WHO ligt onder vuur voor Mexicaanse griep
GENÈVE, 17 mei 2009 (IPS) - Heeft de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) overdreven gereageerd op de Mexicaanse griep? De vraag zal vanaf morgen (maandag) de jaarlijkse algemene vergadering van de WHO in Genève beheersen.
In de Verenigde Staten veroorzaakt de seizoensgriep 30.000 doden per jaar. Dat betekent dus 1800 doden in drie weken, veel meer dan de 5 dodelijke slachtoffers die de Mexicaanse griep de voorbije drie weken gemaakt heeft in het land.
Op de algemene vergadering (18 tot 22 mei) zullen ministers en andere vertegenwoordigers van de 192 lidstaten de omvang van de Mexicaanse griep en de bestrijding van het virus bespreken.
Afgaande op recente verklaringen van ontwikkelingslanden zal de toon van de debatten scherp zijn. Bronnen dichtbij de WHO geven toe de organisatie flinke kritiek verwacht.
Volgens sommige landen was de WHO-reactie overdreven. Zo is Mexico zeer ongelukkig met het negatieve imago dat het kreeg doordat het de eerste gevallen erkend heeft. Het bracht het land grote financiële schade toe.
Gewone griep
Experten die van een overtrokken reactie op de epidemie gewagen, vergelijken de Mexicaanse griep met de gewone of seizoensgriep. In de Verenigde Staten veroorzaakt de seizoensgriep 30.000 doden per jaar. Dat betekent dus 1800 doden in drie weken, veel meer dan de 5 dodelijke slachtoffers die de Mexicaanse griep de voorbije drie weken gemaakt heeft in het land.
In Europa sterven jaarlijks 22.000 mensen door seizoensgroep. Tot nog toe maakte de Mexicaanse griep daar nog geen enkel dodelijk slachtoffer.
Uit die cijfers trekken deskundigen de conclusie dat de ziekte veeleer goedaardig is met een laag sterfterisico.
Volgens experten overdrijft de WHO ook wanneer ze de mogelijkheid van een gevaarlijke mutatie van het virus steeds opnieuw benadrukt. Ook het omgekeerde kan gebeuren, zeggen ze: door een mutatie kan de variant evengoed verdwijnen of zich stabiliseren.
Zuidoost-Azië
De elf WHO-lidstaten in Zuidoost-Azië zeggen dan weer dat de ziekte zich niet zo ruim verspreid zou hebben als mondiale waarschuwingssyteem echt efficiënt gewerkt had. Bangladesh, Bhutan, Noord-Korea, India, Indonesië, de Maldiven, Myanmar, Nepal, Sri Lanka, Thailand en Oost-Timor zeggen dat ze al twee jaar aandringen op een herziening van dat waarschuwingssysteem.
De elf landen nemen ook de rol van de farmaceutische bedrijven bij ontwikkeling van antivirale middelen en vaccins op de korrel. Alle geïndustrialiseerde landen hebben akkoorden gesloten met laboratoria om zich te verzekeren van de eerste vaccins tegen de epidemie. Daardoor worden ontwikkelingslanden aan hun lot overgelaten, zeggen de elf.
Tot nog toe heeft de Wereldgezondheidsorganisatie de landen met voldoende productiecapaciteit nog niet opgeroepen om goedkopere generische antivirale middelen te produceren, zeggen ze.
De ontwikkelingslanden willen ook duidelijke afspraken over de uitwisseling van virusstalen. Bij de vogelgriepepidemie in 1997 stelde Indonesië gratis virusstalen ter beschikking aan centra die met de WHO meewerkten. Die stalen kwamen ook in handen van Amerikaanse farmaceutische bedrijven, die nadien hun medicijnen tegen de vogelgriep aan Indonesië verkochten.
MO