Bronnen:
Waanders en Tropenmuseum.
Bernet Kempers, C. Fasseur, C. v.d. Linden, Richard Leakey, H.J. Maier, P.J. Veth en het KIT en Nationaal Natuurhistorisch Museum.
Dr. C. Snouck Hurgronje, een groot Islam en Aceh kenner en hij verrichtte baanbrekend werk op het gebied van cultureel-anthropologisch onderzoek over de Acehers. (Zijn studie werd in 1893-1894 openbaard)
Geboren in 1857 en gestorven in 1936.
Met een voor een buitenstaander ongekend inlevingsvermogen, beschreef hij van "binnenuit" het land en volk der Acehers.
Reeds eerder had hij namelijk van "binnenuit" geopereerd en wel onder de naam
Abd-al Ghaffar in 1883, was hij erin geslaagd om de voor niet Mohammedanen ontoegankelijke stad Mekka te betreden en onderzoekingen te doen uit hoofde van zijn functie van Doctor in de Semitische letteren.
Dit staaltje bracht hem internationale faam onder Islam kenners en het uitzicht op prestigieuze leerstoelen.
Uiteraard kreeg hij ook aandacht van het Ministerie van Kolonieën (die behoorlijke problemen had met het streng gelovige Aceh) en dat trok hem wel aan en hij aanvaardde in 1889 de regeringsopdracht om een studie te maken van de Islam in Indië.
Twee jaren later kreeg hij zijn aanstelling als adviseur voor Oosterse talen en Mohammedaans Recht en in die hoedanigheid vervoegde hij zich in 1891 in Aceh, waar Nederland al sinds 1873 een uitzichtloze oorlog voerde.
In Aceh verbleef hij niet langer als een half jaar, maar in dat korte tijdsbestek verwierf hij zijn diepgaande kennis van de Acehers en de Acehse taal. Hij sprak ook moeiteloos Javaans, Maleis en Sundanees en deze eigenschappen verzekerden hem van goede kontakten met
ulama's, ulubalangs (geestelijke leiders, wereldlijke leiders) , iets waar de Nederlanders het belang ervan totaal over het hoofd hadden gezien.
Een zeer belangrijk strijdhulpmiddel voor de Acehers was de hikajat (heldendicht) en het populairste epos was de
Hikajat Prang Kompeuni.
Dit epos had geen geschreven teksten en werd door de bard/dichter Dokarim telkenmale aangevuld zodra nieuwe gebeurtenissen zich hadden voorgedaan en die hij dan van dorp tot dorp uit het blote hoofd voortbazuinde.
Dr. S Hurgronje beschreef in zijn editie "De Acehers" alles maar dan ook alles over en van de Acehers, samenstelling bevolking, bestuurlijke inrichting, godsdienst, tijdrekening, wetenschap, letterkunde en nog meer. Hij gaf een compleet herkenbaar beeld van de Acehers, welke voorheen door de Nederlanders als zedeloze verraders gekenmerkt werden.
Door deze herkenbaarheid gemaakt door S. Hurgronje, verloren uiteindelijk de Acehers de oorlog tegen de Kompeuni.
Annekdote:De officieren van het Indische leger waren het zat. Die halve Mohammedaan had weer eens wat bedacht. Hun garnizoensplaats die zij normaliter Olehleh noemden moest voortaan
Oeléë lheuë heten. Was die Sneuck Heurgreunjeu gek geworden?..
(Je zal deze schrijfwijze maar op zijn Sundanees moeten uitspreken....)
Eigenlijk had S Hurgronje gelijk, want alle Acese termen waren door de Nederlanders "vermaleist", dat wil zeggen alle moeilijke eu klanken werden in hun juiste uitspraak vermeden. Tegenspraak was S Hurgronje niet bekend en aldus gehoorzaamden zij.
Behalve de officieren, die bleven halsstarrig hun oude gewoontes handhaven.
En achteraf kregen zij gelijk, want na het ontstaan van de republiek werd de Bahasa Indonesia de officiële voertaal, ook in Aceh en dus werd Oeléë lheuë weer opnieuw Olehleh, maar dan nu in naam van de Indonesische eenheidsgedachte.