Na een maanden durende militaire en economische blokkade van de eilandengroep viel een invasiemacht op 28 september 1950 Ambon aan, waarna zich een felle strijd ontwikkelde die tot het einde van oktober zou duren. Daarna verplaatsten de gevechten zich naar het naburige, veel grotere, eiland Ceram waar het gewapend verzet tot het midden van de jaren zestig bleef voort smeulen.
Hoe stond het nu precies met de rechtmatigheid van het uitroepen van de republiek? Oud-minister-president Gerbrandy, de hoogleraar aan de Vrije Universiteit Gezina H.J. van der Molen, andere prominenten, zelfs de Nederlandse Vereniging voor Internationaal Recht in een advies van 24 juni 1950, mochten bij hoog en laag volhouden, dat het gelijk bij de Ambonezen lag, maar bij hun nogal gekleurde betogen kon een vraagteken worden geplaatst.
Een voorafgaand plebisciet onder internationaal toezicht had nooit plaats gehad. Dat kon de oprichters van de republiek der Zuid-Molukken niet worden verweten, maar het maakte het beroep op de rechtmatigheid van hun strijd er niet sterker op. Nederlandse voorstanders van de zaak van Ambon (‘Ambon moet vrij’) mochten dan volhouden, dat de Molukse Eilanden als één man achter het onafhankelijkheidsstreven stonden, en dat zal in meerderheid vermoedelijk ook wel voor de Christelijke bevolking hebben gegolden, maar de numeriek niet zoveel kleinere Islamitische bevolkingsgroep in de Zuid-Molukken deed dat niet. Meer dan een zekere vorm van lokale autonomie voor de Molukse eilanden zat er op den duur niet in.
Cees Fasseur is emeritus hoogleraar in de geschiedenis van Zuidoost-Azië.
Uit de Volkskrant, 08-01-2014
wu
Aantal berichten : 6613 Registratiedatum : 08-12-08
Onderwerp: Re: 'Van Agt is selectief in zijn verontwaardiging' wo 15 jan 2014 - 11:39
Indonesisch kolonialisme mag?
Door Nino Solisa
Molukse zelfbeschikking De vraag of de Zuid-Molukken zelfbeschikkingsrecht hadden, kan niet zo rechtlijnig worden beantwoord als door historicus Cees Fasseur.
In zijn bijdrage aan O&D van 8 januari tracht emeritus hoogleraar Cees Fasseur het zelfbeschikkingsrecht van de Zuid-Molukken te marginaliseren. Fasseur reageerde op het op 6 januari gepubliceerde artikel van professor Verbon, die oud-premier Van Agt een bijzondere selectiviteit verweet in zijn verontwaardiging over de aantasting van internationaal recht. Hiermee neemt de maatschappelijke discussie over de gewelddadige beëindiging van de treinkaping bij De Punt in 1977 een interessante wending.
Vanuit het licht van de oorspronkelijke discussie lijkt de in Nederlands-Indië geboren historicus Fasseur, oud-collega en intimus van Dries van Agt, aan het grote publiek duidelijk te willen maken dat de omgekomen Molukse actievoerders bij De Punt streden voor een onjuiste of onhaalbare zaak. Bij het trekken van deze conclusie gaat de heer Fasseur helaas voorbij aan enkele belangrijke historische feiten.
In zijn opiniestuk stelt de heer Fasseur dat aan de Zuid-Molukken geen recht van zelfbeschikking is toebedeeld in de akkoorden die geleid hebben tot de (tot op heden onvoltooide) dekolonisatie van Indonesië, en dat er eerst naar vervulling van een ‘intern zelfbeschikkingsrecht’ gezocht had moeten worden binnen de Verenigde Staten van Indonesië. In de gegeven omstandigheden was dit echter volkomen onrealistisch, omdat de Verenigde Staten van Indonesië al snel werden ontmanteld door de voorvechters van de eenheidsstaat, de republiek Indonesië.
De vraag is ook in hoeverre die schriftelijke erkenning van het bestaan van het zelfbeschikkingsrecht bij een dergelijk universeel beginsel van internationaal recht vereist kan worden. Des te meer daar, hoewel later verder uitgewerkt, het recht op zelfbeschikking van volken reeds sedert 1945 was vervat in artikel 55 van het Handvest van de Verenigde Naties. Met het instorten van de Verenigde Staten van Indonesië was er voor het Molukse volk geen andere optie dan een beroep op haar zelfbeschikkingsrecht. De latere illegale militaire annexatie van het Zuid-Molukse grondgebied kan het Molukse volk juridisch niet onderwerpen aan het Indonesische eenheidsgezag. Hier geldt het beginsel uit het volkenrecht ex injuria jus non oritur (uit onrecht ontstaat geen recht).
Dat de Molukken in een conflict enige tijd na de soevereiniteitsoverdracht zich voor de uitoefening van een fundamenteel menselijk recht van vrijheid zouden moeten beroepen op een akkoord ondertekend door de oud-kolonisator en de partij die op het punt stond het Molukse grondgebied militair te annexeren is ridicuul – en volledig in strijd met de geest van de dekolonisatie en het volkenrecht.
De heer Fasseur is daarnaast voorbijgegaan aan de wijze waarop de Zuid-Molukken zijn toegetreden tot de deelstaat Oost-Indonesië. Op 11 maart 1947 heeft de Zuid-Molukkenraad besloten voorlopig toe te treden tot de deelstaat Oost-Indonesië, op voorwaarde dat het Zuid-Molukse gewest het recht had uit de deelstaat te treden wanneer zou blijken dat de deelstaat Oost-Indonesië de Molukse belangen niet zou kunnen waarborgen. Zowel verleden als heden hebben uitgewezen dat dit laatste werkelijkheid is geworden.
De deelstaat Oost-Indonesië kon helaas geen weerstand bieden tegen de in aantocht zijnde eenheidsstaat onder leiding van Soekarno, die reeds in maart 1950 was begonnen deelstaten al dan niet militair aan de eenheidsstaat te voegen.
Het Molukse bestuur voorzag dat binnen een grote eenheidsstaat de Molukken het zouden moeten ontgelden. Na een volksbijeenkomst en een tevergeefs appèl op handhaving van de deelstaat Oost-Indonesië besloot de Zuid-Molukkenraad op 25 april 1950 met spoed gebruik te maken van het vastgestelde recht op uittreding uit de deelstaat Oost-Indonesië en een aanspraak te maken op het aan elk volk toekomende zelfbeschikkingsrecht. Al snel werd zij aangevallen door de troepen van het Indonesische eenheidsleger.
Bijna vier maanden later, op 17 augustus 1950, werd de Indonesische Republiek zoals wij hem nu kennen uitgeroepen. In dat licht kunnen er nog enige vraagtekens worden gezet bij het bestempelen van de Republiek Maluku Selatan (RMS) als ‘separistisch’, zij bestond immers eerder dan de Republiek Indonesië.
Het stuk van de heer Fasseur is te beschouwen als een schoolvoorbeeld van het gezegde dat de geschiedenis wordt geschreven door de (militaire) overwinnaar. Gelukkig laat de toekomst zich nog schrijven.
Nino Solisa is student rechtsgeleerdheid aan de Rijksuniversiteit Groningen.
Uit de Volkskrant, di. 14-01-2014
Gesponsorde inhoud
Onderwerp: Re: 'Van Agt is selectief in zijn verontwaardiging'