AANWEZIG MAAR ONZICHTBAAR
03 SEPTEMBER 2014|TEKST DANNY NOMDEN|BEELD DANNY NOMDEN|
Er is geen speciale zorg voor gehandicapten in Indonesië. Ze kunnen niet met het openbaar vervoer en tellen nauwelijks mee in de samenleving. Kinderen komen al gauw op straat terecht om te bedelen of worden achtergelaten bij een tehuis. Hoewel een nieuw zorgstelsel in januari in Indonesië is ingevoerd, blijven gehandicapten buiten beschouwing.
In januari 2014 is er in Indonesië een nieuw zorgstelsel ingevoerd, het zogeheten Badan Penyelenggara Jaminan Sosial (BPJS). Het nieuwe stelsel wordt langzaam uitgerold. Dit jaar zal BPJS zo’n 121 miljoen inwoners dekken en aan het eind van 2019 wil het alle 240 miljoen Indonesiërs verzekeren. Alle Indonesische zorgverzekeringen zitten in het nieuwe zorgstelsel. De Indonesiër heeft straks dus één zorgpas en het opvragen van informatie wordt dan gemakkelijker, omdat alles gebundeld is in één zorgstelsel.
Het nieuwe stelsel is een stap vooruit voor Indonesië. Voorheen konden arme Indonesiërs geen hulp krijgen en was er een gebrek aan medische voorzieningen. Hoewel het gebrek aan voorzieningen niet gelijk verholpen is, is het nieuwe zorgstelsel wel toegankelijker voor de Indonesiërs met weinig geld. Maar mensen met een specifieke zorgvraag, zoals lichamelijke en verstandelijk gehandicapten, vallen nog steeds buiten de boot.
Iemand met een geestelijke of lichamelijke handicap wordt in het land al snel aan de kant gezet, want de familie zou zich voor hen kunnen schamen. Vaak worden gehandicapten - in het bijzonder kinderen - weggestopt of op straat gezet. Volgens het Indonesian Country Report werden er in 2012 4,59 miljoen kinderen verlaten, waarvan 1,66 miljoen gehandicapte kinderen. “We zien vaak dat kinderen aan hun lot worden overgelaten omdat ouders er niet voor willen zorgen. Ze schamen zich of kunnen gewoon geen zorg bieden aan het kind. Vaak zijn families te arm om te investeren in een gehandicapt kind”, vertelt Maharsa Hituf, voorzitter van de Indonesian Disabled Person Association (PPCI).
Al gauw komen deze gehandicapte kinderen terecht in een opvanghuis, zoals het Sayap Ibu tehuis in Yogjakarta. Sayap Ibu is opgericht om zorg te bieden aan zowel lichamelijke als geestelijke gehandicapte kinderen. Hoewel het tehuis genoeg fietsen, speelgoed, kapotte rolstoelen en kapotte bedden heeft, ontbreekt het ze aan moderne apparatuur, overige voorzieningen en specialisatie. “En juist dat is een probleem dat aangepakt moet worden”, vertelt verzorgster Satriyo.
“We krijgen geld van de overheid. Het is niet veel, maar ze erkennen onze instelling wel”, zegt Satriyo zorgelijk. Veel opvanghuizen worden opgezet door particuliere investeerders. Doorgaans krijgen tehuizen donaties en sponsorgelden waarvan zij voedsel, water, kleding en andere middelen kunnen kopen. Ondanks dat de Indonesische wet niet veel zegt over de hulp en zorg voor gehandicapten, erkent het Ministerie van Sociale Zaken dergelijke tehuizen wel. Satriyo: “In samenwerking met de Ministerie van Sociale Zaken kunnen we dingen als adopties, voogdij en pleegouders regelen. Dat is vrijwel het enige wat geregeld is voor de gehandicapte kinderen in Indonesië.”
Lees verder bij VersPers