27 januari 2015|
tekst Anne Corré
De Indonesisch radicale knokploeg demonstreert tegen Ahok
Het doel van de radicale groepering ‘Front Pembala Islam’ is het prediken en verspreiden van de soennitische islam. Maar ze lijken meer op een straatbende dan een religieuze groepering.
“Islam, islam!”, schreeuwen jonge jongens terwijl ze naar hun scooters rennen. Onderweg proppen ze zoveel mogelijk mensen pamfletten in de handen. “Ahok Musuh Islam”: gouverneur Ahok is vijand van de islam. De hele middag hebben ze met speakers voor het parlementsgebouw van Jakarta gestaan, nu gaan ze in een optocht verder door de stad. Net zoals elke vrijdag, al een aantal weken lang.
De jongens zijn onderdeel van radicale groepering ‘Front Pembala Islam’. Het FPI, ook wel Indonesisch radicale knokploeg genoemd. Hoewel hun voornaamste doel het prediken en verspreiden van de soennitische islam is, opereren zij eerder als straatbende dan als religieuze groepering. Niet zelden moeten christenen, communisten en ook sjiieten het ontgelden. Discotheken worden kort en klein geslagen, homoseksuelen worden belaagd. En dat spreekt tot de verbeelding van arme werkloze stadsjongeren die radicaliseren.
“We demonstreren hier tegen de inauguratie van gouverneur Ahok”, vertelt één van de jongens, die hier met zijn twee kinderen is. Binnenkort zal Basuki ‘Ahok’ Thahaja Purnama onlangs beëdigd president Joko Widodo als gouverneur van Jakarta opvolgen. “Ahok heeft een veel te grote mond, hij is arrogant en onverschillig. Ahok is slecht nieuws voor onze stad”, schreeuwt de jongeman in het voorbijgaan. Met zijn dochters voor en achterop de scooter verdwijnt hij in de stoet. Maar het blijkt niet de werkelijke reden te zijn dat het FPI zo fel gekant is tegen de benoeming van Ahok. Ahok is een christen van Chinese afkomst. Dat gegeven is voor het FPI onoverkomelijk.
Indonesië geldt als grootste moslimland ter wereld. Maar Indonesië geldt ook als seculier land, met een traditie van religieuze tolerantie. Sinds een aantal jaren bestaat er echter een groeiend aantal radicale groepen, die zich met geweld en intimidatie tegen zaken keren die in strijd zijn met de islam. Zo ook het FPI. Opgericht tijdens het uiteenvallen van de dictatuur van Soeharto, onderhoudt het FPI warme banden met het Indonesische leger en de politie. Hun aanhang onder Indonesische moslims is daarom weliswaar zeer klein maar omdat noch landelijke, noch lokale overheden ingrijpen is hun impact dat vaak groot. Met name hun intolerantie jegens minderheden, zoals christenen, is groot.
De demonstratie verloopt luidruchtig, maar relatief rustig. De stoet vervolgt zonder al te veel ongeregeldheden zijn weg. Vorige maand ging het echter mis. Dezelfde demonstratie voor het parlementsgebouw liep toen uit op een gewelddadige knokpartij waarbij meerdere mensen gewond raakten. De politie werd met stenen bekogeld, auto’s raakten beschadigd. De jongens willen er nu liever niets meer over zeggen. “We houden ons aan de regels.”
Want zolang zij zich aan de regels houden, kan het FPI ongestoord demonstreren. De vraag blijft hoe wenselijk een radicaliserende groep jongeren waar de bevolking geregeld last van heeft voor Indonesië is.
VersPers