LATIHAN DUA PULUH LIMA / Oefening 25
We gaan weer een stapje verder in de grammatica (tata Bahasa)
Welke taal je ook leert, je ontkomt hier niet aan.
Dus ook in het Bahasa Indonesia, maar stap voor stap moet het lukken.
Nu gaan we het hebben over: de BER – vorm.
BER- is een voorvoegsel dat je kunt plaatsen voor:
Een basiswoord
Een werkwoord
Een bijvoeglijk naamwoord
Een persoonlijk voornaamwoord (alleen aku – ik (informeel)
Een telwoord
Werkwoordsvorm met BER- is:
Een actieve vorm
Heeft nooit een lijdend voorwerp bij zich
Geeft de situatie aan van iets of iemand
BER- plaats je voor een woord b.v.
Malam – avond/nacht, Bermalam = overnachten.
Natuurlijk zijn er wat uitzonderingen:
Ajar = onderricht, Belajar = leren, studeren
Hier wordt BE- er voor geplaatst, niet BER-
De ‘R’ vervalt.
Ook bij woorden die beginnen met: ‘er’
En woorden die beginnen met ‘r’
Bij deze woorden valt de ‘R’ ook weg.
Voorbeeld: kerja – werk, bekerja – werken
Raja – koning, beraja – als vorst optreden, een koning hebben
BER- plus werkwoord
Angkat – tillen, berangkat – vertrekken
Kumpul – verzamelen, berkumpul – zich verzamelen
Pakaian – kleding, berpakaian – kleding aanhebben, dragen
Sepatu – schoen, bersepatu – schoenen (aan)hebben
Jalan – weg, straat, berjalan, lopen, reizen
BER- plus zelfstandig naamwoord
Malam – nacht, bermalam – overnachten
Bentuk – vorm, berbentuk – de vorm hebben
Nama – naam, bernama – heten
Telor(telur) – ei, bertelor/bertelur – een ei leggen
BER- plus bijvoeglijk naamwoord
Gembira – blij, bergembira – blij zijn
Susah – moeilijk, bersusah – zich uitsloven
BER- plus persoonlijk voornaamwoord
Aku – ik (informeel), beraku – tutoyeren
(alleen ‘aku’ kent de BER- vorm)
BER- plus telwoord
Dua – twee, berdua – met zijn tweeën
Mereka naik mobil berdua – zij gaan met zijn tweeën met de auto
Met deze grammatica kennis kun je wat meer zinnen maken/begrijpen.